Hoofdlijnen

Bestuurlijke hoofdlijnen

Bestuurlijke hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Bestuurlijke hoofdlijnen

Inleiding

Voor u ligt de programmabegroting 2025 - 2028 van gemeente De Ronde Venen. Een programmabegroting met een andere financiële uitgangssituatie dan vorig jaar. De oplopende kosten voor de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo en het uitblijven van passende financiering vanuit het Rijk zorgen ervoor dat de komende jaren alle gemeente de zeilen bij moeten zetten om te zoeken naar de balans tussen taken en middelen.

 

Dit betekent dat bij het vaststellen van deze programmabegroting keuzes worden gemaakt. Keuzes om de wettelijke taken, bestuurlijke ambities, beschikbare middelen en lokale belastingen in evenwicht te brengen. Altijd met de belangen van onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties voorop.

 

Een slagvaardige, betrouwbare en betrokken gemeente

Het is onze plicht om goed voor onze inwoners en ondernemers te zorgen, maar zonder voldoende steun vanuit het Rijk wordt dit steeds moeilijker. We blijven dagelijks werken aan veilige buurten, het onderhoud van onze straten en wegen, de ontwikkeling van nieuwe woningen en hulp voor inwoners die dat nodig hebben.

 

Een sluitende programmabegroting

Na besluitvorming over de Kadernota was er sprake van een tekort van ongeveer € 1.000.000. Door verschillende mutaties, maar met name door de volume-, prijs- en loonontwikkelingen, ontstond een extra tekort van ongeveer € 2.500.000. Opnieuw is gebleken dat het Rijk de verschillende ontwikkelingen te laag inschat en gemeenten hiervoor onvoldoende tegemoet komt.

Om een sluitende begroting te presenteren, zijn opnieuw alle stappen zoals vermeld in het coalitieakkoord ‘In het hart’, doorlopen. Met de keuzes die worden voorgesteld hebben wij de uitgangspunten van een slagvaardige, betrouwbare en betrokken gemeente gehanteerd. Dit leidt tot de volgende maatregelen om tot een sluitende begroting te komen.

 

Terugbrengen van de uitgaven (stap 1, 2 en 3)

Stap 1, 2 en 3 leiden allemaal tot het terugbrengen van de uitgaven, namelijk: het schrappen van bestaande budgetten of nieuw beleid en aanpassingen in het voorzieningenniveau. Bij de Kadernota is reeds besloten het ambitieniveau omlaag bij te stellen. Voor deze drie stappen stelt het college voor om de uitgaven terug te brengen met € 2.250.000. Dit bedrag is aanvullend op de eerdere ombuiging uit de Kadernota van € 1.200.000.

 

Incidentele uitgaven dekken uit de algemene reserve (stap 4)

In overleg met de toezichthouder, en in lijn met de afspraken tussen VNG en het Rijk, is besloten om een bedrag van € 1.400.000 te onttrekken aan de algemene reserve. Dit bedrag is gelijk aan de eenmalige korting die voor volgend jaar door het Rijk is doorgevoerd.

 

Verhogen van de inkomsten (stap 5)

De lasten voor onze inwoners, ondernemers en bezoekers stijgen aanvullend op de besluitvorming met de Kadernota met 2%. Dit leidt tot hogere inkomsten van € 290.000.

 

Een evenwichtig pakket aan maatregelen

Met de keuzes die door het college worden voorgesteld is sprake van een evenwichtig pakket aan maatregelen. In het maatregelenpakket, inclusief besluitvorming over de Kadernota 2025, heeft een omvang van € 6.640.000.

 

Overzicht van de effecten van de maatregelen 2025 (bedragen x € 1.000)
  Bedrag Besluitvorming
Stap 1, 2 en 3 Terugbrengen van de uitgaven:    

Terugbrengen van de uitgaven

1.200 Kadernota 2025

Terugbrengen van de uitgaven

2.250 Begroting 2025 (bijlage bij raadsvoorstel)
Subtotaal 3.450  
Stap 4 incidentele uitgaven dekken uit de algemene reserve:    

Incidentele opschalingskorting 2025 op de opbrengst van de algemene uitkering

1.400 Begroting 2025
Stap 5 Verhogen van de inkomsten:    

Verhogen van de inkomsten

1.500 Kadernota 2025

Verhogen van de inkomsten

290 Begroting 2025 (bijlage bij raadsvoorstel)
Subtotaal 1.790  
Totaal 6.640  

 

Begrotingsresultaten 2025 - 2028

Zoals hiervoor is vermeld is er voor 2025 sprake van een structureel sluitende begroting.

 

Begrotingsresultaten (bedragen x € 1.000 en - = tekort en + = overschot)
    2025 2026 2027 2028

1

Tekorten volgens Kadernota 2025

-1.023 -5.311 -4.231 -3.802

2

Mutaties begroting 2025 - 2028

-1.496 -1.346 -1.064 -2.625

3

Voorlopige tekorten 2025 - 2028 (1 + 2)

-2.519 -6.657 -5.295 -6.427

4

Maatregelenpakket programmabegroting 2025 - 2028

2.540 3.440 3.440 3.440

5

Uitkomsten septembercirculaire gemeentefonds

85 -115 20 480

6

Amendement Geen extra 2% OZB verhoging en inwoners met een kleine beurs ondersteunen

-100 -100 -100 -100

7

Begrotingsresultaat (3 + 4 + 5 + 6)

6 -3.432 -1.935 -2.607 

 

Het onderdeel 2 is toegelicht in de 'Financiële analyse' en onderdeel 4 maakt onderdeel uit van het raadsvoorstel tot het vaststellen van de programmabegroting 2025.

Financiële hoofdlijnen

Financiële resultaten 2025 - 2028

Terug naar navigatie - Financiële resultaten 2025 - 2028

In onderstaande tabel zijn de financiële resultaten opgenomen voor de jaren 2025 tot en met 2028. Hierin is opgenomen:

  • Het saldo van baten en lasten
  • Stortingen en onttrekkingen aan de reserves
  • Begrotingsresultaten
     

De bedragen in deze begroting zijn afgerond op een veelvoud van € 1.000. Hierdoor ontstaan beperkte afrondingsverschillen in de presentatie van financiële tabellen.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028
Lasten 139.914 131.123 129.225 130.297
Baten 132.704 130.654 132.869 128.214
Saldo van baten en lasten -7.210 -470 3.644 -2.083
Stortingen 0 4.000 6.049 943
Onttrekkingen 7.216 1.037 469 419
Mutaties reserves 7.216 -2.963 -5.580 -524

Aansluiting ten opzichte van de Kadernota 2025

Terug naar navigatie - Aansluiting ten opzichte van de Kadernota 2025

In de Kadernota 2025 zijn voor de jaren 2025 tot en met 2028 begrotingstekorten opgenomen. Door het treffen van maatregelen is er voor 2025 een structureel sluitende begroting.

 

Aansluiting voorlopige tekorten met de Kadernota 2025 (bedragen x € 1.000)
  2025 2026 2027 2028

1.

Tekorten volgens Kadernota 2025

-1.023 -5.311 -4.231 -3.802

2.

Mutaties begroting 2025 - 2028

-1.496 -1.346 -1.064 -2.625

3.

Maatregelenpakket programmabegroting 2025 - 2028

2.540 3.440 3.440  3.440

4.

Uitkomsten septembercirculaire gemeentefonds 2024

85 -115 20 480

5.

Amendement Geen extra 2% OZB verhoging en inwoners met een kleine beurs ondersteunen

-100 -100 -100 -100

6.

Begrotingsresultaten 2025 - 2028 (+ = overschot en - = tekort)

6 -3.432 -1.935 -2.607

 

1. Tekorten volgens Kadernota 2025

De raad heeft op 4 juli 2025 ingestemd met de Kadernota 2025. Zie voor meer informatie https://derondevenen.raadsinformatie.nl/vergadering/1151217.

 

2. Mutaties begroting 2025 - 2028

De wijzigingen in de begroting voor de jaren 2025 - 2028 zijn hierna in grote lijnen uitgelegd. Een gedetailleerder overzicht per programma is te vinden in de financiële begroting.

 

Verklaring van mutaties in de begroting 2025 - 2028 (bedragen x € 1.000 en + = voordeel en - = nadeel)
  2025 2026 2027 2028
Structureel:        
1. In de resultaten van de meicirculaire 2024, als onderdeel van de bestuurlijke besluitvorming voor de Kadernota 2025, is een reservering opgenomen voor het opvangen van loon- en prijsstijgingen voor de jaren 2025 tot 2029. Deze reservering wordt in de begroting gebruikt om de ontwikkelingen in volume, prijs en lonen te compenseren. Zie hiervoor de toelichting bij nummer 13. 2.900 2.900 2.900 2.900
2 In de resultaten van de meicirculaire 2024 is vermeld dat het Rijk heeft aangekondigd dat de oploop van de ‘opschalingskorting’ van € 675 miljoen met ingang van 2026 wordt geschrapt. Voor de gemeente De Ronde Venen betekent dit een structurele verlichting voor het meerjarenbeeld van € 1,4 miljoen. Daar staat in 2025 wel een eenmalige korting van hetzelfde bedrag tegenover. In samenspraak met de provinciale toezichthouder kan deze korting als 'incidenteel' worden aangemerkt. Door deze € 1,4 miljoen op dezelfde wijze te behandelen als andere incidentele uitgaven en inkomsten, en door verrekening met de algemene reserve, ontstaat een correctie op het structureel begrotingsresultaat. 1.400 0 0 0
3. Er is rekening gehouden met indexering op lokale belastingen, zoals bij de onroerendezaakbelastingen en toeristenbelastingen. Deze indexering wordt in de begroting gebruikt om de ontwikkelingen in volume, prijs en lonen te compenseren. Zie hiervoor de toelichting bij nummer 13. 704 704 704 704
4. Het actualiseren van de afschrijvingskosten leidt tot een voordeel van € 267.000 in 2025, afnemend tot € 59.000 in 2028. 267 91 382 59
5. De toerekening van indirecte kosten, zoals overhead en BTW, aan de riool- en afvalstoffenheffing zorgt voor een voordeel van € 75.000 in 2025, dat oploopt tot € 81.000 in 2028. 75 49 66 81
6.  Overige bijstellingen. 7 -28 -22 -27
7. Bijstellen van het landelijke verkiezingsschema 2025 - 2028. 0 0 80 100
8. Om fietsen te stimuleren onder het personeel, wordt onder voorwaarden de mogelijkheid tot het deelnemen aan een fietsplan aangeboden.  -78 -78 -78 -78
9. De realisatie van ambities in investeringen in wegen, bruggen, openbare verlichting en vastgoed beïnvloedt de kostenontwikkeling van rente. De mutaties betreffen de effecten van de nog aan te trekken langlopende leningen. -114 -299 -315 -1.046
10. De kosten van beheer en onderhoud van vastgoed nemen toe in lijn met het door de raad vastgestelde Integraal Vastgoedbeheerplan 2023 - 2027.  -237 -188 -218 -218
11. Voornamelijk door wijzigingen in de verwachte legesinkomsten voor bouw- en woondoeleinden, vinden er aanpassingen plaats in de ramingen van meerjarige opbrengsten. -357 985 991 533
12. Subtotaal 1 tot en met 11 4.567 4.136 4.490 3.008
13. In de Raadsinformatiebrief reële tarievenonderzoek jeugd en Wmo van 9 juli 2024 is aangegeven dat de tarieven stijgen. Hiermee is rekening gehouden in deze begroting. -1.400 -1.400 -1.400 -1.400
14. In de programma's is rekening gehouden met ontwikkeling van volumes, prijzen en loon. Deze kostenstijging wordt gecompenseerd door het vrijvallen van de reservering bij nummer 1 en de indexatie van lokale heffingen bij nummer 3. -4.663 -4.055 -4.123 -4.102
15. Subtotaal volumes, prijzen en loon (13 +14) -6.063 -5.455 -5.523 -5.502
16. Resultaten van de landelijke Hervormingsagenda jeugd en Wmo gericht op het verbeteren en financieel duurzaam maken van de jeugdzorg en de Wmo. p.m. p.m. p.m. p.m.
17. De impact van het nieuwe gemeentehuis wordt apart voorgelegd aan de raad. De plannen hiervoor zijn in ontwikkeling. 0 0 0 p.m.
18. Er wordt gewerkt aan een plan voor oevervoorzieningen en onderhoud aan de watergangen.  p.m. p.m. p.m. p.m.
  Totaal structureel -1.496 -1.319 -1.033 -2.494
Incidenteel:        
19. Anterieure overeenkomsten De Meijert en Oosterland. -1.190 -411 6.049 943
20. Raadsinformatiebrief Pas op de plaats (24 juni 2024) over uitvoering Marickenland. 607 0 0 0
21. Herontwikkeling locatie De Trekvogel en Polderbloesem. -40 0 0 0
22. Uitvoering Argonlocatie. 0 4.000 0 0
23. Verrekening met algemene reserve voor de nummers 18 tot en met 21. 623 -3.589 -6.049 -943
  Totaal incidenteel 0 0 0 0
  Totaal structureel en incidenteel -1.496 -1.319 -1.033 -2.494

 

3. Maatregelenpakket begroting 2025 - 2028

In onderstaande tabel zijn opgenomen het maatregelenpakket 2025 - 2028.

Maatregelenpakket begroting 2025 - 2028 (bedragen x € 1.000 en + = voordeel en - = nadeel)
  2025 2026 2027 2028
         
1. Terugbrengen uitgaven (stap 1, 2 en 3) 2.250 3.150 3.150 3.150
2. Verhogen inkomsten (stap 5) 290 290 290 290
3. Totaal 2.540 3.440 3.440 3.440

 

Een specificatie van het maatregelenpakket is opgenomen in onderdeel 16 van de 'Financiële begroting'. 

 

4. Uitkomsten septembercirculaire gemeentefonds 2024

De uitkomsten van de septembercirculaire gemeentefonds 2024 zijn toegelicht in de raadsinformatiebrief van 23 september 2024.

 

5. Amendement Geen extra 2% OZB verhoging en inwoners met een kleine beurs ondersteuning

In de raadsvergadering van 23 oktober 2024 is een amendement aangenomen die doorwerkt naar verschillende budgetten. Zie voor meer informatie https://derondevenen.raadsinformatie.nl/vergadering/1151464.

Onderscheid naar structureel en incidenteel resultaat

Terug naar navigatie - Onderscheid naar structureel en incidenteel resultaat

Het onderscheid tussen structurele en incidentele resultaten is van belang voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. In het algemeen geldt dat de gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten en baten zijn de regel, incidentele lasten en baten zijn de uitzondering. 

 

Onderscheid naar structureel en incidenteel resultaat (bedragen x 1.000)
  2025 2026 2027 2028
Structureel saldo van baten en lasten -469 -3.852 -2.355 -3.027
Structurele inzet van reserves 475 420 420 420
Structureel resultaat (- = tekort en + = overschot) 6 -3.432 -1.935 -2.607
         
Incidenteel saldo van baten en lasten -3.880 3.382 5.999 943
Incidentele inzet van reserves 3.880 -3.382 -5.999 -943
Incidenteel resultaat (- = tekort en + = overschot) 0 0 0 0

 

Het bovenstaande overzicht toont aan dat incidentele budgetten zijn verrekend met de algemene reserve. Een gedetailleerde specificatie van deze incidentele budgetten is te vinden in de 'Financiële begroting', onder onderdeel 04. Ter verduidelijking, bestemmingsreserves worden structureel ingezet.

Lokale woonlasten

Terug naar navigatie - Lokale woonlasten

Lokale belastingen zijn een essentieel onderdeel van de inkomsten voor onze gemeente en maken deel uit van het gemeentebeleid. In de bijgevoegde tabel staan de tarieven voor 2024 en 2025 vermeld voor meerpersoonshuishoudens met een grote restafvalcontainer. Indien een meerpersoonshuishouden gebruik maakt van een kleinere afvalcontainer, verlagen de woonlasten in dit voorbeeld met € 100, van € 1.086 naar € 986.

 

  2024 2025

OZB-lasten bij gemiddelde WOZ-waarde (2024: € 605.000 en 2025: € 625.000)

376 454
Afvalstoffenheffing (240 liter container) 378 388
Rioolheffing 235 244
Totale woonlasten voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning 990 1.086

 

Meer informatie is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen. 

Ontwikkeling algemene reserve

Terug naar navigatie - Ontwikkeling algemene reserve
  • De algemene reserve is een buffer voor de instandhouding van de weerstandscapaciteit en voor het opvangen van incidentele kosten.
  • De algemene reserve wordt gevoed door rekeningresultaten en grondverkopen.
  • Voor de algemene reserve is een ondergrens bepaald van 10 miljoen euro voor 2024 en vanaf 2025 is deze ondergrens 12 miljoen euro.

 

In het verloopoverzicht wordt de ontwikkeling van de algemene reserve getoond. Er zijn twee belangrijke opmerkingen: ten eerste, dat in de periode 2029 - 2030 ongeveer € 9 miljoen aan grondopbrengsten gerealiseerd zal worden, welke nog toegevoegd moeten worden aan de algemene reserve. Ten tweede, dat de begrotingsresultaten van 2024 - 2028 nog aan verandering onderhevig zijn.

 

Ontwikkeling algemene reserve 2024 - 2028 (bedragen x € 1.000)
  2024 2025 2026 2027 2028
Stand per 1 januari 22.013 16.782 4.020 7.408 9.975
Te bestemmen rekening- en begrotingsresultaat (jaar -1) -4.098 -6.021 6 -3.432 -1.935
Structurele mutaties 1.500 0 0 0 0
Incidentele mutaties -2.633 -6.741 3.382 5.999 943
Stand per 31 december 16.782 4.020 7.408 9.975 8.983

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

Onder investeringen wordt verstaan het vastleggen van vermogen in objecten waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. De investeringen worden op de balans verantwoord. De lasten voortvloeiende uit de investeringen, zoals onderhoud, afschrijvingen, toegerekende rente, verzekeringen, behoren tot de jaarlijkse exploitatielasten. Voorbeelden van investeringen zijn de aanleg van een weg, riool of de aanschaf van lichtmasten. 

 

Voor 2025 wordt rekening gehouden met € 10.589.000 aan nieuwe investeringen. Daarnaast zijn er investeringsbudgetten uit het verleden die doorlopen naar 2025 en verder. Een overzicht hiervan is te vinden in de bestuursrapportages van 2024. De verdeling van de nieuwe investeringen over de verschillende beleidsonderwerpen staat hieronder vermeld.

 

Investeringen 2025 (bedragen x € 1.000)
Wegen 3.010
Buitensportaccommodaties 1.930
Vastgoed 1.321
Recreatie 1.196
Openbare verlichting 1.010
Riolering 773
Bruggen 500
Voertuigen en materialen 364
Automatisering 335
Fiets- en busvoorzieningen 150
  Totaal 10.589

Waar komt het geld vandaan?

Terug naar navigatie - Waar komt het geld vandaan?

De gemeente ontvangt voor het uitvoeren van taken middelen uit verschillende bronnen. De totale opbrengsten bedragen € 139.920.000, waarvan 69 procent afkomstig is van het Rijk via de algemene uitkering en specifieke uitkeringen. De resterende 31 procent komt voort uit lokale belastingen, het aanwenden van reserves en andere inkomsten. Hier staan uitgaven tegenover van € 139.914.000. Dit resulteert in een begrotingsoverschot van € 6.000 voor het jaar 2025.

 

Opbrengsten 2025 (bedragen x € 1.000)
Onderdeel Bedrag Percentage
1 Algemene uitkering van het Rijk 81.020 58%
2 Specifieke uitkeringen van het Rijk 15.615 11%
3 Onroerendezaakbelastingen 13.100 9%
4 Afvalstoffenheffing 6.515 5%
5 Rioolheffing 5.759 4%
6 Overige opbrengsten zoals huur, dividend en bijdragen van andere gemeente en de provincie 5.671 4%
7 Leges burgerzaken en voor wonen en bouwen 3.544 3%
8 Overige lokale heffingen zoals toeristenbelasting en bedrijveninvesteringszone (BIZ) 1.480 1%
  Subtotaal baten 132.704  
  Onttrekking aan reserves 7.216 5%
  Totaal opbrengsten 139.920 100%

Waar wordt het geld aan besteed?

Terug naar navigatie - Waar wordt het geld aan besteed?

De gemeente voert diverse taken uit zoals onderhoud aan wegen, het verstrekken van bijstandsuitkeringen, jeugdzorg, het verstrekken van een paspoort, het beheer van sportvelden en de brandweerzorg. De bestedingen van deze taken zijn verdeeld over vijf programma's.

 

Bestedingen 2025 (bedragen x € 1.000)
Programma Bedrag Percentage
1 Wonen (w.o. onderhoud wegen, plantsoen, openbare verlichting, afval, riolering en woningbouw) 44.710 32%
2 Samenleven (w.o. onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer, dorpshuizen, jeugdhulp, WMO en volksgezondheid) 63.604 45%
3 Veiligheid (w.o. brandweer, opstellen en handhaven van de Algemene Plaatselijke Verordening) 4.996 4%
4 Bestuur en bedrijfsvoering (w.o. bestuur, burgerzaken en overhead) 25.076 18%
5 Algemene dekkingsmiddelen (w.o. waardering en invordering onroerendezaakbelasting en rente) 1.528 1%
  Subtotaal lasten 139.914  
5 Toevoeging aan reserves 0 0%
  Totaal bestedingen 139.914 100%

Financieel dashboard 2020 - 2028

Terug naar navigatie - Inleiding financieel dashboard

Voor het eerst is een financieel dashboard opgenomen in de programmabegroting 2025, na eerder in de programmarekening 2023 te zijn opgenomen. Zowel nationale als lokale signaleringswaarden zijn hieraan toegevoegd. Dit biedt een middel voor een beter begrip van de financiële situatie en ondersteunt de dialoog tussen de raad en het college over de financiële positie. Een lijst met definities van financiële indicatoren is opgenomen voor helderheid in de Financiële begroting.

 

De financiële kengetallen zijn ingedeeld naar:

  • Wendbaarheid - Kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderde omstandigheden?
  • Weerbaarheid - Kan de gemeente tegen een stootje?

 

Het dashboard geeft aan dat er een inhaalslag plaatsvindt op het gebied van investeringen in wegen, bruggen, openbare verlichting en vastgoed. Hierdoor stijgen de kosten voor afschrijvingen en rente. Bovendien groeit de omvang van de langlopende leningen. Het overschrijden van de signaleringswaarde voor investeringen is geen probleem bij een structureel sluitende begroting.

 

Het nieuwe kabinet neemt nog besluiten over de rijksbijdragen (algemene uitkering) naar gemeenten voor het uitvoeren van verschillende taken. De vereniging van gemeenten heeft als uitgangspunt: breng het gemeentefonds op orde en herstel de balans tussen taken en middelen. Het nieuwe kabinet zal moeten erkennen dat gemeenten nodig zijn om doorbraken te bereiken op de grote maatschappelijke vragen van woningnood, bestaanszekerheid en samenhang in de samenleving: armoedebeleid, de investeringen in (energie)infrastructuur, veiligheid, leefbaarheid en voorzieningen voor sport en cultuur in gemeenten zullen daarvoor overeind moeten worden gehouden. Dat betekent structureel meer geld richting gemeentefonds. 

 

Vanwege het uitblijven van besluiten door het nieuwe kabinet vertoont de meerjarenbegroting structurele tekorten. Deze tekorten hebben invloed op onder andere de signaleringswaarden voor het exploitatieresultaat en de weerstandsratio. Tijdens de bestuurlijke behandeling van de Programmabegroting 2025 zijn er voorstellen gedaan om deze tekorten om te buigen.

1. Wendbaarheid

Terug naar navigatie - 1. Wendbaarheid
01 | Afhankelijkheid inkomsten van het Rijk
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter
Een toenemende afhankelijkheid van rijksbijdragen brengt het risico met zich mee dat lagere bijdragen van het rijk direct invloed hebben op de uitvoering van taken en de financiële positie.
02 | Uitgaven van verbonden partijen
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter
Veel gemeenten brengen de uitvoering en zorgkosten van het sociaal domein onder in een gemeenschappelijke regeling, waardoor ze gemiddeld 30 procent van hun budget aan verbonden partijen uitgeven. Als een groter deel van de kosten naar verbonden partijen gaat, zullen bezuinigingen meer tijd vergen. Dit is het gevolg van de noodzaak om bezuinigingen samen met andere partijen te implementeren. Een extra complexiteit is dat de gemeente De Ronde Venen mede-eigenaar is van een dergelijke verbonden partij.
03 | Netto investeringsquote

Interpretatie: Te hoge investeringen zorgen voor het oplopen van de netto schuldquote en daarmee voor het oplopen van de schuldverplichtingen. Bij te lage investeringen zijn op termijn achterstallige investeringen nodig, omdat anders de leefbaarheid in de gemeente onder druk komt.

Deze indicator geeft aan dat er een inhaalslag gaande is op het gebied van wegen, bruggen, openbare verlichting en vastgoed. Dit heeft gevolgen voor de kostenontwikkeling van afschrijvingen en rente, evenals voor de omvang van langlopende leningen.
04 | Afschrijvingen
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter
Afschrijvingen ontstaan door investeringen die over meerdere jaren worden gebruikt. Wanneer er een hoog percentage aan afschrijvingen is, zijn er slechts beperkte mogelijkheden voor ombuigingen. 
05 | Kosten van rente
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter
De relatie tussen rentekosten en de schuldpositie is direct en aanzienlijk. Een hoger schuldniveau resulteert in verhoogde rentelasten, die vervolgens de financiële speelruimte voor besparingen en investeringen beperken. Voor financiële stabiliteit is het daarom essentieel om een beheersbare schuldpositie te onderhouden.
06 | Netto schuldquote [BBV]
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter
De schulden zijn vooral ontstaan door investeringen te doen waarvoor leningen zijn aangegaan om de leveranciers te betalen. Uit de grafiek blijkt dat de gemeente onder de signaalwaarde is gebleven. Een hoge schuldquote beperkt de mogelijkheden voor bezuinigingen, omdat de leningen een langdurig karakter hebben.
07 | Belastingcapaciteit (BBV)
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter

De belastingcapaciteit biedt inzicht in de verhouding van de belastingdruk binnen een gemeente ten opzichte van het nationale gemiddelde. In 2024 bedragen de gemiddelde gemeentelijke woonlasten voor een meerpersoonshuishouden landelijk € 994. In de gemeente De Ronde Venen zijn de woonlasten voor dat jaar gelijk aan dit landelijke gemiddelde. Als de woonlasten in een gemeente al hoger liggen dan dit gemiddelde, is de ruimte voor aanpassing beperkter. De landelijke en lokale woonlasten voor meerpersoonshuishoudens voor het jaar 2025 zullen te zijner tijd worden gepubliceerd.

2. Weerbaarheid

Terug naar navigatie - 2. Weerbaarheid
08 | Exploitatieresultaat (voor mutaties reserves)
Interpretatie: Bij twee negatieve exploitatieresultaten in drie jaar springt het licht op oranje
In dit kengetal zijn zowel de incidentele als de structurele lasten en baten opgenomen. Dit leidt tot een wisselend patroon in de jaren 2022 tot en met 2028. Het volgende kengetal biedt inzicht in het structurele resultaat.
09 | Structurele exploitatieresultaat [BBV]
Interpretatie: Bij twee negatieve exploitatieresultaten in drie jaar springt het licht op oranje
In de bestuurlijke behandeling van de Programmabegroting 2025 zijn voorstellen opgenomen om het tekort om te buigen naar een overschot. Daarnaast wordt op landelijk niveau nog overlegd met het Rijk over de omvang van de rijksbijdragen en de uitvoeringstaken van gemeenten. De uitkomsten hiervan hebben impact op deze indicator.
10 | Eigen vermogen ten opzichte van de baten
Interpretatie: Een evenwichtige benadering is essentieel om enerzijds voldoende reserves te behouden voor onvoorziene risico's, en anderzijds te vermijden dat er onnodig geld wordt opgepot dat ten goede zou kunnen komen aan de inwoners.
Het eigen vermogen daalt onder de ondergrens doordat de jaren 2024 - 2028 bij het samenstellen van deze begroting nog tekorten vertonen. Zie hiervoor ook de toelichting bij indicator 09 | Structurele exploitatieresultaat.
11 | Solvabiliteitsratio
Interpretatie: Hoe lager, hoe hoger de schuldenpositie
De ontwikkeling dat de solvabiliteitsratio onder de signaalwaarde uitkomt heeft vooral te maken met de ambities om investeringen uit te voeren op het gebied van wegen, bruggen, openbare verlichting en vastgoed. Dit heeft gevolgen voor de omvang van langlopende leningen (schuldpositie).
12 | Grondexploitatie
Er zijn voor de jaren 2024 tot 2028 geen grondexploitaties, waardoor deze indicator komt te vervallen.
13 | Weerstandsratio
Interpretatie: tenminste voldoende om risico's te kunnen opvangen
De verhouding tussen weerstand en risico's, evenals de beschikbare capaciteit om deze risico's op te vangen, vertoonde een variabele grootte en wijzigt van "uitstekend" naar "voldoende".

Kerngegevens 2021 - 2025

Terug naar navigatie - Kerngegevens 2021 - 2025
  Realisatie 2021 Realisatie 2022 Realisatie 2023 Indicatie 2024 Indicatie 2025
Inwoners          

Aantal per 1 januari

44.720 44.955 45.572 45.813 46.060

Bevolkingsgroei

235 617 241 247 360

Aantal per 31 december

44.955 45.572 45.813 46.060 46.420
Woningen          

Aantal per 1 januari

18.580 18.721 18.872 19.039 19.190

Woninggroei

141 151 167 151 150

Aantal per 31 december

18.721 18.872 19.039 19.190 19.340
Huishoudens op 1 januari          
Eenpersoonshuishoudens 5.923 6.064 6.189 6.338 6.430
Meerpersoonshuishoudens 13.364 13.393 13.559 13.625 13.730
Totaal huishoudens 19.287 19.457 19.748 19.963 20.160
Economische structuur          
Aantal vestigingen van bedrijven (Bron: LISA) 5.960  6.310  6.730  7.030 7.330 
Aantal banen van fulltimers, parttimers en uitzendkrachten (Bron: LISA) 18.270 18.690 19.140 19.540 19.940