Bestuurlijke hoofdlijnen

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer - Leeswijzer
Wat is een Programmabegroting?
Een programmabegroting is het centrale plan- en control­instrument van de gemeenteraad. Het legt zowel inhoudelijke als financiële kaders vast voor de geplande activiteiten en doelen. De begroting beschrijft de maatschappelijke effecten die de gemeente wil bereiken, de producten en diensten die daarvoor nodig zijn, en de bijbehorende middelen. Op basis van deze programmabegroting legt het college later in de programmarekening verantwoording af over de behaalde resultaten
Hoe te lezen?

U kunt de programmabegroting 2026 op twee manieren lezen:

  1. Digitale omgeving. Deze is te vinden via de https://de-ronde-venen.begrotingsapp.nl/.
  2. Traditioneel document (pdf-bestand).

De digitale omgeving biedt door de eenvoudige navigatiestructuur de mogelijkheid om onderwerpen snel te lezen en op te zoeken.

Welke onderdelen bevat de programmabegroting?

 

Bestuurlijke hoofdlijnen

In de Hoofdlijnen geeft het college weer een samenvatting van de opgaven van 2026 en een toelichting op de financiële positie. Onderdeel van de financiële positie is een financieel dashboard 2022 - 2029. Het is voor de eerste keer dat via een dashboard wordt ingegaan op de financiële wendbaarheid en weerbaarheid.

 

Programma's

De begroting is verdeeld in vijf programma’s. Per programma komt aan bod:

  1. Welk maatschappelijk effect willen we bereiken?
  2. Welke activiteiten ondernemen we (inclusief bijdragen van verbonden partijen)?
  3. Wat zijn de financiële risico’s?
  4. Wat mag het kosten?

 

Paragrafen

Hier staan beheersmatige onderwerpen die over meerdere programma’s heen lopen. Het betreft de volgende onderwerpen:

  • Lokale heffingen.
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
  • Onderhoud kapitaalgoederen.
  • Financiering.
  • Bedrijfsvoering.
  • Grondbeleid.
  • Subsidies.

 

Financiële begroting

Dit onderdeel belicht de cijfers vanuit diverse invalshoeken:

  • Overzicht incidentele baten en lasten.
  • Verloop van reserves en voorzieningen.
  • Uitleg financiële begrippen en afkortingen.
  • Tabellen zijn afgerond op veelvouden van 1.000 euro (met kleine afrondingsverschillen).

Bestuurlijke inleiding

Terug naar navigatie - Bestuurlijke inleiding - Bestuurlijke inleiding

2026 is een bijzonder jaar. De gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur. Dat betekent dat er in 2026 een nieuwe gemeenteraad wordt gekozen en als gevolg van de nieuwe samenstelling van de gemeenteraad ook een nieuw college van burgemeester en wethouders start.

 

Dit betekent niet dat het college de komende periode geen stappen zet om de ambities voor De Ronde Venen waar te maken. Er zijn grote opgaven die vragen om blijvende inspanningen van de ambtelijke organisatie, het college en onze maatschappelijke partners. Het college blijft om die reden, ook in 2026, voorstellen doen aan de raad om De Ronde Venen vooruit te helpen. Keer op keer ziet het college dat er breed draagvlak is voor veel voorstellen die het college doet. Deze samenwerking met de raad zetten we tot de verkiezingen graag voort.

 

In deze programmabegroting staat ook de financiële doorvertaling voor de komende jaren. De Kadernota 2026 is het startpunt geweest voor het opstellen van deze programmabegroting. In het voorjaar heeft u in de Kadernota de beleidsmatige keuzes vastgelegd. Deze programmabegroting is hiermee een financiële doorvertaling van de eerder gemaakte beleidsmatige keuzes.

 

De programmabegroting laat voor het jaar 2026 een positief resultaat zien. Dit positieve resultaat is het gevolg van een aantal ontwikkelingen die nader worden toegelicht in de hoofdlijnenanalyse. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de financiële resultaten beïnvloed worden door keuzes die de raad in de komende tijd nog zal maken.

 

De programmabegroting laat ook zien dat de financiële situatie nog altijd structureel uitdagingen laat zien. Dit heeft onder andere te maken met de bijdrage van het Rijk aan gemeenten. De gesprekken over de bijdrage van het Rijk aan gemeenten blijven actueel en blijven de gemeenten, via de VNG, ook voeren met het Rijk. Dit geldt onder andere voor het verschuiven van het ‘ravijnjaar’ van 2026 naar 2028, maar ook voor onvoldoende middelen voor loon-, prijs- en volumeontwikkelingen. Kortgezegd laat ook deze programmabegroting zien dat de ontwikkelingen op het gebied van loon, prijs en volume harder stijgen dan de ontvangen compensatie van het Rijk.

 

Het college is ervan overtuigd dat met deze programmabegroting de ambities van de afgelopen jaren ook in de komende tijd kunnen worden voortgezet. En laat op deze manier ook voldoende ruimte voor het volgende college om hier, na de gemeenteraadsverkiezingen in maart, nieuwe ambities aan toe te voegen.

Financiële hoofdlijnen

Financiële resultaten 2026 - 2029

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Financiële resultaten 2026 - 2029

In de onderstaande tabel zijn de financiële resultaten opgenomen voor de jaren 2026 tot en met 2029. Hierin is opgenomen:

  • Het saldo van baten en lasten
  • Stortingen en onttrekkingen aan de reserves
  • Begrotingsresultaten

 

Programmabudgetten (bedragen x € 1.000)
  2026 2027 2028 2029
Lasten 148.468 136.310 143.782 139.623
Baten 158.770 140.745 141.066 135.695
Saldo van baten en lasten 10.302 4.435 -2.716 -3.928
Stortingen 15.293 3.830 1.543 0
Onttrekkingen 5.020 656 1.419 419
Mutaties reserves -10.273 -3.174 -124 419
Financieel resultaat (+ = overschot en - = tekort) 29 1.262 -2.840 -3.509

Meerjarig financieel beeld

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Meerjarig financieel beeld

Het overzicht hieronder geeft een meer gespecificeerd overzicht van de jaren 2024 tot en met 2029. Dit overzicht geeft aan:

  • De inkomsten stijgen geleidelijk van 88.170.000 euro in 2024 naar 99.253.000 euro in 2029.
  • De saldi van de beleidsterreinen fluctueren. Er is een opvallende positieve bijdrage van Ruimte, wonen en bouwen in 2026 en 2027 dankzij de anterieure overeenkomsten.
  • WMO & Jeugdzorg vormt een van de grootste uitgavenposten, gemiddeld 24 –29 procent van het totaal.

 

Programmabudgetten (bedragen x € 1.000)
  2024 2025 2026 2027 2028 2029
Algemene dekkingsmiddelen            
  • Algemene uitkering
78.049 85.550 85.790 86.450 85.140 86.730
  • Onroerendezaakbelastingen
10.198 12.365 13.146 13.146 13.146 13.146
  • Overige baten en lasten
233 -449 -253 -251 -180 -246
  • Overige belastingen (w.o. uitvoering en invordering van overige lokale heffingen en de opbrengst van de roerende zaakbelasting)
-310 -314 -377 -377 -377 -377
Totaal Programma 5 | Financiën/algemene dekkingsmiddelen 88.170 97.152 98.306 98.968 97.729 99.253
Netto saldi overige programma's

Programma 1 | Wonen:

           
  • Verkeer, vervoer en waterstaat
-10.465 -11.809 -12.986 -12.090 -12.748 -13.760
  • Openbaar groen en recreatie
-5.410 -6.738 -6.271 -6.322 -6.325 -6.335
  • Ruimte, wonen en bouwen
-4.181 -3.188 4.948 1.242 -1.292 -2.823
  • Cultureel erfgoed
-340 -373 -254 -265 -265 -265
  • Grondexploitatie
-113 727 4.330 -63 0 0
  • Riolering, afval, milieu en begraafplaatsen
2.198 2.213 657 664 724 736
  • Economie
289 282 1.019 1.017 1.017 1.017
  • Overige gebouwen & gronden
54 -490 -735 363 -1.672 -698
Totaal programma 1 -17.968 -19.376 -9.292 -15.454 -20.561 -22.128

Programma 2 | Samenleven:

           
  • WMO & Jeugdzorg
-25.059 -28.502 -28.452 -27.910 -27.480 -27.580
  • Sociaal domein overig (w.o. dorpshuizen, centra voor jeugd en gezin, opvangen Oekraïners en volksgezondheid)
-4.403 -5.956 -5.135 -5524 -5.712 -5.729
  • Inkomensregelingen & arbeidsparticipatie
-6.546 -5.928 -6.308 -6.315 -6.305 -6.295
  • Onderwijs
-5.478 -5.628 -5.095 -5.398 -5.903 -6.591
  • Cultuur, kunst en media
-1.227 -1.309 -1.395 -1.261 -1.261 -1.261
  • Sport
-2.583 -2.754 -2.578 -2.647 -2.897 -2.984
Totaal programma 2 -45.296 -50.077 -48.963 -49.055 -49.558 -50.440
Programma 3 | Veiligheid:            
  • Crisisbeheersing en brandweer
-3.561 -3.717

-3.786

-4.113 -4.107 -4.112
  • Openbare orde en veiligheid
-1.029 -990 -752 -756 -756 -756

Totaal programma 3

-4.590 -4.707 -4.538 -4.869 -4.863 -4.868

Programma 4 | Bestuur en bedrijfsvoering:

           
  • Overhead
-20.852 -20.182 -20.976 -20.922  -21.223 -21.298
  • Bestuur
-3.215 -3.172 -3.394 -3.414 -3.413 -3.413
  • Burgerzaken
-389 -746 -841 -820 -827 -1.034
Totaal programma 4 -24.456 -24.100 -25.211 -25.156 -25.463 -25.745
             
Totaal netto saldi programma's 1 tot en met 5 -4.141 -1.107 10.302 4.436 -2.716 -3.928
Mutaties reserves 3.251 3.030 -10.273 -3.174 -124 419
Financieel resultaat (+ = overschot en - = tekort) -890 1.923 29 1.262 -2.840 -3.509

Aansluiting ten opzichte van de Kadernota 2026

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Aansluiting ten opzichte van de Kadernota 2026

In dit onderdeel is een samenvatting opgenomen van financiële mutaties ten opzichte van de Kadernota 2026.

 

Programmabudgetten (bedragen x € 1.000)
    2026 2027 2028 2029
           

1.

Kadernota 2026 | Financieel resultaat (+ = overschot en - = tekort)

0 524 -2.549 -1.583

2.

Autonome mutaties

394 1.053 278 -517

3.

Effecten septembercirculaire gemeentefonds 2025

605 655 575 485

4.

Raadsbesluiten van 25 september en 30 oktober 2025:

       

 

  • Realisatie uitbreiding woonwagenstandplaatsen
-14 -14 -14 -14

 

  • Toetreden publieke inzamelaar en uittreden bij AVU
-28 -28 -28 -28

 

  • Aankoop grond Mijdrechtse Dwarsweg
-141 -141 -206 -286

 

  • Toekomstbestendige reconstructie Baambrugse Zuwe
0 0 -224 -798

 

  • Beheerplan oppervlaktewater en oeverconstructies 2026 - 2030
28 28 143 47

5.

Aanvullende voorstellen:        

 

  • Extra verlaging opbrengst onroerendezaakbelasting voor woningen t.o.v. Kadernota 2026 
-80 -80 -80 -80

 

  • Extra verlaging opbrengst onroerendezaakbelasting voor niet-woningen t.o.v. Kadernota 2026
-70 -70 -70 -70

 

  • Voldoen aan kwaliteitsniveau B voor groenbeheer
-200 -200 -200 -200

 

  • Terugdraaien bezuinigingen amendement Kadernota 2026:
       

 

    • Subsidies
-140 -140 -140 -140

 

    • Bedrijventerrein en handhaving
-100 -100 -100 -100

 

    • Verkeer, vervoer en waterstaat
-100 -100 -100 -100

 

    • Duurzaamheid
-30 -30 -30 -30

 

    • Onderwijs
-25 -25 -25 -25

 

    • Monumenten en verduurzaming
-25 -25 -25 -25

 

    • Evenementen
-25 -25 -25 -25

6.

Amendement bibliotheek -20 -20 -20 -20

7.

Begroting 2026 -2029 | Financieel resultaat (+ = overschot en - = tekort)

29 1.262 -2.840 -3.509

 

1. Kadernota 2026

Inclusief de aangenomen amendementen werd bij de Kadernota 2026 verwacht dat er voor dat jaar een sluitende begroting zou zijn, die in de daaropvolgende jaren zou aflopen naar een tekort van 1.583.000 euro in 2029.

2. Autonome mutaties

De wijzigingen in de begroting voor de jaren 2026 - 2029 worden hierna in grote lijnen uitgelegd. Een gedetailleerder overzicht per programma is te vinden in de financiële begroting. 

In onderstaande tabel staan de structurele en incidentele mutaties per jaar. Positieve bedragen betekenen een voordeel en de negatieve bedragen een nadeel.. 

 

Programmabudgetten (bedragen x € 1.000)
    2026 2027 2028 2029
  Structureel:        

1.

In de raadsinformatiebrief Meicirculaire gemeentefonds 2025 (juni 2025) is vermeld dat voor de jaren 2026 - 2029 een structurele reservering van 3.480.000 euro is opgenomen om de effecten van veranderende volumes en prijsontwikkelingen op te vangen. Deze reservering is in zijn geheel ingezet in de Programmabegroting 2026. 3.480 3.480 3.480 3.480

2.

Het bijstellen van afschrijvingen en rente op investeringen leidt tot een positief effect op de begroting. In 2026 bedraagt dit voordeel 786.000 euro, oplopend in 2027 en 2028 en weer aflopend naar 519.000 euro in 2029.

786 1.038 1.072 519

3.

Het actualiseren van de verwachte bouwvergunningen leidt tot een extra opbrengst van 754.000 euro in 2026 aflopend naar 21.000 euro in 2029. 754 860 -70 21

4.

Diverse mutaties inclusief afronding. 11 10 10 35

5.

In de programma's Wonen, Samenleven, Veiligheid, Bestuur en bedrijfsvoering zijn budgetten aangepast voor volumeontwikkelingen, cao-stijgingen en inflatie. Deze extra lasten worden gecompenseerd door het vrijvallen van de reservering bij nummer 1. -4.637 -4.335 -4.214 -4.572

 

Totaal structureel 394 1.053 278 -517

 

Incidenteel:        

6.

Het vervroegen van de verkoopopbrengst van De Polderbloesem, De Brug en brandweerkazerne Abcoude zorgen voor een verschuiving van 2027 naar 2026. 900 -900 0 0

7.

In de raadsinformatiebrief Evaluatie vereveningsfonds sociale woningbouw (april 2025) is vermeld dat naar verwachting in de jaren 2026 tot en 2028 anterieure overeenkomsten worden afgesloten. 462 1.050 600 0

8.

In juni 2025 heeft de raad het Ruimtelijk kader CSW-Jumbo vastgesteld. Hierin is rekening gehouden met 80.000 euro aan kosten in 2026 en een opbrengst van 792.000 euro in 2027. -80 792 0 0

9.

Het verder voorbereiden van het Ruimtelijk Kader Oude Hofland- en Wereldwijsschool zorgt voor extra kosten van 65.000 euro in 2026. -65 0 0 0

10.

Bij het afstoten van het maatschappelijk vastgoed De Trekvogel is rekening gehouden met het afboeken van de resterende boekwaarde in 2027. 0 -255 0 0
11. Verrekening met de reserves voor de nummers 6 tot en met 10.  -1.217 -687 -600 0
  Totaal incidenteel 0 0 0 0

 

3. Effecten septembercirculaire gemeentefonds 2025

De septembercirculaire 2025 heeft gevolgen voor de hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze effecten zijn toegelicht in de raadsinformatiebrief van 2 oktober 2025.

4. Raadsbesluiten van 25 september en 30 oktober 2025

In september en oktober 2025 heeft de gemeenteraad vijf besluiten genomen die financiële gevolgen hebben voor de begroting van 2026 tot en met 2029.

5. Aanvullende voorstellen

  • In de Kadernota 2026 was rekening gehouden met een stijging van de opbrengst onroerende zaakbelasting voor woningen met 308.000 euro. Dit wordt verlaagd met 80.000 euro naar 228.000 euro.
  • In de Kadernota 2026 was rekening gehouden met een stijging van de opbrengst onroerende zaakbelasting voor niet-woningen met 277.000 euro. Dit wordt verlaagd met 70.000 euro naar 207.000 euro.
  • Om te voldoen aan de gemaakte afspraken met de raad over het gewenste kwaliteitsniveau van groenbeheer is een bijstelling nodig van 200.000 euro.
  • In het amendement ‘Verlaging OZB voor inwoners en ondernemers, extra inzet op jongerenwerk in Abcoude, en dekking door verhoging van ombuigingen’ zijn zeven extra beleidsombuigingen opgenomen. Het voorstel is nu om deze ombuigingen terug te draaien.

6. Amendement bibliotheek

Op 30 oktober 2025 heeft de gemeenteraad tijdens de begrotingsbehandeling het amendement inzake de bibliotheek vastgesteld. Hiermee is besloten om de voorgestelde bezuinigingsmaatregel ‘Efficiënter inrichten van de bibliotheekfunctie’ te laten vervallen. 

7. Begrotingsresultaten 2026 - 2029

Dit zijn de begrotingsresultaten voor de jaren 2026 - 2029.

Onderscheid naar structureel en incidenteel resultaat

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Onderscheid naar structureel en incidenteel resultaat

Het onderscheid tussen structurele en incidentele resultaten is van belang voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. In het algemeen geldt dat de gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten en baten zijn de regel, incidentele lasten en baten zijn de uitzondering. 

 

Onderscheid naar structureel en incidenteel resultaat (bedragen x 1.000)
  2026 2027 2028 2029
Structureel saldo van baten en lasten -391 842 -3.260 -3.929
Structurele inzet van reserves 420 420 420 420
Structureel resultaat (- = tekort en + = overschot) 29 1.262 -2.840 -3.509
         
Incidenteel saldo van baten en lasten 10.692 3.593 543 0
Incidentele inzet van de algemene reserve -10.230 -2.543 57 0
Incidentele inzet van de bestemmingsreserve wonen -462 -1.050 -600 0
Incidenteel resultaat (- = tekort en + = overschot) 0 0 0 0

 

Het overzicht laat zien dat incidentele budgetten zijn verrekend met reserves. Een gedetailleerde specificatie van deze incidentele budgetten is opgenomen in de Financiële begroting, onder onderdeel 04.

Lokale woonlasten

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Lokale woonlasten

Lokale belastingen zijn een essentieel onderdeel van de inkomsten voor onze gemeente en maken deel uit van het gemeentebeleid. In de onderstaande tabel staan de tarieven voor 2025 en 2026 vermeld voor meerpersoonshuishoudens met een kleine en grote restafvalcontainer. Indien een meerpersoonshuishouden gebruik maakt van een kleinere afvalcontainer, verlagen de woonlasten in dit voorbeeld met 100 euro, van 1.131 euro naar 1.031 euro.

 

  Met kleine afvalcontainer Met grote afvalcontainer
  2025 2026 Verschil 2025 2026 Verschil

OZB-lasten bij gemiddelde WOZ-waarde (2025: € 627.000 en 2026: € 696.000)

456 476 20 456 476 20
Afvalstoffenheffing (140 of 240 liter container) 288 296 8 388 396 8
Rioolheffing 244 259 15 244 259 15
Totale woonlasten voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning 988 1.031 43  1.088 1.131 43

 

Meer informatie is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen. 

Ontwikkeling algemene reserve

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Ontwikkeling algemene reserve
  • De algemene reserve is een buffer voor de instandhouding van de weerstandscapaciteit en voor het opvangen van incidentele kosten.
  • De algemene reserve wordt gevoed door rekeningresultaten, grondverkopen en verkoop van maatschappelijk vastgoed.
  • Gezien de huidige risico’s wordt voorgesteld om de ondergrens van de reserve te verlagen van 12 miljoen euro in 11 miljoen euro voor 2026.

 

In het verloopoverzicht wordt de ontwikkeling van de algemene reserve weergegeven. Let op: de begrotingsresultaten voor de jaren 2025 tot en met 2029 zijn nog niet definitief en kunnen nog wijzigen.

 

Ontwikkeling algemene reserve 2025 - 2029 (bedragen x € 1.000)
  2025 2026 2027 2028 2029
Stand per 1 januari 15.166 11.871 24.024 26.596 27.801
Te bestemmen rekening- en begrotingsresultaat (jaar -1) -890 1.923 29 1.262 -2.840
Structurele mutaties 0 0 0 0 0
Incidentele mutaties -2.405 10.230 2.543 -57 0
Stand per 31 december 11.871 24.024 26.596 27.801 24.961

Investeringen

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Investeringen

Voorbeelden van investeringen zijn de aanleg van een weg, de aanleg of vervanging van een rioolstelsel, de aanschaf van lichtmasten en nieuwbouw van scholen. Deze langlopende bestedingen worden geboekt op de balans en vormen de basis voor toekomstige dienstverlening en infrastructuur. Hoewel de aanschaf of aanleg éénmalig is, brengen investeringen doorlopend kosten met zich mee. De belangrijkste jaarlijks terugkerende lasten zijn:

  • Onderhoud
  • Afschrijvingen
  • Toegerekende rente
  • Verzekeringen

Deze kosten zijn verwerkt in de programmabudgetten van het betreffende jaar.

 

Voor het begrotingsjaar 2026 was aanvankelijk 14.093.000 euro gereserveerd voor nieuwe investeringen. Naar aanleiding van raadsbesluiten die zijn genomen in september en oktober 2025, is dit bedrag met 20.300.000 euro uitgebreid. Hierdoor komt het totale investeringsbudget voor 2026 uit op 37.173.000 euro.

Deze investeringen maken deel uit van het meerjareninvesteringsprogramma en zijn verdeeld over verschillende beleidsterreinen. De verdeling per onderwerp is hieronder weergegeven.

 

Investeringen 2026 (bedragen x 1.000 euro)
Wegen 23.320
Binnen- en buitensportaccommodaties 3.928
Riolering 3.449
Beschoeiingen 2.780
Bruggen 1.315
Openbare verlichting 965
Vastgoed 534
Voertuigen en materialen 512
Automatisering 460
  Totaal 37.173

 

Specificaties van deze posten zijn opgenomen in de Financiële begroting 2026 – 2029.

Waar komt het geld vandaan?

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Waar komt het geld vandaan?

De totale baten (inclusief onttrekkingen aan de reserves) van De Ronde Venen worden voor 2026 geraamd op 163.790.000 euro. Hiervan komt 63 procent van het Rijk via de algemene uitkering en specifieke uitkeringen. De overige 37 procent komt voort uit lokale belastingen, grondverkopen, het aanwenden van reserves en andere inkomsten.

 

Waar wordt het geld aan besteed?

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Waar wordt het geld aan besteed?

De gemeente voert diverse taken uit zoals onderhoud aan wegen, het verstrekken van bijstandsuitkeringen, jeugdzorg, het verstrekken van een paspoort, het beheer van sportvelden en de brandweerzorg. De bestedingen van deze taken zijn verdeeld over vijf programma's. De totale lasten (inclusief stortingen in de reserves) worden voor 2026 geraamd op 163.790.000 euro. Hiervan heeft 29.000 euro betrekking op het financieel resultaat.

 

Financieel dashboard

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - Financieel dashboard

In dit onderdeel is een financieel dashboard is opgenomen. Zowel nationale als lokale signaleringswaarden zijn hieraan toegevoegd. Dit biedt een middel voor een beter begrip van de financiële situatie en ondersteunt de dialoog tussen de raad en het college over de financiële positie. Meer informatie over definities van de indicatoren is opgenomen in de financiële begroting bij onderdeel 14 | Definities financiële kengetallen.

 

De financiële kengetallen zijn ingedeeld naar:

  1. Wendbaarheid - Kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderde omstandigheden?
    • 01 | Afhankelijkheid inkomsten van het Rijk.
    • 02 | Uitgaven van verbonden partijen.
    • 03 | Netto investeringsquote.
    • 04 | Afschrijvingen.
    • 05 | Kosten van rente.
    • 06 | Netto schuldquote [BBV].
    • 07 | Belastingcapaciteit (BBV).
  2. Weerbaarheid - Kan de gemeente tegen een stootje?
    • 01 | Exploitatieresultaat (voor mutaties reserves).
    • 02 | Structurele exploitatieresultaat [BBV].
    • 03 | Eigen vermogen ten opzichte van de baten.
    • 04 | Solvabiliteitsratio [BBV].
    • 05 | Grondexploitatie [BBV].
    • 06 | Weerstandsratio.

1.01 Wendbaarheid | Afhankelijkheid inkomsten van het Rijk

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.01 Wendbaarheid | Afhankelijkheid inkomsten van het Rijk
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter.
De afhankelijkheid van bijdragen van het Rijk levert een kwetsbaarheid op in de financiële stabiliteit van een gemeente. Als deze bijdragen verminderen, kan dat direct invloed hebben op de uitvoering van belangrijke taken en voorzieningen. Dit benadrukt het belang van financiële wendbaarheid en het streven naar diverse inkomstenbronnen om de impact van fluctuaties te minimaliseren. In 2026 daalt de afhankelijkheid tijdelijk door extra opbrengsten uit de anterieure overeenkomst De Meijert en de verkoop van maatschappelijk vastgoed.

1.02 Wendbaarheid | Uitgaven van verbonden partijen

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.02 Wendbaarheid | Uitgaven van verbonden partijen
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter.
Veel gemeenten brengen de uitvoering en zorgkosten van het sociaal domein onder in een gemeenschappelijke regeling, waardoor ze gemiddeld 30 procent van hun budget aan verbonden partijen uitgeven. Als een groter deel van de kosten naar verbonden partijen gaat, zullen bezuinigingen meer tijd vergen. Dit is het gevolg van de noodzaak om bezuinigingen samen met andere partijen te implementeren. Het mede-eigenaarschap van een verbonden partij voegt een extra laag van verantwoordelijkheid en risico toe, omdat de gemeente niet alleen een financiële, maar ook een bestuurlijke rol heeft. 

1.03 Wendbaarheid | Netto investeringsquote

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.03 Wendbaarheid | Netto investeringsquote
Interpretatie: Te hoge investeringen zorgen voor het oplopen van de netto schuldquote en daarmee voor het oplopen van de schuldverplichtingen. Bij te lage investeringen zijn op termijn achterstallige investeringen nodig, omdat anders de leefbaarheid in de gemeente onder druk komt.
Deze indicator geeft aan dat er een inhaalslag gaande is op het gebied van schoolgebouwen, wegen, bruggen, openbare verlichting en sportaccommodaties. Dit heeft gevolgen voor de kostenontwikkeling van afschrijvingen en rente, evenals voor de omvang van langlopende leningen. 

1.04 Wendbaarheid | Afschrijvingen

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.04 Wendbaarheid | Afschrijvingen
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter.

Afschrijvingen ontstaan door investeringen die over meerdere jaren worden gebruikt. Wanneer er een hoog percentage aan afschrijvingen is, zijn er slechts beperkte mogelijkheden voor ombuigingen. De stijgende afschrijvingen sluiten aan bij 1.03 Wendbaarheid | Netto investeringsquote.

1.05 Wendbaarheid | Kosten van rente

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.05 Wendbaarheid | Kosten van rente
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter.
De relatie tussen rentekosten en de schuldpositie is direct en aanzienlijk. Een hoger schuldniveau resulteert in verhoogde rentelasten, die vervolgens de financiële speelruimte voor besparingen en investeringen beperken. De stijgende kosten van rente sluiten aan bij 1.03 Wendbaarheid | Netto investeringsquote, waarbij is aangegeven dat een inhaalslag plaatsvindt van investeringen voor schoolgebouwen, wegen, bruggen, openbare verlichting en sportaccommodaties.

1.06 Wendbaarheid | Netto schuldquote [BBV]

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.06 Wendbaarheid | Netto schuldquote [BBV]
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter.
De schulden zijn vooral ontstaan door investeringen te doen waarvoor leningen zijn aangegaan om de leveranciers te betalen. Uit de grafiek blijkt dat de gemeente onder de signaalwaarde is gebleven. Een hoge schuldquote beperkt de mogelijkheden voor bezuinigingen, omdat de leningen een langdurig karakter hebben.

1.07 Wendbaarheid | Belastingcapaciteit (BBV)

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 1.07 Wendbaarheid | Belastingcapaciteit (BBV)
Interpretatie: Hoe lager, hoe beter.
De belastingcapaciteit biedt inzicht in de verhouding van de belastingdruk binnen een gemeente ten opzichte van het nationale gemiddelde. In 2025 bedragen de gemiddelde gemeentelijke woonlasten voor een meerpersoonshuishouden landelijk 1.050 euro. In de gemeente De Ronde Venen zijn deze woonlasten 1.088 euro en daarmee nagenoeg gelijk aan het landelijke gemiddelde. Als de woonlasten in een gemeente al hoger liggen dan dit gemiddelde, is de ruimte voor aanpassing beperkter.

2.01 Weerbaarheid | Exploitatieresultaat (voor mutaties reserves)

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 2.01 Weerbaarheid | Exploitatieresultaat (voor mutaties reserves)
Interpretatie: Bij twee negatieve exploitatieresultaten in drie jaar springt het licht op oranje.

In dit kengetal worden zowel incidentele als structurele lasten en baten samengevoegd. Door de mix van eenmalige en doorlopende posten ontstaat van 2020 t/m 2024 een grillig resultaat. De extra opbrengsten uit anterieure grondovereenkomsten verhogen de baten in 2026. De verkoop van maatschappelijk vastgoed levert in 2026 en 2027 eveneens eenmalige meevallers op. Deze incidentele meevaller vertalen zich in positieve exploitatieresultaten vóór mutaties in de reserves. Het volgende kengetal, “structureel exploitatieresultaat”, is exclusief eenmalige posten.

2.02 Weerbaarheid | Structurele exploitatieresultaat [BBV]

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 2.02 Weerbaarheid | Structurele exploitatieresultaat [BBV]
Interpretatie: Bij twee negatieve exploitatieresultaten in drie jaar springt het licht op oranje.

Het structureel exploitatieresultaat laat over 2020 – 2029 een grillig verloop zien. De belangrijkste oorzaak is het ‘ravijnjaar’: de geplande korting op het gemeentefonds die oorspronkelijk in 2026 zou ingaan, maar door het Rijk wordt doorgeschoven naar 2028 en later. Meer informatie hierover is opgenomen in de raadsinformatiebrief 'Uitkomsten meicirculaire gemeentefonds 2025' van juni 2025.

2.03 Weerbaarheid | Eigen vermogen ten opzichte van de baten

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 2.03 Weerbaarheid | Eigen vermogen ten opzichte van de baten
Interpretatie: Een evenwichtige benadering is essentieel om enerzijds voldoende reserves te behouden voor onvoorziene risico's, en anderzijds te vermijden dat er onnodig geld wordt opgepot dat ten goede zou kunnen komen aan de inwoners. 
Deze indicator wordt vooral beïnvloedt door het verrekenen van incidentele baten en lasten en het financieel resultaat.

2.04 Weerbaarheid | Solvabiliteitsratio [BBV]

Terug naar navigatie - Financieel dashboard - 2.04 Weerbaarheid | Solvabiliteitsratio [BBV]
Interpretatie: Hoe lager, hoe hoger de schuldenpositie.
Dankzij de opbrengsten van anterieure overeenkomsten en verkoop van maatschappelijk vastgoed en begrotingsoverschotten in 2026 en 2027 stijgt de solvabiliteit naar 18 procent in 2027. De daling vanaf 2028 is te wijten aan het doorschuiven van het 'ravijnjaar' van 2026 naar 2028.

Kerngegevens 2022 -2026

Terug naar navigatie - Kerngegevens 2022 -2026 - Kerngegevens
  Realisatie 2022 Realisatie 2023 Realisatie 2024 Prognose 2025 Prognose 2026
Inwoners          

Aantal per 1 januari

44.955 45.572 45.813 45.924 46.040

Bevolkingsgroei

617 241 111 116 120

Aantal per 31 december

45.572 45.813 45.924 46.040   46.160
Woningen          

Aantal per 1 januari

18.721 18.872 19.039 19.070 19.120

Woninggroei

151 167 31 50 50

Aantal per 31 december

18.872 19.039 19.070  19.120  19.170
Huishoudens op 1 januari          
Eenpersoonshuishoudens 6.064 6.189 6.338 6.400 6.450
Meerpersoonshuishoudens 13.393 13.559 13.625 13.700 13.750
Totaal huishoudens 19.457 19.748 19.963  20.100 20.200 
Economische structuur          
Aantal vestigingen van bedrijven (Bron: LISA) 6.330 6.740 7.020 - -
Aantal banen van fulltimers, parttimers en uitzendkrachten (Bron: LISA) 18.810 19.090 19.300 - -