Jaarverslag 2021 | Paragrafen

Lokale heffingen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Het heffen van lokale belastingen en heffingen stelt de gemeente in staat om maatschappelijke voorzieningen op een evenwichtige wijze in stand te houden. Daarnaast stellen belastingen en heffingen de gemeente in staat maatschappelijke kosten door te belasten aan specifieke veroorzakers, zoals bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. 

 

Onze lokale heffingen zoals onroerendezaakbelasting en toeristenbelasting behoren tot één van de laagste in de provincie Utrecht.

 

De belastingtaken zijn uitbesteed aan Gemeentebelastingen Amstelland. Het gaat om taken op het gebied van de uitvoering van de Wet WOZ, de heffing en invordering van de volgende belastingen:

  • onroerendezaakbelastingen
  • roerende zaakbelasting
  • afvalstoffenheffing
  • rioolheffing
  • hondenbelasting
  • forensenbelasting
  • toeristenbelasting
  • Bedrijveninvesteringszones.

Meerjarig overzicht van de opbrengsten van lokale heffingen (bedragen x € 1.000)

Terug naar navigatie - Meerjarig overzicht van de opbrengsten van lokale heffingen (bedragen x € 1.000)
Nr. Naam van de heffing 2018 2019 2020 2021
1 Onroerendezaakbelasting voor woningen 5.579 5.955 5.760 5.886
2 Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen 2.064 2.031 2.049 2.957
3 Rioolheffing 4.590 4.799 4.938 5.028
4 Afvalstoffenheffing 3.702 3.830 4.648 5.817
5 Precariobelasting 2.262 2.261 2.261 2.261
6 Leges wonen en bouwen 1.741 1.716 2.512 1.765
7 Leges burgerzaken 849 580 470 557
8 Begraafplaatsrechten 327 348 354 287
9 Forensenbelasting 245 271 249 297
10 Landtoeristenbelasting 166 228 159 215
11 Watertoeristenbelasting 52 42 52 78
12 Hondenbelasting 167 171 164 161
13 Overige leges 144 165 161 136
14 Roerende zaakbelasting 80 81 75 77
15 Bedrijveninvesteringszones (BIZ)  55 86 112 110
16 Marktgelden 49 9 8 9
17 Parkeerheffingen 8 13 35 13

Onroerendezaakbelasting voor woningen en niet-woningen

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelasting voor woningen en niet-woningen

Gemeenten heffen belastingen op onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen om een deel van hun taken te bekostigen. De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn de grootste eigen inkomstenbron van gemeenten en bedragen gemiddeld 8 procent van de totale gemeentelijke inkomsten. De tarieven 2021 van de onroerendezaakbelastingen zijn vastgesteld in de raad van december 2020. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde).

 

In 2021 is een opbrengst gerealiseerd van € 5.886.000 van woningen en € 2.957.000 van niet-woningen. Deze opbrengsten sluiten aan bij de bijgestelde raming 2021.

Onroerendezaakbelastingen en de relatie met de algemene uitkering

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen en de relatie met de algemene uitkering

Alle gemeenten ontvangen van het Rijk een algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit is de belangrijkste inkomstenpost voor iedere gemeente. Voor De Ronde Venen gaat het om 58,8 miljoen euro. De hoogte van dit bedrag bestaat uit een genormeerd kosten georiënteerd bestanddeel waarvan de genormeerde OZB-inkomsten worden afgetrokken. Het kosten georiënteerde bestanddeel wordt bepaald door verschillende variabelen; aantal inwoners en woningen, leeftijdsopbouw, aantal bijstandontvangers, centrumfunctie, etc.

 

Het genormeerde OZB-inkomsten bestanddeel wordt bepaald door een genormeerd landelijk uniform rekentarief over de WOZ-waarden in een gemeente. In onderstaand overzicht is de aftrekpost opgenomen voor onze gemeente voor 2021.

 

Onderdeel Woz-waarden Landelijke factor Landelijk tarief     Aftrekpost
Woningen | eigenaren 7.611.500.000 0,8 procent -0,089424 -5.444.000
Niet-woningen | eigenaren 981.500.000 0,7 procent -0,158957 -1.092.000
Niet-woningen | gebruikers [1]  900.500.000 0,7 procent -0,128105 -808.000
        -7.344.000

 

De bovenstaande drie tarieven zijn voor alle gemeenten gelijk. Verschillen tussen gemeenten in de OZB-aftrekpost worden daardoor alleen bepaald door verschillen in de waarde van onroerende zaken. De tarieven die de gemeenten werkelijk in rekening brengen bij de gebruikers en eigenaren van onroerende zaken spelen hierbij geen enkele rol. Dit betekent dat wanneer een gemeente de OZB-tarieven verhoogt of verlaagt dat geen gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft. Alleen als de waarde verandert, door hertaxatie of door nieuwbouw of sloop, verandert de algemene uitkering.

 

[1] Correctie bij niet-woningen voor woondelen conform amendement De Pater van 2006

Onroerendezaakbelastingen in vergelijking met omliggende gemeenten

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen in vergelijking met omliggende gemeenten

In onderstaande grafieken zijn de tarieven 2021 van onroerendezaakbelastingen vergeleken met omliggende gemeenten. Hierbij is gebruik gemaakt van de 'Atlas van de lokale lasten 2021'.  Deze atlas is samengesteld door een onafhankelijk onderzoeksinstituut die verbonden is aan de Rijksuniversiteit Groningen. 

 

Woningen

 

Niet-woningen

Zowel de eigenaar als de gebruiker van een niet-woning betaalt onroerendezaakbelasting. De afzonderlijke tarieven voor de eigenaar en voor de gebruiker zijn niet erg interessant voor de lastenontwikkeling. Die zeggen namelijk niets over de vraag welk deel de eigenaar of de gebruiker uiteindelijk betaalt. Immers, belasting wordt als het even kan afgewenteld. Zo zal de verhuurder van een bedrijfspand de onroerendezaakbelasting die hij moet betalen zoveel mogelijk doorberekenen in de huur. Daarom zijn de tarieven voor niet-woningen gebundeld weergegeven. 

 

 

 

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Uitgangspunten:

  • De rioolheffing is 100% kostendekkend.
  • De rioolheffing wordt geheven van eigenaren van woningen en niet-woningen en bedraagt € 216,60 per perceel.
  • De verordening op de heffing en invordering rioolheffing is zo opgebouwd dat alle eigenaren van panden met een WOZ-waarde hoger dan € 30.000 rioolheffing moeten betalen om de gemeentelijke watertaken te kunnen bekostigen. Deze watertaken zijn het inzamelen van afvalwater, verwerken van hemelwater en het treffen van maatregelen om structureel grondwateroverlast te voorkomen. Dus het gaat niet alleen om het object maar over de waterhuishouding binnen de gehele gemeente.
  • Bij een waterverbruik boven de 300 kuub ontvangt de gebruiker een aanslag voor het meerverbruik.

 

Specificatie rioolheffing (bedragen maal € 1.000)
  Begroting 2021 Rekening 2021 Verschil
Opbrengsten:      
  • Rioolheffing
4.990 5.028 38
Totaal opbrengsten 4.990 5.028 38
Kosten:      
  • Directe kosten
3.386 3.274 -112
  • Verrekening met voorziening rioolheffing
221 371 150
  • Toegerekende kosten overhead, BTW e.d.
1.383 1.383 0
Totaal kosten 4.990 5.028 38
Dekkingspercentage 100% 100% 100%

 

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Uitgangspunten:

  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
  • De afvalstoffenheffing wordt geheven van gebruikers van eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens en recreanten.
  • De volgende tarieven zijn gebruikt in 2021:
    • Eenpersoonshuishouden en recreatiewoningen € 256,20
    • Meerpersoonshuishouden € 332,40
    • Extra container 140 liter (grijs) € 150,00
    • Extra container 240 liter (grijs) € 195,60

 

Specificatie afvalstoffenheffing (bedragen maal € 1.000)
   Begroting 2021 Rekening 2021 Verschil
Opbrengsten:      
  • Afvalstoffenheffing
5.792 5.817 25
  • Overige opbrengsten
354 582 228
Totaal opbrengsten 6.146 6.399 253
Kosten:      
  • Directe kosten
4.551 4.739 188
  • Verrekening met voorziening afvalstoffenheffing
77 142 65
  • Toegerekende kosten overhead, BTW e.d.
1.518 1.518 0
Totaal kosten 6.146 6.399 253
Dekkingspercentage 100% 100% 100%

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

2021 is het laatste jaar voor precariobelasting nutsnetwerken. Landelijk is bepaald dat de gemeenten die op 10 februari 2017 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, tot uiterlijk 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken mogen heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. 

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen één op één te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente. 

 

Personen die, zonder dat ze hun hoofdverblijf in de gemeente hebben, meer dan negentig dagen per jaar een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben voor zichzelf of voor hun gezin, betalen forensenbelasting.  De aanslag wordt opgelegd aan degene die de gemeubileerde woning tot zijn beschikking heeft. De WOZ-waarde dient als grondslag voor de heffing. De opbrengst voor 2021 is € 297.000.

Land- en watertoeristenbelasting

Terug naar navigatie - Land- en watertoeristenbelasting

Er zijn twee vormen van toeristenbelasting:

  1. Een ‘gewone’ toeristenbelasting voor het verblijf in hotels, pensions, recreatiewoningen, tenten en caravans;
  2. Een watertoeristenbelasting voor het verblijf op vaartuigen in het gemeentelijk watergebied.

 

De landtoeristenbelasting wordt geheven als algemeen dekkingsmiddel en als een bijdrage in de lasten van gemeentelijke voorzieningen door personen die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. De wettelijke basis is de gemeentewet en de Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting. Op grond van de verordening is per persoon en per overnachting een bedrag verschuldigd. De opbrengst voor 2021 is € 215.000.

 

Ook watertoeristenbelasting wordt geheven als algemeen dekkingsmiddel en als een bijdrage in de lasten van gemeentelijke voorzieningen door personen die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. De wettelijke basis is de gemeentewet en de Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting. Op grond van de verordening is per gemiddeld aantal personen en per gemiddeld aantal dagen dat verblijf op het water wordt gehouden een bedrag verschuldigd. De opbrengst voor 2021 is € 78.000.

 

In onderstaande grafiek zijn de tarieven 2021 opgenomen van toeristenbelasting van gemeenten binnen de provincie Utrecht.

(Bron: Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden)

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Hondenbelasting

De hondenbelasting wordt geheven voor het houden van een hond. Het aantal honden bepaalt de omvang van deze belasting. Voor 2021 waren de tarieven: € 64,03 per hond en € 291,76 per kennel. De opbrengst voor 2021 is € 161.000.

 

De hondenbelasting is een belasting die, net als de OZB, naar de algemene middelen van de gemeente vloeit. Dat neemt niet weg dat deze inkomsten voor honden voornamelijk worden gebruikt voor de hieraan gerelateerde kosten.

Ontwikkeling woonlasten voor inwoners

Terug naar navigatie - Ontwikkeling woonlasten voor inwoners

In de onderstaande tabel zijn de gemeentelijke woonlasten 2021 opgenomen van een meerpersoonshuishouden. De OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing vormen samen de gemeentelijke woonlasten voor huishoudens. 

 

Nr. Omschrijving 2021
1 OZB-lasten bij gemiddelde WOZ-waarde van € 399.000 306
2 Rioolheffing 217
3 Afvalstoffenheffing 332
4 Teruggaaf precario -40
5 Totale gemeentelijke woonlasten voor een meerpersoonshuishouden 815
     
  Landelijk gemiddelde (Bron: COELO) 811

 

Er is een benchmark samengesteld over de woonlasten van de gemeenten in de provincie Utrecht. Hiermee geven we inzicht in de onderlinge verschillen tussen de gemeenten in de gemeentelijke woonlasten (ozb, riool- en afvalstoffenheffing). Hieruit blijkt dat de gemeente De Ronde Venen bij de goedkopere gemeenten hoort. 


Ontwikkeling belastingdruk voor ondernemers

Terug naar navigatie - Ontwikkeling belastingdruk voor ondernemers

Bij het vaststellen van de programmabegroting 2021 is het amendement “Ondernemers in beeld” aangenomen. Op basis van dit amendement zijn de lokale lasten voor de ondernemer in De Ronde Venen (zoveel mogelijk) in beeld gebracht. De lokale heffingen voor ondernemers bestaan uit:

  • OZB niet-woningen,
  • rioolheffing
  • afvalstoffenheffing
  • marktgelden
  • Bedrijven investeringszone (BIZ)-bijdrage.

Het geld van de bijdragen Bedrijven Investeringszone wordt gebruikt om de bedrijfsomgeving veilig en aantrekkelijk te maken. Bijvoorbeeld door maatregelen tegen graffiti of voor een betere bereikbaarheid. Hiervoor krijgt een stichting geld in de vorm van een subsidie van de gemeente. Deze regeling geldt voor het centrum Mijdrecht.

 

Er zijn ook lokale heffingen die niet ten laste komen van de ondernemers maar wel via de ondernemer worden geheven, dat zijn land- en watertoeristenbelasting.

 

Ondernemers worden ingedeeld naar:

  • winkel
  • kantoor
  • hotel
  • agrarisch bedrijf
  • groothandel
  • productiebedrijf.

Door de variatie in ondernemers ontstaan verschillen in de gemiddelde WOZ-waarden, waterverbruik en afval. Hierdoor is er geen benchmark beschikbaar op gemeentelijk niveau. Van de lokale lasten is de onroerendezaakbelasting de belangrijkste voor ondernemers. Uit de vergelijking met omliggende gemeenten blijkt dat we een laag tarief hanteren. 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Niet iedere inwoner van De Ronde Venen is in staat om de gemeentelijke belastingen en heffingen te betalen. Onder bepaalde voorwaarden kan kwijtschelding worden verleend voor:

  1. Onroerendezaakbelasting;
  2. Belasting op roerende ruimten;
  3. Afvalstoffenheffing;
  4. Rioolheffing;
  5. Hondenbelasting (kwijtschelding is beperkt tot één hond).

 

Voor kwijtschelding van lokale heffingen is € 144.000 besteed in 2021. Dit was in 2020 € 107.000. In 2021 zijn extra kosten gemaakt voor kwijtschelding vanwege de toeslagenaffaire kinderopvang en de coronacrisis. De kosten van kwijtschelding zijn verantwoord in domein 1 | Sociaal domein onder programma 6.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Als gemeente brengen we zoveel mogelijk relevante risico’s die we lopen in beeld, zodat we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven ernaar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. Daarvoor stimuleren we het risicobewustzijn van medewerkers en het tijdig treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van risico’s. Als toch een financieel risico zich voortdoet dan kunnen we het weerstandsvermogen inzetten. De geactualiseerde verhouding tussen risico's en de mogelijkheid om deze te kunnen opvangen vanuit het weerstandsvermogen is "uitstekend".

 

Er zijn twee kanttekeningen bij de bovenstaande beoordeling:

  1. We zien dat in de komende jaren de schuldenpositie toeneemt door investeringen en incidentele projecten.
  2. Schommelingen in de belangrijkste inkomstenbron, te weten de algemene uitkering, die doorwerken in de mogelijkheden in de ambities en financiële positie van onze gemeente. Denk hierbij aan het systeem van "samen de trap op en af", een voorgenomen stelselwijziging en daarmee een herverdeling, de omvang van de bijdragen voor jeugd, woningbouw e.d. 

Beleidskader voor weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Beleidskader voor weerstandsvermogen en risicobeheersing

We willen een gezonde financiële positie om voldoende slagkracht te hebben voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat vergt niet alleen een structureel sluitende begroting en jaarrekening, maar daarnaast voldoende weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's. Informatie over de financiële positie, het weerstandsvermogen en de risico's zijn beschreven in deze paragraaf.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
  • Landelijk is bepaald dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing vijf kengetallen worden opgenomen. De kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie. Deze kengetallen hebben geen functie als normeringsinstrument, maar zijn juist bedoeld om de gemeentelijke financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken en de onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten te vergroten.
  • De gezamenlijke toezichthouders hebben aan de kengetallen signaleringswaardes toegekend. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) horen. Hierbij geldt dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest risicovol.
  • In overleg met de auditcommissie is het kengetal 'afschrijvingen' voor de eerste keer toegevoegd in deze verantwoording.

 

Nr. Kengetal 2018 2019 2020 2021 Signaal 2021
1 Netto schuldquote 63% 80% 45% 51% A
2 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 61% 78% 43% 49% A
3 Solvabiliteitsratio 32% 25% 26% 31% B
4 Structurele exploitatieruimte 1,3% -1,6% -1,8% 2,9% A
5 Grondexploitatie 14% 19% -2% -3% A
6 Belastingcapaciteit 89% 77% 97% 100% B
7 Afschrijvingen x € 1.000 3.686 4.021 4.128 4.099  
8 Afschrijvingen uitgedrukt in een percentage t.o.v. de lasten 4,1% 4,2% 3,3% 4,1%  

Toelichting:

  1. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft dus een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. 
  2. De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, zoals het startersfonds SVn, vertoont hetzelfde beeld als bij het vorige kengetal.
  3. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente.
  4. Voor de structurele exploitatieruimte geldt: hoe hoger het percentage, hoe beter. Als de baten structureel hoger zijn dan de structurele lasten geeft dit meer slagkracht om maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
  5. De boekwaarde van de voorraden grond worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Het aandeel van boekwaarde van grondexploitaties ten opzichte van de baten neemt in 2021 toe naar -3 procent. Dit komt door de verkoopopbrengsten in 2021.  
  6. De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde in 2021 is € 811 aan gemeentelijke woonlasten van een meerpersoonshuishouden. Onze woonlasten sluiten hierop nagenoeg op aan. 
  7. De afschrijvingen nemen toe door de uitgevoerde investeringen van € 3,6 miljoen in 2018 naar € 4,0 miljoen in 2021.
  8. Zie de toelichting bij onderdeel 7.

Ontwikkeling investeringsplafond met een maatschappelijk nut

Terug naar navigatie - Ontwikkeling investeringsplafond met een maatschappelijk nut
  • Bij het behandelen van de Kadernota 2018 is een amendement aangenomen om te komen tot een investeringsplafond voor investeringen met een maatschappelijk nut. Door aanpassing van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten zorgen deze investeringen namelijk voor nieuwe kosten van afschrijvingen en rente in het meerjarenperspectief. Bij investeringen met een maatschappelijk nut gaat het om investeringen in de openbare ruimte: (water)wegen, straten, pleinen, viaducten, geluidswallen, parken en openbare verlichting.
  • Basis voor de norm:
    • Door onszelf een norm op te leggen die gebaseerd is op het investeringsvolume in relatie tot de onbenutte belastingcapaciteit ontstaat automatisch een waarschuwingsmechanisme. Dit mechanisme houdt in dat naarmate er minder onbenutte belastingcapaciteit is – en dus minder mogelijkheden om meer inkomsten te genereren – er minder risico’s genomen kan worden op het gebied van investeringen.
    • Als maatstaf voor het investeringsvolume werkt daarbij het beste om uit te gaan van de totale boekwaarde van investeringen met een maatschappelijk nut. Immers, de boekwaarde en daarmee het risico voor de gemeente loopt ieder jaar per investering af. Zo ontstaat er bij een continu onderhoudscyclus steeds ruimte voor vervangingsinvesteringen. Aangezien we vanaf 2017 zijn begonnen met het activeren van investeringen met een maatschappelijk nut is er nog geen sprake van een continu niveau.
    • Het is niet aannemelijk dat de raad besluit om in enig jaar de volledige onbenutte belastingcapaciteit in te zetten. Daarom is deze belastingcapaciteit op 50% gesteld maal de factor 7. We zijn de eerste gemeente die een investeringsplafond koppelen aan de onbenutte belastingcapaciteit.
  • In 2021 is het investeringsplafond besproken in de auditcommissie en daarin is aangegeven om vooralsnog de huidige werkwijze voort te zetten. Wel met de aanvulling om het totaal van afschrijvingen op te nemen bij de financiële kengetallen.
  • Door onze ambities in de openbare ruimte is er sprake van een oplopende omvang van de boekwaarden van investeringen met een maatschappelijk nut. Hierdoor overschrijden we vanaf 2022 onze eigen norm. Hiervoor doen we een voorstel in 2022.

 

Relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen

Terug naar navigatie - Relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen

In het Treasurystatuut 2018 - 2021 is opgenomen dat in zowel de begroting als in de verantwoording inzicht wordt verstrekt tussen de relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen. Dit is van belang om inzicht te geven of op termijn de aflossingen ongeveer gelijk gaan lopen met de afschrijvingen. 

 

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de kosten van afschrijvingen en aflossingen steeds meer naar elkaar toegroeien. Dit komt door enerzijds het aflopen van bouwgronden in exploitatie en anderzijds het afstemmen van duur van langlopende leningen aan de afschrijvingsduur van investeringen.

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen
    2020 2021
1 Beschikbare weerstandscapaciteit 28.558.000 33.795.000
2 Risico's 10.138.000 10.575.000
3 Ratio weerstandsvermogen 2,8 3,2

 

Een ratio hoger dan 2 wordt bestempeld als uitstekend.

Beschikbare weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsvermogen

De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen en mogelijkheden om niet begrote, onvoorziene en (mogelijk) materiële kosten te dekken. De weerstandscapaciteit kan structureel en incidenteel van aard zijn. Incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit het vermogen van de gemeente om eenmalige risico’s te dekken, zonder dat dit invloed heeft op het bestaande beleid. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die permanent kunnen worden ingezet om risico’s af te dekken zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van het beleid.

 

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

 De beschikbare weerstandscapaciteit is € 33.795.000 voor het jaar 2021. De berekening is opgenomen in onderstaande tabel.

 

Berekening beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2022 - 2025 (bedragen x € 1.000)
    2020 2021
1 Resultaat 2020 - 2021 -1.535 4.615
2 Algemene reserve 18.676 16.992
3 Onbenutte belastingcapaciteit 7.500 7.900
4 Stille reserves 3.917 4.288
  Totaal 28.558 33.795

 

Toelichting:

  1. Hier zijn de opgenomen de resultaten van 2020 en 2021.
  2. De algemene reserve is het niet-bestemde deel van het eigen vermogen van de gemeente. De algemene reserve speelt een belangrijke rol in de weerstandscapaciteit van de gemeente en in het opvangen van incidentele kosten.
  3. De gemeente kan structureel (extra) middelen genereren door belastingen te verhogen en heffingen meer kostendekkend te maken (voor zover daar nog mogelijkheden voor bestaan). Het structureel genereren van extra middelen kan worden ingezet om de weerstandscapaciteit te versterken. De belastingruimte is hoofdzakelijk te vinden bij de onroerendezaakbelasting, omdat kostendekkende tarieven het uitgangspunt is bij de rioolheffing en afvalstoffenheffing. De onbenutte belastingcapaciteit van € 7.900.000 is afgeleid uit de norm die het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor 2021 hanteert voor het aanvragen van financiële steun.

  4. De stille reserves worden gevormd door de voorraden grond waarvan de taxatiewaarde hoger ligt dan de boekwaarde. Deze reserves zijn van betekenis in relatie tot het balanstotaal, dan wel de financiële positie. De omvang van de stille reserves bedraagt per per 31 december 2021 € 4.288.000. Zie hiervoor de paragraaf Grondbeleid. Naast de voorraden grond bezit de gemeente aandelen van de BNG Bank en Vitens. Deze kunnen op termijn verkocht worden. Doordat de aandelen van deze partijen in het bezit zijn van het Rijk, provincies en gemeenten is hiervoor geen ‘markt’. Hierdoor wordt volstaan met een melding in deze paragraaf.

 

Top tien van de risico's

Terug naar navigatie - Top tien van de risico's

In het onderstaande overzicht is de top tien van de totale risico-inventarisatie opgenomen. Daarnaast zijn onder nummer 11 de overige risico's (totaal 41) samengevoegd.

 

Samenvatting kwantificering – bedragen x € 1.000
  Onderwerp Gemiddeld Beheersmaatregelen
1 Algemene uitkering  2.000 Ontwikkelingen vanuit het Rijk worden nauwlettend gevolgd.
2 Cybercrime - gijzeling van informatie en systemen 500

Toepassen van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheden) en dan met name:

  • Vergroten informatieveiligheidsbewustzijn van de medewerkers
  • Toepassen van Multi Factor Authenticatie
  •  Segmentering van het computernetwerk
  • Toepassen van firewall-technieken
  • Toepassen van NAC-technieken (Network Access Control)
  • Toepassen van patch- en hardenings-management
  • Monitoren van beheer-accounts (gepland 2022)
3 Cybercrime - Overig (o.a. fraude, phisingmails, schade aan buiten installaties en software) 500 Toepassen van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheden) en dan met name:
  • Vergroten informatieveiligheidsbewustzijn van de medewerkers
  • Toepassen van actuele endpoint-bescherming
  • Toepassen van een email-‘wasstraat’
  • Toepassen van ‘vier-ogen’-principe bij financiële transacties
  • Toepassen van software-whitelisting op de gemeentelijke apparaten
4 Extra onvoorziene personele uitgaven, vanwege toenemend verzuim, afname van kennis door verloop, toenemende complexiteit van taken en betaling WW door de reorganisatie. 500 Focus op het voorkomen van verzuim door aandacht voor goede werkomstandigheden en - werkrelaties. Bij ziekte vroegtijdig aandacht voor herstel en begeleiding terug naar werk. Door opleidings- en ontwikkelmogelijkheden en toepassing van arbeidsvoorwaarden voorkomen dat medewerkers de organisatie vroegtijdig verlaten. Bij reorganisatie in overleg met de betreffende medewerker op zoek gaan naar passende werkzaamheden binnen of buiten de organisatie.
5 Revitalisering en huurkwestie woonwagens 500 Aan de hand van een extern onderzoek de behoeftestelling voor de 2e en 3e generatie vaststellen
6 Openeinderegelingen sociaal domein - Jeugdwet 450 Gebruik sociale basis versterken en meer regie voeren op inzet jeugdhulp
7 Terugbetaling na verantwoording doeluitkeringen vanwege fouten, ziekte, nalatigheid, niet behalen van het doel of andere omstandigheden. 400 Kennis over verantwoording doeluitkeringen en werkwijzen breder delen. 
8 Financiering 300
  • Spreiding van leningenportefeuille.
  • Periodiek overleg met de bank
9 Openeinderegelingen sociaal domein - Regeling Participatiewet /Werk en inkomen  250 Inzet op snelle uitstroom van het bijstandsbestand.
10 Openeinderegelingen sociaal domein - Wet WMO 225

In 2021 in is een nieuw normenkader voor huishoudelijke hulp ingevoerd.

11 Overige risico's 4.950 Dit betreft de kwantificering van de overige 41 risico's.
  Totaal 10.575  

Onderhoud kapitaalgoederen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

In 2021 is op verschillende fronten gewerkt aan wegen, bruggen, openbare verlichting, openbaar groen en ons maatschappelijk vastgoed om daarmee een bijdrage te leveren aan een veilige en prettige woon- en werkomgeving.

Wegen | Beleid

Terug naar navigatie - Wegen | Beleid

 

  • Het wegenbeheerplan 2018 - 2022 is opgesteld op basis van assetmanagement en is een leidraad voor het wegenbeheer in deze periode.
  • Jaarlijks wordt er een risicoanalyse opgesteld om de (nieuwe) prioritering voor het wegenonderhoud op te stellen.
  • Onder het onderdeel wegen vallen ook de civieltechnische kunstwerken. Hiervoor heeft de raad in november 2019 een beheerplan 2020 - 2024 vastgesteld op basis van assetmanagement.
  • Het beleidsplan openbare verlichting 2020 - 2024 is in december 2019 door de raad vastgesteld.

Wegen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Wegen | Uitvoering

In 2021 is er voor de wegen het volgende gebeurd:

  • Reconstructie Hoofdweg Waverveen. De werkzaamheden zijn begin 2021 gestart. Vervolgens is het werk na enige tijd stilgelegd door slechte prestaties van de aannemer. Dit heeft ertoe geleidt dat de opdracht is teruggetrokken en dat er opnieuw een aanbesteding moest plaatsvinden. Deze aanbesteding loopt door tot februari 2022. In 2022 zijn de werkzaamheden gereed;
  • Reconstructie Bovendijk. Vanuit de Flora- en Faunawet moeten maatregelen getroffen worden voor de bescherming van vleermuizen. Hierdoor kan de oorspronkelijke planning niet gehaald worden. De start van de werkzaamheden staat gepland voor april 2022;
  • Reconstructie Ringdijk 2e Bedijking. In de voorbereidende fase zijn we tegen een aantal zaken opgelopen wat de doorlooptijd van dit project niet ten goede is gekomen en komt. De laatste hiervan is dat uit de quick scan Flora en Fauna is gebleken dat nader onderzoek nodig was naar de waterspitsmuis en de vleermuis. Hieruit bleek dat er een ontheffing moet worden aangevraagd voor het werken in gebied waar de waterspitsmuis leeft. Doorlooptijd hiervan is minimaal 26 weken. Dat betekent dat de uitvoering van deze weg pas in het 3e kwartaal van 2022 kan worden opgepakt. Omdat de reconstructie Bovendijk al eerder start, en beide projecten niet gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd in verband met de bereikbaarheid, start de uitvoering na gereedkomen van de Bovendijk. Dat wordt medio 2023;
  • Voorbereiding reconstructie Baambrugse Zuwe is nog niet gestart.

In 2021 zijn de volgende werkzaamheden gedaan aan de volgende bruggen (kunstwerken): 

  • De Overzetbrug (beweegbare brug) is in uitvoering. De laatste werkzaamheden worden begin 2022 afgerond;
  • De Gemeenlandsevaartbrug (beweegbare brug) heeft in een nieuw brugdek gekregen. De werkzaamheden aan de installaties worden begin 2022 (voor het vaarseizoen) uitgevoerd;
  • De Botsholsebrug (beweegbare brug) wordt geheel in 2022 uitgevoerd;
  • Diverse betonnen en houten vaste bruggen zijn vernieuwd.

In 2021 is het volgende gedaan aan openbare verlichting:

  • Voor de openbare verlichting is er in 2021 een groot deel van de buitenwegen en de wijk Molenland verled.
  • Er zijn circa 350 masten en circa 1.300 armaturen vervangen.

Wegen | Financiën

Terug naar navigatie - Wegen | Financiën

De exploitatiekosten van wegen, kunstwerken en openbare verlichting zijn opgenomen in programma 2 "Verkeer, vervoer en waterstaat". Van de investeringsbudgetten is in 2021 € 3,2 miljoen euro besteed aan o.a. reconstructie Hoofdweg Waverveen, voorbereiding reconstructie Bovendijk en Ringdijk 2e Bedijking, afrondende werkzaamheden reconstructie Pieter Joostenlaan, vervanging diverse bruggen en vervanging masten en armaturen openbare verlichting (zie investeringsrapportage).

Riolering | Beleid

Terug naar navigatie - Riolering | Beleid

Een goede riolering draagt bij aan de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Met het gemeentelijk rioleringsplan (geactualiseerd en vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 2017) geeft de gemeente aan hoe zij op een doelmatige manier omgaat met de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.

Riolering | Uitvoering

Terug naar navigatie - Riolering | Uitvoering

Het onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel omvat onder meer het reinigen, ontstoppen en repareren van riolen, dagelijks beheer van rioolgemalen en het vegen van straten. De renovatiewerkzaamheden aan de riolering zijn voorbereid en aanbesteed. De daadwerkelijke uitvoering van de renovatiewerkzaamheden vindt in 2022 plaats. 

Riolering | Financiën

Terug naar navigatie - Riolering | Financiën

In het budgetoverzicht van programma 7 "milieu en duurzaamheid" zijn de jaarlijkse kosten en opbrengsten van riolering opgenomen. Zoals blijkt uit de paragraaf Lokale heffingen zijn de tarieven van rioolheffing kostendekkend.

Water | Beleid

Terug naar navigatie - Water | Beleid

Water is van grote betekenis voor maatschappij, mens en milieu. Om "droge voeten" te houden is het van belang dat de gemeente haar watergangen goed beheert. Dit betekent dat de watergangen tijdig gebaggerd en geschoond moet worden. Daarnaast moet de gemeente de oevers in stand houden. Het waterschap stelt door middel van haar Keur eisen aan de watergangen. De gemeente heeft ontvangstplicht voor de vrijgekomen bagger en maaisel. Het huidige beleid beperkt zich op calamiteitenonderhoud van beschoeiingen en baggeren.

Water | Uitvoering

Terug naar navigatie - Water | Uitvoering

Uitgevoerd in 2021:

  • Voor de beschoeiingen zijn alleen de calamiteiten uitgevoerd.
  • De watergangen zijn geschoond van vegetatie.
  • De vrijgekomen bagger is verwerkt, conform de wettelijke ontvangstplicht.

Groen | Beleid

Terug naar navigatie - Groen | Beleid

 

Hoe we met ons openbaar groen om willen gaan en wat we belangrijk vinden, is vastgelegd in het groenbeleidsplan 2017 - 2040. We zijn bezig met een plan hoe dit uitgewerkt kan worden in beheer.

Het thema klimaatadaptatie en de bewustwording van het belang van groen heeft in 2021 aandacht gekregen.

Groen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Groen | Uitvoering

In 2021 zijn diverse werkzaamheden voor groen verricht:

  • Het reguliere onderhoud aan het groen en de bomen is uitgevoerd.
  • De resultaten van het natuurvriendelijker bermbeheer in Abcoude zijn veelbelovend en dit gaan we continueren. Ook op de overige locaties blijven we de bloemrijke soorten stimuleren. We zijn er nog lang niet, maar de verbeterpunten zijn duidelijk zichtbaar. Het is wenselijk dit ook na 2022 voort te zetten.
  • Er is uitvoering gegeven aan het vervangingsplan voor populieren. Populieren die aan het einde van hun levensduur zijn en een slechte toekomstverwachting hebben zijn vervangen.
  • We hebben de Japanse duizendknoop op verschillende locaties bestreden, met als resultaat dat de oppervlakte met Japanse duizendknoop op deze plekken niet is toegenomen.

Groen | Financiën

Terug naar navigatie - Groen | Financiën

In programma 5 Cultuur, recreatie en sport zijn de kosten voor onderhoud van openbaar groen en speelvoorzieningen opgenomen. Het wordt steeds lastiger om met het beschikbare structurele budget het reguliere en vervangingsonderhoud van het groen te dekken. Het is nodig gebleken dat het incidentele budget nodig was om dit op te vangen. We hebben te maken met een bomenbestand met relatief veel oude bomen en ook de beplanting is verouderd.

Naast de structureel beschikbare budgetten voor onderhoud hebben we in 2021 met de incidenteel beschikbare (extra) budgetten de (extra) activiteiten kunnen uitvoeren, die zijn vermeld bij de uitvoering.

Gebouwen | Beleid

Terug naar navigatie - Gebouwen | Beleid

De nota Vastgoed is in 2017 vastgesteld en wordt uitgevoerd. In 2021 zijn de Duurzame Meerjarige Onderhoud Plannen (DMJOP) opgemaakt. Op basis van dit DMJOP worden beheerplannen opgesteld voor de gemeentelijke gebouwen. Duurzaamheid is in deze DMJOP opgenomen en wordt planmatig opgepakt. In 2022 worden de DMJOP's en de beheerplannen aan de gemeenteraad aangeboden met de daarbij behorende dotaties. Deze plannen vormen het beleid voor de komende jaren.

Gebouwen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Gebouwen | Uitvoering

Stand van zaken:

  1. Jaarplan planmatig en preventief onderhoud is grotendeels uitgevoerd;
  2. De toekomstige meerjaren onderhoudsplannen zijn gebaseerd op basis van de werkelijk staat van het object in plaats van een theoretische levensduur;
  3. Het verbeteren van de toegankelijk van onze objecten in het kader van de inclusieve samenleving is in uitvoering;
  4. Preventief onderhoudscontract klimaatinstallaties gemeentehuis is met een jaar verlengd;
  5. Groot onderhoud kazerne Mijdrecht heeft plaatsgevonden, zonnepanelen worden in 2022 geplaatst;
  6. Voorbereidingen groot onderhoud kazernes Wilnis en Vinkeveen zijn opgepakt uitvoering in 2022;
  7. Voorbereiding nieuwbouw kazerne Abcoude is gestart;
  8. Er is uitvoering gegeven aan verduurzamingsmaatregelen in onze objecten;
  9. Inzet gepleegd op de klimaatinstallaties van onze gebouwen in het kader van covid preventie;
  10. Onderzoek naar de geschiktheid van dakconstructies voor de plaatsing van zonnepanelen is afgerond en uitvoeringsplan voor plaatsing zonnepanelen wordt in 2022 gemaakt;
  11. Onderzoek gedaan naar de elektrotechnische installaties van ons gebouw in het kader van de NEN 3140 (wettelijke keuring);
  12. Werkzaamheden kerktorens zijn afgerond;
  13. Bij IJsclub Baambrugge is de baan vervangen;
  14. In 2021 is het groot onderhoud voor het gebouw Tumult opgepakt en wordt in 2022 afgerond;
  15. Het planmatig onderhoud voor het Veenweidebad en sporthal De Phoenix is volgens plan uitgevoerd;
  16. De Twistvliedschool is geamoveerd ten behoeve van de toekomstige woningbouwontwikkeling.
  17. De NEN 2580 inspecties zijn gestart (verplichting tot het inmeten en oppervlaktebepaling van onze objecten).

Gebouwen | Financiën

Terug naar navigatie - Gebouwen | Financiën

In de verschillende domeinen en programma's staan toevoegingen aan de onderhoudsvoorziening "Onderhoud gemeentelijk vastgoed". Deze voorziening is toegelicht in de jaarrekening 2021. Naast deze toevoeging aan de voorziening zijn voor verschillende gebouwen budgetten ingezet voor regulier contractonderhoud, verzekeringen, energie en belastingen.

Financiering

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

De resultaten van financiering over 2021 zijn:

  • De omvang van de langlopende leningen is gedaald met 5,5 miljoen euro van 53,8 miljoen euro naar 48,3 miljoen euro.
  • We hebben voldaan aan de landelijk risicobeheersingsrichtlijnen van de kasgeldlimiet en renterisiconorm. 

Beleidskader

Terug naar navigatie - Beleidskader

Het gemeentelijke financieringsbeleid is erop gericht om:

  1. te voorzien in de financieringsbehoefte op korte en lange termijn;
  2. het beheersen van de risico’s die met deze transacties verbonden zijn;
  3. het zoveel mogelijk beperken van de rentekosten van de leningen;
  4. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

 

De uitvoering van het financieringsbeleid vindt plaats binnen de landelijke en lokale regelgeving.

  • Landelijk:
    • de Wet financiering decentrale overheden
    • de Wet houdbare overheidsfinanciën
    • de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
  • Lokaal:
    • Treasurystatuut 2018 - 2021

Risicobeheersing - Algemeen

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Algemeen

Onder renterisico wordt verstaan de onzekerheid over de hoogte van toekomstige rente uitgaven. Deze onzekerheid geldt alleen voor de nieuw aan te trekken geldleningen. Voor de periode 2022 - 2025 is rekening gehouden met 45 miljoen euro aan nieuwe langlopende geldleningen. Risico bij stijging van rentepercentage is structureel 0,3 miljoen euro. Dit bedrag is opgenomen in de risico-inventarisatie zoals weergegeven in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

 

Landelijk gelden er twee andere risicobeheersingsrichtlijnen waaraan de gemeente De Ronde Venen moet voldoen, te weten de kasgeldlimiet en renterisiconorm. Aan beide normen voldoet de gemeente De Ronde Venen.

Risicobeheersing - Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Kasgeldlimiet

Voor korte financiering (looptijd tot 1 jaar) geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. Dit risico wordt beperkt door een zogenoemde kasgeldlimiet op basis van de Wet financiering decentrale overheden. Landelijk geldt dat de omvang van de kortlopende schuld maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag zijn. Voor 2021 betekende dit een limiet van € 8.200.000. 

Berekening geldstromen en toets op de kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Berekening geldstromen en toets op de kasgeldlimiet
Berekening geldstromen en toets op de kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
    Rekening 2020 Rekening 2021
1 Kas- en banksaldi per 1 januari -12.181 10.208
  Geldstromen:    
2 Operationele activiteiten 24.622 -1.297
3 Investeringsactiviteiten -5.198 -5.196
4 Financieringsactiviteiten 2.965 -5.494
5 Kas- en banksaldi per 31 december 10.208 -1.779
6 Kasgeldlimiet 8.500 8.200
7 Ruimte onder de kasgeldlimiet 18.708 6.421
8 Overschrijding van de kasgeldlimiet  n.v.t. n.v.t.

Toelichting:

  1. Dit betreft de kas en banksaldi per 1 januari van de jaren 2020 en 2021.
  2. In de operationele activiteiten zijn onder meer verwerkt de effecten van:
    1. bouwgronden in exploitatie;
    2. inzet van reserves en voorzieningen;
    3. ontwikkelingen in de vorderingen en schulden.
  3. De bestedingen aan investeringen, de effecten van desinvesteringen en bijdragen van derden vallen onder de investeringsactiviteiten. Dit is in de balans toegelicht bij het onderdeel (im)materiële vaste activa.
  4. Hierin is opgenomen de aflossingen op de geldleningen en het aantrekken van langlopende leningen.
  5. Dit betreft de kas en banksaldi per 31 december van de jaren 2020 en 2021.
  6. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
  7. Beschikbare ruimte binnen de kasgeldlimiet.
  8. We mogen het kasgeldlimiet 2 kwartalen overschrijden. Als we ook daarna boven deze grens zitten, moeten we onze toezichthouder informeren. Dat is het college van gedeputeerde staten van Utrecht.

Risicobeheersing - Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Renterisiconorm

Bij het aantrekken van langlopende leningen moet rekening worden gehouden met de renterisiconorm. Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. Onder renteherzieningen wordt verstaan het bedrag aan leningen waarvan op grond van de leningsvoorwaarden de rente in het lopende kalenderjaar eenzijdig door de tegenpartij kan worden herzien. In de leningenportefeuille zijn er geen contracten met een eenzijdige renteherziening door de geldgever.

 

Uit onderstaande berekening blijkt dat is voldaan aan de renterisiconorm.

 

Berekening renterisiconorm 2021 (bedragen x € 1.000)
    Begroting 2021 Rekening 2021
1 Renterisiconorm (20% van oorspronkelijke begrotingstotaal) 19.200 19.200
2 Renterisico = aflossingen + renteherzieningen 5.595 5.470
3 Ruimte onder renterisiconorm 13.605 13.730

 

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Hieronder is de leningenportefeuille per 31 december 2020 en 2021 vermeld. 

 

Leningenportefeuille per 31 december 2020 en 2021 (bedragen x € 1.000)
Oorspronkelijk bedrag Geldgever Jaar van laatste aflossing Rente Saldo 31/12/2020 Aflossing Saldo op 31/12/2021
8.000 NWB Bank 2021 3,350% 800 800 0
4.000 BNG Bank 2021 2,635% 400 400 0
5.000 BNG Bank 2022 2,650% 625 500 125
2.500 BNG Bank 2023 5,045% 500 167 333
1.500 BNG Bank 2024 4,190% 300 75 225
2.500 BNG Bank 2028 5,035% 1.000 125 875
11.000 BNG Bank 2029 1,215% 6.600 733 5.867
4.000 BNG Bank 2031 4,150% 1.760 160 1.600
8.000 BNG Bank 2032 2,745% 4.800 400 4.400
4.000 BNG Bank 2033 4,560% 2.000 160 1.840
6.000 BNG Bank 2033 2,800% 3.675 300 3.375
10.000 BNG Bank 2033 2,860% 6.500 500 6.000
8.000 BNG Bank 2034 2,180% 5.500 400 5.100
10.000 BNG Bank 2039 1,062% 9.500 500 9.000
10.000 BNG Bank 2060 0,540% 9.813 250 9.562
        53.773 5.470 48.303

 

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

De Regeling schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen en beleggingen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit behoudens een drempelbedrag wat bepaald is op 0,75% van het begrotingstotaal voor het eerste en tweede kwartaal en 2,0% voor het derde en vierde kwartaal van 2021. 

 

Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. Dit verlaagt namelijk de externe financieringsbehoefte van het Rijk, waardoor het Rijk minder hoeft te financieren op de markt, hetgeen zich weer vertaalt in een lagere staatsschuld. Daarnaast verwacht het Rijk een verdere vermindering van de beleggingsrisico’s waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. De middelen die een gemeente in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.

 

We hebben een overzicht van elk kwartaal van 2021 opgenomen in de toelichting op de balans.

Rente- en treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Rente- en treasuryresultaat

De kosten van rente is in overeenstemming met landelijke verslagleggingsrichtlijnen toegerekend aan bouwgronden in exploitatie en investeringen. Er is sprake van een renter- en een treasuryresultaat. In het laatste resultaat is opgenomen de opbrengst van dividend.

 

    Rekening 2020 Rekening 2021
1 De externe rentelasten over de korte en lange financiering 1.121 1.002
2 De externe rentebaten over de korte en lange financiering -38 -138
3 Saldo 1.083 864
  Toerekening:    
4 De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -351 -18
5 Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -801 -903
6 Renteresultaat (afrondingsverschillen in de toe te rekenen rente) -69 -57
7 Ontvangen dividend BNG Bank [1] -17 -98
8 Ontvangen dividend Vitens [2] 0 0
9 Treasuryresultaat (- = voordeel en + nadeel) -86 -155

 

[1] In 2021 is € 98.000 ontvangen aan dividend over de jaren 2019 en 2020.

[2] Voor de jaren 2020 - 2023 ontvangen we geen dividend om daarmee de kosten van verouderde waterleidingen te kunnen opvangen en het verbeteren van de financiële positie van Vitens. 

Verbonden partijen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Er zijn twee vermeldenswaardige ontwikkelingen te melden over de verbonden partijen in 2021:

  1. Binnen Utrecht10 (U10) is gewerkt aan het Integraal Ruimtelijk Perspectief (IRP), fase 3 van het Ruimtelijk Economisch Programma. De gemeenteraad heeft ingestemd met het IRP als startdocument om in 2022 allianties te vormen om ruimtelijke opgaven samen ter hand te nemen.
  2. Er is overleg gevoerd om de voorgenomen Transitie recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) voor te bereiden. In januari 2022 is hierover een besluit genomen door de gemeenteraad.

Beleidskader voor verbonden partijen

Terug naar navigatie - Beleidskader voor verbonden partijen

Voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid vindt samenwerking plaats met andere partijen. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. De gemeente heeft bestuurlijke en financiële belangen in meerdere gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen. De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de mate van verbondenheid en beschrijft ontwikkelingen.

 

Bestuurlijk en financieel belang

  • Bestuurlijk belang is zeggenschap, ofwel via vertegenwoordiging in het bestuur ofwel via stemrecht. Er is sprake van bestuurlijk belang als een bestuurder of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt.
  • Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, ofwel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

 

Landelijke en lokale wet- en regelgeving

  • In de Gemeentewet staat in artikel 160, lid 2 een bepaling voor het aangaan van verbonden partijen. Deze bepaling luidt als volgt: “Het college besluit slechts tot de oprichting van en deelnemingen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Het besluit tot beëindiging van verbonden partijen wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen."
  • In de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn de bevoegdheden opgenomen voor het aangaan of beëindigen van een gemeenschappelijke regelingen. Hiervoor geldt dat de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters niet over gaan tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Dit geldt tevens voor het wijzigen of het uittreden uit een regeling.
  • In 2018 heeft de raad de nota Verbonden partijen vastgesteld. Deze nota beschrijft de aard van verbonden partijen, het kader aan wet- en regelgeving en is bedoeld als instrument voor de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. In de tweede helft van 2022 actualiseren we de Nota Verbonden Partijen. 

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

De gemeenschappelijke regelingen voeren verschillende taken en regelingen uit namens de gemeente. Per gemeenschappelijke regeling zijn gegevens opgenomen over:

  • De vestigingsplaats van de gemeenschappelijke regeling;
  • Een toelichting op het openbaar belang;
  • Aan welk domein de verbonden partij een bijdrage levert;
  • Welke deelnemers uitmaken van de gemeenschappelijke regeling;
  • Eventuele risico’s die van invloed zijn op onze (financiële) positie.

 

Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen in een totaaloverzicht "Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen". Dit betreft onder andere de gemeentelijke bijdrage, de omvang van het eigen vermogen (EV) en de omvang van het vreemd vermogen (VV). Deze twee vormen samen het totaal van een balans.

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)
Vestigingsplaats Zeist
Openbaar belang De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in te stellen en in stand te houden. De GGD-regio Utrecht is een gemeenschappelijke regeling en werd in 2013 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Namens de gemeenten voert de GGDrU de gemeentelijke verplichtingen van de Wet Publieke Gezondheid uit. Het gaat onder andere om infectieziektebestrijding, medische milieukundige zorg, SOA-bestrijding, gezondheidsbeleid en -onderzoek, toezicht kinderopvang, crisisfunctie, jeugdgezondheidszorg, rijksvaccinatieprogramma en Wmo-toezicht. Daarnaast nemen gemeenten een maatwerkpakket af. Hierin zitten voor De Ronde Venen bijvoorbeeld het Meldpunt Bezorgd en trajecten Stevig Ouderschap.
Domein Sociaal domein
Deelnemers De provincie Utrecht en de 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht
(Financiële) risico's -

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Stichtse Groenlanden

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Stichtse Groenlanden
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang Het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie en de bescherming van natuur en landschap
Domein Economie, wonen en fysieke leefomgeving
Deelnemers De gemeenten De Bilt, De Ronde Venen, Houten, Lopik, Stichtse Vecht, Nieuwegein, Utrecht, Woerden en IJsselstein, alsmede provincie Utrecht.
(Financiële) risico's

De kosten van de transitie van SGL/RMN naar een nieuwe samenwerkingsvorm en uitvoeringspartij. De kosten van onderhoudsachterstand van met name de legakkers en de zandeilanden.

Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang Het behartigen van de belangen van de gemeenten tezamen en van elke deelnemende gemeente afzonderlijk op het gebied van omgeving in de ruimste zin
Domein Economie, wonen en fysieke leefomgeving
Deelnemers De gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Woerden, Wijk bij Duurstede en Zeist
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Soest
Openbaar belang Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Daarnaast is in 1995 een NV opgericht waarvan de gemeenschappelijk regeling AVU de enige aandeelhouder is. De N.V. AVU biedt de mogelijkheid tot maatwerkcontracten waaraan niet alle gemeenten hoeven deel te nemen.
Domein Economie, wonen en fysieke leefomgeving
Deelnemers De provincie Utrecht en de 25 gemeenten binnen de provincie Utrecht
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De VRU behartigt de belangen van de gemeenten op de brandweerzorg, de organisatie van de Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio (GHOR), de rampenbestrijding, crisisbeheersing en de meldkamer. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de regionale ambulancevervoersvoorziening ten aanzien van onder meer de gemeenschappelijke meldkamer; een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing

Domein Veiligheid, bestuur, dienstverlening en financiën
Deelnemers De 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Vecht en Venen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Vecht en Venen
Vestigingsplaats Breukelen
Openbaar belang Het gezamenlijk uitvoeren van de Archiefwet en het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnenmateriaal op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis.
Domein Veiligheid, bestuur, dienstverlening en financiën
Deelnemers De gemeenten Stichtse Vecht, De Bilt, Weesp en De Ronde Venen
(Financiële) risico's

-

Gemeenschappelijke regeling Amstelland-Meerlandenoverleg

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Amstelland-Meerlandenoverleg
Vestigingsplaats Haarlemmermeer
Openbaar belang Het Amstelland-Meerlandenoverleg (AM) fungeert als platform, waardoor de zeven deelnemende gemeenten elkaar op diverse terreinen snel en effectief kunnen vinden wanneer dat nodig is. Het gebied van AM vormt de zuidflank van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en is aangewezen als deelregio binnen MRA. Het platform wordt benut om de gezamenlijke belangen van het AM-gebied te behartigen in de MRA en in de vervoersregio Amsterdam.
Domein Veiligheid, bestuur, dienstverlening en financiën
Deelnemers De gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn, De Ronde Venen, Aalsmeer en Haarlemmermeer
(Financiële) risico's

Onze bijdrage en die van de andere deelnemers wordt uitsluitend ingezet voor het organiseren van ondersteuning voor regionale overleggen. Hierdoor zijn er geen financiële risico's voor de deelnemers bij dit platform.

Gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Amstelland

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Amstelland
Vestigingsplaats Amstelveen
Openbaar belang Het vormen van een gemeenschappelijke ambtelijke belastingorganisatie die belast is met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen alsmede de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken
Domein Veiligheid, bestuur, dienstverlening en financiën
Deelnemers De gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn en De Ronde Venen. De gemeente Aalsmeer is daarnaast een rechtstreekse deelnemer van de gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Amstelland.
(Financiële) risico's -

Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen (x € 1.000)
Nr. Naam 2020 2021 [*]
    Financieel resultaat Eigen vermogen Vreemd vermogen Bijdrage gemeente Financieel resultaat Eigen vermogen Vreemd vermogen Bijdrage gemeente
1 Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU) 2.264 5.143 35.524 1.554 565 4.113 49.258 1.601
2 Recreatieschap Stichtse Groenlanden -192 4.722 5.313 470 onbekend onbekend onbekend 489
3 Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU) 126 1.158 7.863 2.716 770 1.708 3.334 2.711
4 Afvalverwijdering Utrecht (AVU) 166 696 22.327 1.449 onbekend onbekend onbekend 2.078
5 Veiligheidsregio Utrecht 2.129 17.732 47.178 2.530 3.102 23.237 62.708 2.597
6 Historisch Centrum Vecht en Venen -13 11 355 285 onbekend onbekend onbekend 305
7 Amstelland-Meerlandenoverleg n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4
8 Gemeentebelastingen Amstelland n.v.t. n.v.t. n.v.t. 955 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 986

 

[*] Financiële gegevens gebaseerd op voorlopige jaarstukken 2021.  

Deelnemingen

Terug naar navigatie - Deelnemingen

Naast de gemeenschappelijke regelingen zijn er twee deelnemingen:

  1. De gemeente bezit 37.323 aandelen BNG Bank N.V. In 2021 is € 98.000 ontvangen aan dividend over de jaren 2019 en 2020.
  2. De gemeente bezit 40.426 aandelen Vitens N.V. Voor de jaren 2020 - 2023 ontvangen we geen dividend om om daarmee de kosten van verouderde waterleidingen te kunnen opvangen en het verbeteren van de financiële positie van Vitens. 

Overige deelnemeningen

Terug naar navigatie - Overige deelnemeningen

Naast de gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen werken we samen met overige verbonden partijen.

 

De overige deelnemingen zijn hieronder opgenomen en hun bijdragen aan onze doelstellingen zijn toegelicht bij de drie domeinen.:

Domein 1 | Sociaal domein

    • Kansis (Stichting Beschut Werk)
    • Kansis Groen (Stichting Groenwerk)

Domein 2 | Economie, wonen en fysieke leefomgeving

    • Stichting Mooisticht
    • Marickenland
    • Gebiedsprogramma Utrecht-West

Domein 3 | Veiligheid, bestuur, dienstverlening en financiën

    • Het Zorg- en Veiligheidshuis Regio Utrecht (ZVHRU)
    • Stichting Beveiliging Bedrijventerrein De Ronde Venen (SBB)
    • Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond & Kennemerland (RIJK)
    • Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
    • Utrecht10 (U10)

Bedrijfsvoering

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Wij zijn een organisatie die werkt voor en met onze inwoners. Om de organisatie en het bestuur in staat te stellen onze inwoners zo optimaal mogelijk te faciliteren is de ondersteunende bedrijfsvoering hierbij van wezenlijk belang. Alles wat wij doen staat onverminderd in het perspectief van de opgaves van onze organisatie en is uiteindelijk ten dienste aan onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners.

 

Eind 2021 is besloten om de organisatiestructuur te veranderen. Dit loopt door naar 2022.

Personeel | Werven, ontwikkelen en reductie personeel

Terug naar navigatie - Personeel | Werven, ontwikkelen en reductie personeel

2021 werd gekenmerkt door een verder oplopende druk op de arbeidsmarkt. Dit uit zich in een hogere uitstroom dan voorgaande jaren en soms moeilijk in te vullen vacatures. Er zijn 45 medewerkers uitgestroomd. 2/3e van de uitstroom op eigen verzoek betreft medewerkers die jonger zijn dan 45 jaar. Punt van zorg is dat het streven om jonge medewerkers minimaal vijf jaar aan onze organisatie te binden, te vaak niet is gehaald. Ongeveer de helft van deze groep is korter dan 3 jaar in dienst geweest. Dit is een rechtstreeks gevolg van de druk op arbeidsmarkt. Positief is dat hieruit kan worden afgeleid dat De Ronde Venen voor jongere medewerkers een goede gemeente is om van hieruit een loopbaanstap te maken. 

Personeel | Ziekteverzuim

Terug naar navigatie - Personeel | Ziekteverzuim

Over het jaar 2021 is het verzuimpercentage licht gedaald naar 5,06% ten opzichte van 5,34% in 2020. In het voor- en najaar is er een piek geweest in het verzuim als gevolg van Covid-19 besmettingen. Zonder Covid-19 was het verzuim lager uitgevallen. Het thuiswerken heeft een positief effect op de daling van het aantal verzuimmeldingen omdat medewerkers met milde klachten nu vanuit huis doorwerken. Het langdurig verzuim heeft een groter aandeel gekregen in het verzuimpercentage onder meer door een aantal medewerkers met long-covid en door uitstel van behandelingen van reguliere zorg.

Personeel | Formatie en bezetting

Terug naar navigatie - Personeel | Formatie en bezetting
    1/1/'20 31/12/'20 Gemiddeld 1/1/'21 31/12/'21 Gemiddeld
1 Toegestane formatie in fte's 304 310 307 306 306 306
2 Feitelijke bezetting in fte's 283 294 289 286 297 291
3 Vacatureruimte in fte's (1 min 2) 21 16 19 20 9 15

 

Toelichting:

De vaste formatie is in 2021 gelijk gebleven. De bezetting is naar het einde van het jaar iets toegenomen.

ICT | Algemeen

Terug naar navigatie - ICT | Algemeen

ICT is een belangrijk gereedschap van de gemeente. Het maakt dat we steeds efficiënter en effectiever functioneren. ICT ontwikkelt zich continu en in hoog tempo, en dat vraagt een voortdurende inspanning. Enerzijds om de huidige operatie functioneel te houden, en anderzijds om stevig te vernieuwen waar dat nodig is. Hieronder kort de belangrijkste ontwikkelingen binnen ICT voor onze gemeente in 2021.

ICT | Digitaal samenwerken en digitaal documentmanagement

Terug naar navigatie - ICT | Digitaal samenwerken en digitaal documentmanagement

In 2021 is de koppeling met het e-depot gerealiseerd. Deze wordt in 2022 getest. We richtten daarnaast ca. 100 extra processen digitaal in, in ons zaaksysteem, en we analyseerden diverse andere applicaties op de geschiktheid voor digitaal informatiebeheer. Ook stelden we het Raamwerk Informatiebeheer op voor de gemeente, inclusief een Digitale Bewaarstrategie.
In de uitrol van Microsoft365 zijn we in 2021 overgestapt naar het Intune platform voor het beheer van de mobiele apparaten als telefoons en laptops. En is de migratie van de mailomgeving naar de Cloud bij Microsoft gestart, deze ronden we in 2022 af. 

ICT | Informatieveiligheid en privacy

Terug naar navigatie - ICT | Informatieveiligheid en privacy

‘Informatie’ en de systemen waarin dat verwerkt wordt zijn wellicht wel de grootste bedrijfsmiddelen binnen de gemeente. Dit maakt het belang van een veilige omgang met deze informatie groot. Veilig betekent in deze zin enerzijds dat we de privacy van de gegevens waarmee we werken goed waarborgen en anderzijds dat we ons wapenen tegen cyberdreiging. Deze dreiging blijft onverminderd groot. Door het thuis en hybride werken zijn de veiligheidsrisico’s veranderd. 

 

Privacy en informatieveiligheid leven binnen de organisatie. Dit wordt onderbouwd door de ruim 120 gedeelde privacy- en informatieveiligheidsvraagstukken. Het betreft vaak onderwerpen waarbij medewerkers om advies of hulp vragen. Structurele is er aandacht voor bewustwording. Doel is de kennis van gegevensbescherming en informatieveiligheid van de medewerkers te verbeteren en zodoende de samenleving tegen misbruik van persoonsgegevens te helpen beschermen. Naast de reguliere kanalen van kennisoverdracht wordt nu ook gebruik gemaakt van een e-learningplatform. Kennis wordt langs digitale weg gedeeld, getoetst en op teamniveau gemonitord.

 

In 2021 is de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) over 2020 succesvol afgerond. Deze audit bevat onderdelen van Burgerzaken (BRP en reisdocumenten), Ruimte (BAG, BRO en BGT), Sociaal Domein (SUWI) en een tweetal DigiD-aansluitingen. Eind 2021 is de zelf-evaluatie over 2021 van eerdergenoemde processen en nieuwkomer Wet waardering onroerende zaken (WOZ) succesvol en ruim binnen de gestelde tijd afgerond.

ICT | Functioneel beheer

Terug naar navigatie - ICT | Functioneel beheer

Een goed werkend functioneel beheer draagt bij aan de kwaliteit van de informatievoorziening en in het verlengde daarvan ook aan de dienstverlening. In 2021 hebben de functioneel beheerders bijgedragen aan diverse ontwikkelingen. Bij de digitalisering van het bestuurlijke besluitvormingsproces hebben de functioneel beheerders van het zaaksysteem een rand voorwaardelijke rol gespeeld. Zij hebben dit, in samenwerking met de leverancier, ingericht. Datzelfde gold voor het inrichten van de 100 nieuwe zaaktypes in het zaaksysteem. De doorontwikkeling van de burgerzaken applicatie had niet kunnen plaatsvinden zonder de inzet van desbetreffende functioneel beheerder. Ook zijn de functioneel beheerders rand voorwaardelijk gebleken bij het analyseren van applicaties op het digitaal kunnen beheren van de informatie (conform de vereisten uit de archiefwet). Een andere positieve ontwikkeling is dat er in de organisatie steeds vaker key-users en ambassadeurs worden ingezet die ondersteunend zijn aan functioneel beheerders. Zij geven ondersteuning en uitleg aan directe collega’s. Concrete voorbeelden hiervan zijn bij de implementatie van de nieuwe telefonie omgeving en bij de implementatie van de bestuursmodule ten behoeve van verdere digitalisering van het besluitvormingsproces.    

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In de tweede helft van 2021 is het organisatieontwikkelingstraject 'Samen voor Elkaar' gestart. Het is de uitwerking van de opdracht aan de gemeentesecretaris om de organisatie meer toekomstbestendig te maken. Doelstelling is een organisatie die meer inwonergericht, procesgericht en oplossingsgericht werkt. De veranderaanpak is integraal en gericht op o.m. structuur, cultuur, processen, systemen en leren en ontwikkelen. Het college heeft op grond van de plannen in november ingestemd met de invoering van een directiemodel. De managementlaag van afdelingshoofden is komen te vervallen.

De organisatie heeft heel 2021 te maken gehad met de impact van de Corona-maatregelen. Medewerkers die thuis konden werken, hebben het grootste deel van het jaar vanuit huis gewerkt. Dat de versoepelingen die vanaf september ingingen, in het najaar weer moesten worden teruggedraaid, was een tegenvaller voor alle medewerkers om dat de periode van thuiswerken al lang duurt en dit de samenwerking en overleg niet ten goede komt. Er is een duidelijke behoefte aan een goede mix van op kantoor -, op locatie - en thuis werken. In de nieuwe cao-gemeente die op 1 december 2021 is ingegaan, zijn hierover nieuwe afspraken gemaakt.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

In 2021 zijn diverse ombuigingen doorgevoerd. Deze zijn in 2021 nagenoeg gehaald. Zie voor meer informatie de rapportage voortgang ombuigingen. 

 

Vanuit financieel technisch perspectief werken we verder aan een gezonde, financiële situatie. Hierbij zal een balans gezocht worden naar enerzijds ambities en anderzijds de middelen zoals geld en bedrijfsvoering.

Algemene zaken | Juridisch

Terug naar navigatie - Algemene zaken | Juridisch

Het afgelopen jaar is er een lichte toename in het aantal bezwaarzaken en klachten. Met name bij de Sociale Kamer. Om de juridische kwaliteit verder te verbeteren zijn verschillende sessies georganiseerd. Bijvoorbeeld over de nieuwste ontwikkelingen bij de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Hoewel de Omgevingswet nogmaals is uitgesteld zijn de voorbereidingen doorgegaan. Een aantal voorstellen is voorbereid en voorgelegd aan de gemeenteraad.

Algemene zaken | Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Algemene zaken | Interbestuurlijk toezicht

Een van de kerntaken van de provincie is toezicht houden op de uitvoering van wettelijke taken door gemeenten, waterschappen en gemeentelijke regelingen. Dit gebeurt risicogericht, proportioneel, op afstand waar het kan, ingrijpen waar het moet. De provincie Utrecht houdt toezicht op de gemeente De Ronde Venen op de beleidsterreinen:

  • Financiën
  • Omgevingsrecht
  • Archiefwet
  • Huisvesting vergunninghouders

De provincie Utrecht publiceert de resultaten van het interbestuurlijk toezicht op internet. De resultaten zijn te vinden op https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/interbestuurlijk-toezicht/.

Algemene zaken | Doelmatigheid- en doeltreffendheidsonderzoeken

Terug naar navigatie - Algemene zaken | Doelmatigheid- en doeltreffendheidsonderzoeken

In het kader van artikel 213a van de Gemeentewet, worden jaarlijks twee doelmatigheidsonderzoeken uitgevoerd. In 2021 hebben we de Zero Based Budget onderzoeken van programma 1 (griffiebrief nr. 21 - 2021) en Programma 9 (griffiebrief nr. 45 - 2021) afgerond. Tevens is het vertraagde doelmatigheidsonderzoek omtrent externe inhuur van 2020 ook in 2021 afgerond (griffiebrief nr. 45 - 2021). 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

Covid-19-maatregelen hebben de noodzaak versterkt tot verdere investeringen in interne en externe communicatie. Om collega's te informeren over organisatie brede ontwikkelingen werd bijvoorbeeld de interne nieuwsbrief verder geprofessionaliseerd. En op onze social mediakanalen werden nieuw aangekondigde maatregelen direct na persconferenties geplaatst. De schrijfvaardigheid van alle collega's die veel stukken schrijven werd afgerond. Daarmee is een belangrijke stap gezet in onze ambitie om duidelijk en actief te schrijven (taalniveau B1).

Landelijke financiële definities voor bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Landelijke financiële definities voor bedrijfsvoering

De hieronder beschreven definities zijn landelijk bepaald en gelden voor alle gemeenten.

  1. Capaciteitskosten zijn de totale kosten die de organisatie maakt aan salarissen, sociale lasten, werkkostenregeling en inhuur. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de griffie en het bestuur.
  2. Overhead betreft alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Een groot deel hiervan bestaat uit capaciteitskosten van medewerkers van ondersteunende afdelingen en van leidinggevenden. Daarnaast zijn er kosten voortkomend uit ondersteunende taken die gedekt worden uit voor die taken opgenomen budgetten, zoals informatievoorziening en ICT. De kosten van overhead zijn opgenomen in programma 9 Bestuur en dienstverlening.
  3. Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (capaciteitskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten (zoals meubilair) die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur.

 

1. Capaciteitskosten 2020 - 2021

Terug naar navigatie - 1. Capaciteitskosten 2020 - 2021

Capaciteitskosten zijn de totale kosten die de organisatie maakt aan salarissen, sociale lasten, werkkostenregeling en inhuur. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de griffie en het bestuur. De onderstaande capaciteitskosten maken onderdeel uit van de apparaatskosten.

 

Bedragen x €1.000
Capaciteitskosten per programma Rekening 2020 Begroting 2021 na wijziging Rekening 2021 Verschil 2021
Programma 1 Openbare orde en veiligheid 578 596 648 -52
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 1.537 1.545 1.524 22
Programma 3 Economische zaken 358 344 330 14
Programma 4 Onderwijs 464 503 513 -11
Programma 5 Cultuur, recreatie en sport 1.995 2.066 2.098 -33
Programma 6 Sociaal domein 5.449 5.485 5.230 255
Programma 7 Milieu en duurzaamheid 1.813 1.955 1.831 124
Programma 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 2.163 2.523 2.081 442
Programma 9 Bestuur en ondersteuning 10.018 10.452 9.844 608
Programma 10 Financiering en algemene dekkingsmiddelen 78 74 61 13

Toelichting op de capaciteitskosten 2021

Terug naar navigatie - Toelichting op de capaciteitskosten 2021

In 2021 is rekening gehouden met € 25.452.000 aan capaciteitskosten. Hiervan is € 24.160.000 besteed en daarmee ontstaat een verschil van € 1.382.000. Dit verschil wordt veroorzaakt door de volgende vier factoren:

1 Door verloop van personeel gedurende 2021 en doordat het lastiger is om vacatures vervuld te krijgen ontstaat een voordeel van € 670.000. 670.000
2 Er is rekening gehouden dat de nieuwe CAO in zou gaan met ingang van 1 januari 2021. Echter de nieuwe CAO is ingegaan per 1 december 2021 en is daarnaast lager uitgevallen dan voorzien. Hierdoor ontstaat een voordeel van € 360.000. 360.000
3 Diverse overige personeelskosten zorgen voor een voordeel van € 252.000. 252.000
4 Door de coronamaatregelen zijn de reiskosten lager uitgevallen. 100.000
Totaal   1.382.000

 

2. Overhead 2020 - 2021

Terug naar navigatie - 2. Overhead 2020 - 2021

Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven.

Overhead bestaat uit:

  1. Personele capaciteitskosten overhead (management, bestuur- en managementondersteuning primair proces, alle kosten van personele inzet voor personeel en organisatiebeleid, inkoop, communicatie, juridische zaken, informatievoorziening en automatisering, documentaire informatievoorziening, huisvesting, facilitaire zaken, financiën etc.).
  2. Materiële kosten (goederen en diensten) voor:
    • Bestuurszaken en bestuursondersteuning (exclusief de griffie omdat die geen onderdeel uitmaakt van de ambtelijke organisatie)
    • Documentaire informatievoorziening (DIV)
    • Facilitaire zaken en Huisvesting (incl. beveiliging)
    • Financiën, toezicht en controle voor de eigen organisatie 
    • Informatievoorziening en automatisering
    • Inkoop (inclusief aanbesteding en contractmanagement)
    • Interne en externe communicatie m.u.v. klantcommunicatie
    • Juridische zaken
    • Personeel en organisatie

 

De onderstaande kosten van overhead bij programma 9 Bestuur en ondersteuning maken onderdeel uit van de apparaatskosten. 

Bedragen x €1.000
Onderdelen van overhead Rekening 2020 Begroting 2021 na wijziging Rekening 2021 Verschil 2021
E040 Overhead 9.015 9.469 8.775 694
E041 Personeel en organisatiebeleid 641 710 639 71
E042 Regionaal inkoopbureau 139 157 143 14
E043 Communicatie 156 168 139 29
E044 Juridische zaken 98 131 124 7
E045 Bestuurszaken bestuursonderst 33 88 91 -3
E046 I&A 2.261 2.558 2.288 269
E047 DIV 524 508 512 -4
E048 Facilitaire zaken huisvesting 687 625 589 36
E049 Financiële adminstratie 654 283 179 104

Toelichting op de overheadkosten 2021

Terug naar navigatie - Toelichting op de overheadkosten 2021

Het verschil van € 1.218.000 op de kosten van overhead heeft betrekking op:

1 Lagere kosten voor personeel. Zie hiervoor de toelichting op de capaciteitskosten. 694.000
2 Op de kosten van bedrijfsvoering zoals huisvesting, opleidingen, ICT e.d. is een voordeel ontstaan van € 424.000. 424.000
3 Het beoordelen van de openstaande vorderingen per 31 december 2021 zorgt ervoor dat de voorziening dubieuze debiteuren lager wordt. 100.000
  Totaal 1.218.000

3. Apparaatskosten

Terug naar navigatie - 3. Apparaatskosten

De apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn hieronder weergegeven voor de jaren 2020 en 2021.

 

Apparaatskosten 2020 en 2021 (bedragen x € 1.000)
Nr. Onderdeel Rekening 2020 Rekening 2021
1 Capaciteitskosten 24.452 24.160
2 Externe inhuur buiten de capaciteitskosten 798 709
3 Totale financiële kosten voor het inzetten van personeel (1 + 2) 25.250 24.869
4 Materiële overheadkosten (E041 tot en met E049) 5.165 4.705
5 Totaal apparaatskosten 30.414 29.574

 

Grondbeleid

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

De gemeente heeft nog drie lopende grondexploitaties te weten De Maricken, Land van Winkel en Stationslocatie Mijdrecht. Deze zijn alle drie in de afrondende fasen.

 

Stand van zaken per 31 december 2021:

  1. Voor De Maricken zijn alle kavels verkocht. Het financieel resultaat is met € 159.000 verbeterd. 
  2.  Het financieel resultaat voor Land van Winkel is € 60.000 minder geworden. Alle kavels zijn verkocht.
  3.  Bij de Stationslocatie Mijdrecht is het resultaat met € 14.000 negatiever geworden. De gronden voor sociale huur moeten nog worden verkocht. Dat gebeurt in 2022. De overige gronden zijn verkocht.

Bouwgronden in exploitatie | Algemeen

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Algemeen

Jaarlijks vindt de actualisatie van de grondexploitaties plaats. Uitgangspunt voor de actualisatie zijn de door de raad vastgestelde grondexploitaties, vastgestelde plannen en woningbouwprogramma's. De grondexploitaties zijn een financiële weergave van eerder genomen besluiten, waarbij de voortgang van de projecten is verwerkt en de onderliggende aannames van kosten, opbrengsten en parameters zijn geactualiseerd

 

Risicoanalyses worden binnen de projecten op een gestructureerde manier aangepakt. Risico's worden geïnventariseerd en waar mogelijk voorzien van een beheersmaatregel. Niet alle risico's vertalen zich in directe tegenvallers. Bij winstgevende grondexploitaties gaan de risico's in eerste instantie ten koste van de winst. Bij een verliesgevende exploitatie is een buffer nodig binnen het weerstandsvermogen van de gemeente.

Bouwgronden in exploitatie | Beleidskader

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Beleidskader

Kaders:

  • Allerlei ontwikkelingen op maatschappelijk, economisch en ruimtelijk gebied hebben invloed op het grondbeleid van de gemeente. De woningmarkt heeft de afgelopen periode veel beweging gekend. De nota grondbeleid 2018 - 2021, vastgesteld op 22 februari 2018, bevat een actualisatie van het grondbeleid. Uitgangspunt van het beleid is een regisserende houding binnen het faciliterende grondbeleid. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als aankoop of het dragen van kosten noodzakelijk is om een maatschappelijk gewenste ontwikkeling mogelijk te maken.
  • De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Van de bouwgronden in exploitatie zijn actuele grondexploitaties aanwezig. Zodra sprake is van een verwacht verlies dan wordt daarvoor een verliesvoorziening getroffen, die op de voorraden in mindering wordt gebracht.
  • Bij het stelsel van baten en lasten zoals geformuleerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn het toerekeningbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel essentiële uitgangspunten. Baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd.
  • Bij meerjarige projecten geldt dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Hierdoor wordt de winst genomen naar rato van de voortgang van het complex (POC-methode; percentage of completion methode).
  • De winsten en verliezen van de grondexploitaties worden via resultaatbestemming verrekend met de algemene reserve.

Bouwgronden in exploitatie | Financieel totaaloverzicht

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Financieel totaaloverzicht

 

Verloopoverzicht grondexploitaties (bedragen x € 1.000)
 

De Maricken

Land van
Winkel

Stations-locatie Mijdrecht

Totaal
Boekwaarden per 31/12/2020 -2.761 -1.204 5.235 1.270
Gemaakte kosten  1.369  277 387 2.033
Gerealiseerde opbrengsten  -1.570  0 -1.343 -2.913
Tussentijdse winstnemingen  730  0 0  730 
Boekwaarden per 31/12/2021 -2.232 -927 4.279 1.120
Nog te maken kosten 1.830 841 468 3.139
Nog te realiseren opbrengsten 0 0 -668 -668
Tussentijdse winstnemingen 402 85 0 487
Inzet verliesvoorziening 0 0 - 4.079 -4.079
Boekwaarden per 31/12/2022 0 0 0 0
         
Geraamd eindresultaat 6.762 3.865 0 10.627
Winstnemingen:        
2017 - 2020 5.630 3.780 0 9.410
2021 730 0 0 730
2022 402 85 0 487
Totaal winstneming 6.762 3.865   10.627

De Maricken | Stand van zaken

Terug naar navigatie - De Maricken | Stand van zaken

Voortgang

  • Alle kavels zijn verkocht en het merendeel van de ruim 500 woningen is gerealiseerd en bewoond. De opbrengsten zijn conform de raming in de grondexploitatie.
  • De resterende werkzaamheden bestaan vooral uit het woonrijp maken van deelplan 5 (laatste deel) en planvorming en realisatie van het park.
  • Het is de verwachting dat de grondexploitatie in 2022 kan worden afgesloten. Mogelijk is een deel van het park later gereed.

 

Financiën

De boekwaarde op 31 december 2020 was € -2.761.000. Hiervan is € 5.630.000 tussentijdse winstneming. Op 31 december 2021 is de boekwaarde € -2.232.000 inclusief de tussentijdse winst van € 730.000 die in 2021 is genomen. Het nog te realiseren resultaat is € 402.000. Tezamen met voorgaande winstnemingen komt het eindresultaat op € 6.762.000.

 

Belangrijkste verschillen ten opzichte van actualisatie 2021
Vorig jaar kwam het eindresultaat op € 6.603.000, Met het nieuwe resultaat van € 6.762.000 betekent dit een verbetering van € 159.000. Oorzaken hiervan:

  • Meevallers in de aanbesteding van het woonrijp maken.
  • Kosten voor het park zijn verhoogd om daarmee meer ruimte te geven aan kwaliteit van het park.
  • De plankosten zijn hoger doordat er in 2022 nog relatief veel moet gebeuren.

 

Risico’s
Met de verkoop van alle kavels zijn er geen risico’s meer ten aanzien van de grondopbrengsten. De risico’s betreffen met name mogelijk hogere kosten bij het woonrijp maken. 

Land van Winkel | Stand van zaken

Terug naar navigatie - Land van Winkel | Stand van zaken

Voortgang

  • Alle kavels (195) zijn verkocht. Het grootste deel is inmiddels bebouwd en bewoond.
  • Verschillende delen in het gebied moeten nog woonrijp worden gemaakt: o.a. straatwerk en groen.
  • De verwachting is dat de grondexploitatie in 2022 kan worden afgesloten.

 

Financiën

De boekwaarde op 31 december 2020 was € -1.204.000. Hiervan is € 3.780.000 tussentijdse winstneming. Op 31 december 2021 is de boekwaarde € -927.000. Voor 2021 is er geen sprake van tussentijdse winstneming. Dat komt doordat relatief weinig werkzaamheden zijn verricht en het resultaat is gedaald. Het nog te realiseren resultaat is € 85.000. Tezamen met voorgaande winstnemingen komt het eindresultaat op € 3.865.000. 

 

Belangrijkste verschillen ten opzichte van actualisatie 2021
Vorig jaar kwam het eindresultaat op € 3.925.000. Met het nieuwe resultaat van € 3.865.000 betekent dit een vermindering van het resultaat van € 60.000. Oorzaken hiervan:

  • De grondexploitatie loopt nog een jaar langer door waardoor er sprake is van extra plankosten.
  • Er moet nog relatief veel woonrijp worden gemaakt. Vanwege de grote prijsstijgingen die hebben plaatsgevonden zijn ook de ramingen voor deze investeringen gestegen. 

 

Risico’s
Het grootste risico in dit project was het afzetrisico, maar door verkoop van alle kavels is dit risico niet meer aanwezig. De risico’s betreffen de resterende kosten.  

Stationslocatie Mijdrecht | Stand van zaken

Terug naar navigatie - Stationslocatie Mijdrecht | Stand van zaken

Voortgang

  • De locatie is grotendeels verkocht. Alleen de kavels voor sociale huur moeten nog worden verkocht. Dit gebeurt op korte termijn.
  • De verwachting is dat de grondexploitatie in 2022 kan worden afgesloten. 

 

Financiën

De boekwaarde op 31 december 2020 was € 5.235.000 Op 31 december 2021 is de boekwaarde € 4.279.000. Tezamen met de nog te maken kosten en opbrengsten is het eindresultaat € -4.079.000 die wordt opgevangen met een verliesvoorziening. 

 

Belangrijkste verschillen ten opzichte van actualisatie 2021
Vorig jaar kwam het eindresultaat op € -4.065.000. Met het nieuwe resultaat van € 4.079.000 betekent dit een vermindering van het resultaat van € 14.000. Oorzaken hiervan:

  • De opbrengsten zijn hoger dan vorig jaar geraamd.
  • Het project loopt een jaar langer door. Dit heeft een negatief effect op de plankosten en rentelasten.
  • Voor de ontsluiting van het gebied vanaf de Rondweg is de kostenraming verhoogd. De komende tijd wordt de ontsluiting verder uitgewerkt en kunnen de kosten nader worden bepaald.

 

Risico’s
De risico’s betreffen de resterende kosten.  

Eigendommen niet voor de publieke taak bestemd

Terug naar navigatie - Eigendommen niet voor de publieke taak bestemd

De gemeente bezit diverse eigendommen (grond en gebouwen), die niet voor een publieke taak zijn bestemd en waarbij het voornemen is om deze te verkopen.

 

  • Verkochte eigendommen

In 2021 is Brugstraat 9 in Abcoude door middel van een openbare inschrijving bij de notaris verkocht.

  • Nog te verkopen eigendommen

Conform de bepalingen van het BBV wordt in de jaarrekening bepaald of er sprake is van duurzame waardevermindering. Hiervan is sprake als de taxatiewaarde lager is dan de boekwaarde. Als de taxatiewaarde hoger is dan de boekwaarde is er sprake van een stille reserve. De volgende eigendommen vallen onder de noemer eigendommen niet voor de publieke taak bestemd:

    • Glastuinbouw Wickelhof Mijdrecht
    • Marickenzijde 2e fase Wilnis
    • Bedrijventerrein N201 Mijdrecht
    • Stationsgebied Abcoude (Bovenkamp 1 - 3)
    • Baambrugse Zuwe 143b te Vinkeveen
    • Herenweg 196 en 196A te Vinkeveen
    • Centrum Oost, Herenweg 70 Vinkeveen
    • Ontspanningsweg /Wilnisser Dwarsweg Mijdrecht
    • Provincialeweg N201 Mijdrecht (agrarisch perceel)
    • Baambrugse Zuwe achter 116 Vinkeveen
  • De volgende gebouwen en gronden hebben een andere bestemming gekregen
    • Twistvliedschool, Kwikstaart 44 Mijdrecht -> sloop in 2021 en levering in 2022
    • De Hoeksteen, Eendracht 6 Mijdrecht -> overgeheveld in 2022 naar onderwijshuisvesting
  • Stille reserve
    • De boekwaarde van gronden en verspreide percelen kan lager zijn dan de actuele waarden, waardoor er binnen de gronden niet voor de publieke taak bestemd sprake is van stille reserves. Deze reserves kunnen van substantiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal dan wel de financiële positie van de gemeente. De omvang van de stille reserves is € 4.288.000 op 31 december 2021.

Verstrekte en ontvangen subsidies en bijdragen

Financieel overzicht van verstrekte subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Financieel overzicht van verstrekte subsidies en bijdragen

De Ronde Venen ondersteunt veel initiatieven op het gebied van wonen, werken, welzijn, onderwijs, kunst, cultuur, sport, recreëren, enz. Allemaal activiteiten die ten goede komen aan de Rondeveense samenleving. De gemeente doet dit onder andere door het verstrekken van subsidies en bijdragen.

 

De wettelijke basis voor het verstrekken van subsidies is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (titel 4.2), voorts de Algemene subsidieverordening. De subsidieverordening vormt de grondslag voor de verleende subsidies. Daarnaast is een aantal nadere regels opgesteld voor het verstrekken van subsidies. Hierbij kan gedacht worden aan 'Beleidsregels Subsidie Sportstimulering', 'Beleidsregels subsidieaanvragen bewoners en bewonersorganisaties' en 'Nadere regels ten aanzien van het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvangers van de gemeente De Ronde Venen 2013'.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2020 Rekening 2021
0.1 Bestuur 0 0
0.4 Overhead 156 176
1.2 Openbare orde en veiligheid 75 154
2.1 Verkeer en vervoer 5 0
2.5 Openbaar vervoer 5 5
3.1 Economische ontwikkeling 3 11
3.3 Bedr.loket en bedr.regelingen 112 111
3.4 Economische promotie 26 19
4.2 Onderwijshuisvesting 32 3
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 539 516
5.1 Sportbeleid en activering 197 209
5.2 Sportaccommodaties 637 565
5.3 Cultuurpresentatie, prod.partic. 169 189
5.5 Cultureel erfgoed 11 5
5.6 Media 721 686
5.7 Openbaar groen en recreatie 45 10
6.1 Samenkracht en burgerparticip. 2.469 2.225
6.2 Toegang en eerstelijnsvoorz. 464 464
6.3 Inkomensregelingen 98 131
6.4 WSW en beschut werk 351 341
6.5 Arbeidsparticipatie 160 99
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 2 0
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 125 191
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 0 -4
6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 3
7.1 Volksgezondheid 130 100
7.2 Riolering 0 0
7.3 Afval 30 7
7.4 Milieubeheer 99 302
8.1 Ruimtelijke en leefomgeving 0 0
8.2 Grondexpl. (niet-bedr.terreinen) 1 0
8.3 Wonen en bouwen 17 21

Toelichting op de verstrekte subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Toelichting op de verstrekte subsidies en bijdragen

In 2021 is er € 6.538.000 aan subsidies en bijdragen verstrekt. Dit is een daling van € 140.000 ten opzichte van 2020.

Enkele bijzonderheden:

  • Taakveld 1.2: een stijging in verband met de extra kosten voor Toezicht en Handhaving door Coronamaatregelen.
  • Taakveld 6.1: een daling in 2021 ten opzichte van 2020 door Coronacompensatie die in 2020 is verstrekt.
  • Taakveld 7.4: een stijging door de uitvoering van het transitieplan warmte.

Financieel overzicht van ontvangen subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Financieel overzicht van ontvangen subsidies en bijdragen

De belangrijkste bijdrage die we ontvangen betreft de algemene uitkering. Deze bijdrage van het Rijk is opgenomen bij taakveld 0.7 Algemene uitkering en en overige uitkeringen gemeentefonds. 

 

De daarop volgende belangrijke bijdragen betreffen de rijksmiddelen voor het uitvoeren van bijstandsuitkeringen en onderwijsachterstandenbeleid. Deze bijdragen zijn opgenomen bij taakveld 6.3 inkomensregelingen respectievelijk 4.3 Onderwijsbeleid en en leerlingzaken.

 

Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2020 Rekening 2021
0.3 Beheer ov. gebouwen en gronden -2 -7
0.4 Overhead -15 0
0.7 Algemene uitkering -53.965 -58.866
1.2 Openbare orde en veiligheid -2 -95
2.1 Verkeer en vervoer -34 -195
2.5 Openbaar vervoer -10 5
4.2 Onderwijshuisvesting -7 -11
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken -165 -423
5.1 Sportbeleid en activering -15 -88
5.2 Sportaccommodaties -97 -308
5.5 Cultureel erfgoed -15 -34
5.7 Openbaar groen en recreatie 0 -775
6.1 Samenkracht en burgerparticip. 0 -50
6.3 Inkomensregelingen -12.950 -10.082
6.4 WSW en beschut werk -85 -84
6.5 Arbeidsparticipatie -4 0
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) -46 -48
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ -81 -221
7.1 Volksgezondheid 0 -10
7.3 Afval -79 -152
7.4 Milieubeheer -277 -410
7.5 Begraafplaatsen en crematoria -274 -235
8.1 Ruimtelijke en leefomgeving 0 -43