Paragrafen

Lokale heffingen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Het heffen van lokale belastingen en heffingen stelt de gemeente in staat om maatschappelijke voorzieningen op een evenwichtige wijze in stand te houden. Daarnaast stellen belastingen en heffingen de gemeente in staat maatschappelijke kosten door te belasten aan specifieke veroorzakers, zoals bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In het verlengde hiervan stelt het heffen van lokale belastingen en heffingen de gemeente in staat een sluitend meerjarenperspectief te bereiken. Aanpassing van de belastingtarieven zorgt ervoor dat de koopkracht van de gemeentelijke middelen gehandhaafd blijft.
  • Voor 2023 is rekening gehouden met een inflatiepercentage van de lokale heffingen. Uitzondering hierop zijn de tarieven zoals paspoorten, rijbewijzen en het behandelen van een aanvraag volgens de Wet op de kansspelen. Hiervoor gelden landelijke tarieven. Hiermee wordt de beslisboom van het coalitieakkoord gevolgd.
  • De opbrengst van onroerendezaakbelasting voor niet-woningen neemt toe ten opzichte van 2022 doordat de tijdelijke verlaging ten tijde van de coronacrisis vervalt. 

Meerjarig overzicht van de opbrengsten van lokale heffingen (bedragen x € 1.000)

Terug naar navigatie - Meerjarig overzicht van de opbrengsten van lokale heffingen (bedragen x € 1.000)
Nr. Naam van de heffing 2022 2023 2024 2025 2026
1 Onroerendezaakbelasting voor woningen 6.200 6.272 6.272 6.272 6.272
2 Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen 3.620 3.951 4.326 4.326 4.326
3 Rioolheffing 4.922 5.090 5.136 5.183 5.229
4 Afvalstoffenheffing 6.105 6.370 6.437 6.504 6.571
5 Leges wonen en bouwen 1.966 1.645 2.427 2.991 2.334
6 Leges burgerzaken 480 349 738 737 840
7 Begraafplaatsrechten 342 367 367 367 367
8 Forensenbelasting 327 337 337 337 337
9 Landtoeristenbelasting 298 389 389 389 389
10 Watertoeristenbelasting 55 72 72 72 72
11 Hondenbelasting 160 0 0 0 0
12 Overige leges 171

171

171 200 171
13 Roerende zaakbelasting 83 85 85 85 85
14 Bedrijveninvesteringszones (BIZ)  110 110 110 110 110
15 Marktgelden 55 57 55 56 56

01 | Onroerendezaakbelasting voor woningen

Terug naar navigatie - 01 | Onroerendezaakbelasting voor woningen

Algemeen

De onroerendezaakbelasting (OZB) is een algemene heffing, die wordt bepaald aan de hand van de in de begroting vastgestelde opbrengst en de WOZ-waarden van de objecten in de gemeente. In de begroting stellen we de opbrengst vast. Daarbij wordt de opbrengst van 2022 vermenigvuldigd met een indexatie en vindt er een correctie plaats naar aanleiding van de stijging van het aantal objecten (peildatum is 1 januari 2022 voor de begroting 2023). Het tarief wordt vervolgens bepaald door de gewenste opbrengst te delen door de totale WOZ-waarde. Dit betekent bij een stijging van de WOZ-waarde een lager tarief en bij daling van de WOZ-waarde een hoger tarief wordt vastgesteld. Als de opbrengst achteraf hoger blijkt te zijn dan waar mee gerekend was, dan levert dit eenmalig een voordeel op, maar het jaar er na vindt een neerwaartse bijstelling van het tarief plaats.

 

Berekening tarief 2023

Om inzicht te geven in de berekening van de OZB-inkomsten en de daaraan gekoppelde tariefstelling is in onderstaande tabel de berekening opgenomen. Het heffingstarief is afhankelijk van de ontwikkeling van de WOZ-waarden. Deze WOZ wordt continu geactualiseerd. Eind 2022 wordt een tariefvoorstel gedaan waarbij de meest actuele WOZ wordt betrokken.

 

  OZB voor woningen x € 1.000
Basis opbrengst meerjarenraming 6.050
Areaaluitbreiding (140 woningen) 40
Indexering 3,0% 182
Gewenste opbrengst 2023

6.272

Indicatie WOZ-waarden per 1/1/2022 9.823.000
Indicatie tarief 2023 0,0639%

 

Onroerendezaakbelasting voor woningen en de relatie met de algemene uitkering

Alle gemeenten ontvangen van het Rijk een algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit is de belangrijkste inkomstenpost voor iedere gemeente. Voor De Ronde Venen gaat het om € 66,9 miljoen. De hoogte van dit bedrag bestaat uit een genormeerd kosten georiënteerd bestanddeel waarvan de genormeerde OZB-inkomsten worden afgetrokken. Het kosten georiënteerde bestanddeel wordt bepaald door verschillende variabelen; aantal inwoners en woningen, leeftijdsopbouw, aantal bijstandontvangers, centrumfunctie, etc.

 

Het genormeerde OZB-inkomsten bestanddeel wordt bepaald door een genormeerd landelijk uniform rekentarief over de WOZ-waarden in de gemeente. In onderstaand overzicht is de aftrekpost opgenomen voor onze gemeente voor 2023.

 

Onderdeel

WOZ-waarden

x € 1.000

Landelijke factor Landelijk tarief

Aftrekpost 

x € 1.000

Woningen | Eigenaren 9.823.000 0,8% -0,0857 -6.735

 

Het bovenstaande tarief is voor alle gemeenten gelijk. Verschillen tussen gemeenten in de OZB-aftrekpost worden daardoor alleen bepaald door verschillen in de waarden van onroerende zaken. De tarieven die de gemeenten werkelijk in rekening brengen bij de gebruikers en eigenaren van onroerende zaken spelen hierbij geen enkele rol. Dit betekent dat wanneer een gemeente het OZB-tarief verhoogt of verlaagt dat geen gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft. Alleen als de waarde verandert, door hertaxatie of door nieuwbouw of sloop, verandert de algemene uitkering.

 

Onroerendezaakbelasting voor woningen in vergelijking met omliggende gemeenten

In onderstaand grafiek is het tarief 2022 van de onroerendezaakbelasting woningen vergeleken met omliggende gemeenten in de provincie Utrecht. Hierbij is gebruik gemaakt van de 'Atlas van de lokale lasten 2022'.  Deze atlas is samengesteld door een onafhankelijk onderzoeksinstituut die verbonden is aan de Rijksuniversiteit Groningen. In het voorjaar van 2023 wordt de Atlas van de lokale lasten 2023 uitgebracht. De uitkomsten hiervan nemen we op in de volgende begroting.

 

 

02 | Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen

Terug naar navigatie - 02 | Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen

Algemeen

Voor de onroerendezaakbelasting voor niet-woningen geldt dezelfde methodiek als beschreven bij "Onroerendezaakbelasting voor woningen".

 

Berekening tarief 2023

Om inzicht te geven in de berekening van de OZB-inkomsten en de daaraan gekoppelde tariefstellingen is in onderstaande tabel de berekening opgenomen. Het heffingstarief is afhankelijk van de ontwikkeling van de WOZ-waarden. Deze WOZ wordt continu geactualiseerd. Eind 2022 wordt een tariefvoorstel gedaan waarbij de meest actuele WOZ wordt betrokken.

 

Berekening tarieven 2023 voor niet-woningen x € 1.000

  Eigenaren Gebruikers Samen
Basis opbrengst meerjarenraming 2.520 1.680 4.200
Indexering 3,0% 76 50 126
Amendement eenmalige verlaging OZB-niet woningen 2023 0 -375 -375 
Gewenste opbrengst 2.596 1.355 3.951
Indicatie WOZ-waarden per 1/1/2022 na correctie leegstand bij gebruikers 1.016.500 664.960  
Indicatie tarief 0,2554% 0,2038% 0,4592%

 

Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen en de relatie met de algemene uitkering

Alle gemeenten ontvangen van het Rijk een algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit is de belangrijkste inkomstenpost voor iedere gemeente. Voor De Ronde Venen gaat het om € 66,9 miljoen. De hoogte van dit bedrag bestaat uit een genormeerd kosten georiënteerd bestanddeel waarvan de genormeerde OZB-inkomsten worden afgetrokken. Het kosten georiënteerde bestanddeel wordt bepaald door verschillende variabelen; aantal inwoners en woningen, leeftijdsopbouw, aantal bijstandontvangers, centrumfunctie, etc.

 

Het genormeerde OZB-inkomsten bestanddeel wordt bepaald door een genormeerd landelijk uniform rekentarief over de WOZ-waarden in de gemeente. In onderstaand overzicht is de aftrekpost opgenomen voor onze gemeente voor 2023.

 

Onderdeel

WOZ-waarden

x € 1.000

Landelijke factor Landelijk tarief

Aftrekpost

x € 1.000

Niet-woningen | Eigenaren 1.016.500 0,7 -0,2796% -1.989
Niet-woningen | Gebruikers (voor leegstand) 874.620 0,7 -0,2127% -1.302
Totaal       -3.291

 

De bovenstaande tarieven zijn voor alle gemeenten gelijk. Verschillen tussen gemeenten in de OZB-aftrekpost worden daardoor alleen bepaald door verschillen in de waarden van onroerende zaken. De tarieven die de gemeenten werkelijk in rekening brengen bij de gebruikers en eigenaren van onroerende zaken spelen hierbij geen enkele rol. Dit betekent dat wanneer een gemeente het OZB-tarief verhoogt of verlaagt dat geen gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft. Alleen als de waarde verandert, door hertaxatie of door nieuwbouw of sloop, verandert de algemene uitkering.

 

Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen in vergelijking met omliggende gemeenten

Zowel de eigenaar als de gebruiker van een niet-woning betaalt onroerendezaakbelasting. De afzonderlijke tarieven voor de eigenaar en voor de gebruiker zijn niet erg interessant voor de lastenontwikkeling. Die zeggen namelijk niets over de vraag welk deel de eigenaar of de gebruiker uiteindelijk betaalt. Immers, belasting wordt als het even kan afgewenteld. Zo zal de verhuurder van een bedrijfspand de ozb die hij moet betalen zoveel mogelijk doorberekenen in de huur. Daarom zijn de tarieven voor niet-woningen gebundeld weergegeven.

 

 

In bovenstaand grafiek is het tarief 2022 van de onroerendezaakbelasting niet-woningen vergeleken met omliggende gemeenten in de provincie Utrecht. Hierbij is gebruik gemaakt van de 'Atlas van de lokale lasten 2022'.  Deze atlas is samengesteld door een onafhankelijk onderzoeksinstituut die verbonden is aan de Rijksuniversiteit Groningen. In het voorjaar van 2023 wordt de Atlas van de lokale lasten 2023 uitgebracht. De uitkomsten hiervan nemen we op in de volgende begroting.

03 | Rioolheffing

Terug naar navigatie - 03 | Rioolheffing

Uitgangspunten:

  • De rioolheffing is 100% kostendekkend.
  • De rioolheffing wordt geheven van eigenaren van woningen en niet-woningen.
  • De verordening op de heffing en invordering rioolheffing is zo opgebouwd dat alle eigenaren van panden met een WOZ-waarde hoger dan € 30.000 rioolheffing moeten betalen om de gemeentelijke watertaken te kunnen bekostigen. Deze watertaken zijn het inzamelen van afvalwater, verwerken van hemelwater en het treffen van maatregelen om structureel grondwateroverlast te voorkomen. Dus het gaat niet alleen om het object maar over de waterhuishouding binnen de gehele gemeente.
  • Bij een waterverbruik boven de 300 kuub ontvangt de gebruiker een aanslag voor het meerverbruik.

 

Specificatie rioolheffing (bedragen maal € 1.000)
  2022 2023 2024 2025 2026
Opbrengsten:          
  • Rioolheffing
4.922 5.090 5.136 5.183 5.229
Totaal opbrengsten 4.922 5.090 5.136 5.183 5.229
Kosten:          
  • Directe kosten
3.655 3.989 3.659 3.622 3.578
  • Verrekening met voorziening rioolheffing
-22 -237 175 257 351
  • Toegerekende kosten overhead, BTW e.d.
1.289 1.338 1.302 1.304 1.300
Totaal kosten 4.922 5.090 5.136 5.183 5.229
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 100% 100%
           
Tarieven 2022 2023 2024 2025 2026
  • Vast bedrag per perceel
210,20 216,00 216,00 216,00 216,00
  • Variabel bedrag voor het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het perceel wordt afgevoerd voor zo ver dat meer bedraagt dan driehonderd (300) kuub
0,85 0,85 0,85 0,85 0,85

 

04 | Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 04 | Afvalstoffenheffing

Uitgangspunten:

  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
  • De inzameling van huishoudelijk afval is ten opzichte van 2022 ongewijzigd en de kosten zijn geactualiseerd.
  • De afvalstoffenheffing wordt in 2023 geheven van gebruikers van eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens en recreanten.

 

Specificatie afvalstoffenheffing (bedragen maal € 1.000)
  2022 2023 2024 2025 2026
Opbrengsten:          
  • Afvalstoffenheffing
6.105 6.370 6.437 6.504 6.571
  • Overige opbrengsten
444 552 552 552 552
Totaal opbrengsten 6.549 6.922 6.989 7.056 7.123
Kosten:          
  • Directe kosten
4.802 4.996 5.134 5.149 5.129
  • Verrekening met voorziening afvalstoffenheffing
257 317 272 320 408
  • Toegerekende kosten overhead, BTW e.d.
1.490 1.609 1.583 1.587 1.586
Totaal kosten 6.549 6.922 6.989 7.056 7.123
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 100% 100%
           
Tarieven 2022 2023 2024 2025 2026
  • Eenpersoonshuishouden/recreatiewoning
270,40 278,40 278,40 278,40 278,40
  • Meerpersoonshuishouden
347,80 358,20 358,20 358,20 358,20
  • Extra container 140 liter (grijs)
152,40 157,00 157,00 157,00 157,00
  • Extra container 240 liter (grijs)
198,00 204,00 204,00 204,00 204,00

 

05 | Leges wonen en bouwen

Terug naar navigatie - 05 | Leges wonen en bouwen

Onder dit onderdeel vallen de leges voor de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning. Hiervan is een deel afhankelijk van te bouwen woningen waarvan de locatie in eigendom van derden is. Dit zorgt voor een wisselende omvang van de opbrengst leges in het financiële meerjarenperspectief.

06 | Leges burgerzaken

Terug naar navigatie - 06 | Leges burgerzaken

Voor de afgifte van paspoort, rijbewijs of identiteitskaart wordt leges in rekening gebracht. In de meerjarenramingen is rekening gehouden dat inwoners om 10 jaar een paspoort aanvragen en om de 5 jaar een rijbewijs. 

 

Het Rijk bepaalt de tarieven voor akten burgerlijke stand, reisdocumenten, rijbewijzen en verklaring omtrent gedrag.

07 | Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - 07 | Begraafplaatsen

Er zijn drie gemeentelijke begraafplaatsen:

  1. aan de Bijdorplaan te Abcoude;
  2. aan de Rijksstraatweg te Baambrugge;
  3. aan de Ringdijk te Wilnis;

 

Voor het gebruik van de begraafplaats en voor de door de gemeente te verlenen diensten bij een begrafenis worden heffingen in rekening gebracht. Deze heffingen worden jaarlijks aangepast via de 'Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten'.

08 | Forensenbelasting

Terug naar navigatie - 08 | Forensenbelasting

De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen één op één te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente. De opbrengsten van de forensenbelasting zijn doorgaans relatief laag in verhouding tot de andere belastingen die de gemeente heft. Een uitzondering geldt voor de gemeenten met veel tweede woningen; hier kan de forensenbelasting juist een substantieel deel van de begroting vormen.

09 en 10 | Land- en watertoeristenbelasting

Terug naar navigatie - 09 en 10 | Land- en watertoeristenbelasting

Er zijn 2 soorten toeristenbelasting:

  1. landtoeristenbelasting (voor overnachtingen in een hotel, b&b, pension, vakantiewoning, caravan en tent);
  2. watertoeristenbelasting (voor overnachtingen op boten).

 

Het voornemen is om vanaf 2023 te differentiëren op meegenomen accommodatie (tent, caravan) en aanwezige accommodatie (hotel, vakantiehuis). Dus niet op basis van prijs, soort accommodatie en langverblijf. Verder stelt het college voor de watertoeristenbelasting niet te differentiëren en te koppelen aan het hoogste tarief van de toeristenbelasting. In deze begroting is een voorstel opgenomen met tarieven op basis van actuele gegevens.

In de provincie Utrecht heffen de meeste gemeenten toeristenbelasting. In onderstaande grafiek is opgenomen de prijs per hotelovernachting bij een gemeente in de provincie Utrecht.

 

 

De gemeenten Bunschoten, IJsselstein en Montfoort kennen geen toeristenbelasting. Het hoogste tarief geldt voor een hotelovernachting in de gemeente Utrecht.

13 | Roerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - 13 | Roerende zaakbelasting

Roerende zaakbelasting is een gemeentelijke belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten. Voorbeelden hiervan zijn woonschepen. De roerende zaakbelasting bestaat uit 2 soorten belasting: een eigenaren- en een gebruikersbelasting. 

14 | Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

Terug naar navigatie - 14 | Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

De BIZ-bijdrage is geen inkomsten voor de gemeente maar wordt door de gemeente geheven en als subsidie overgedragen aan de Stichting Koopcentrum Mijdrecht. Deze regeling geldt voor de jaren 2020 - 2024.

Ontwikkeling woonlasten voor inwoners

Terug naar navigatie - Ontwikkeling woonlasten voor inwoners

In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten opgenomen van een meerpersoonshuishouden. De OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing vormen samen de gemeentelijke woonlasten voor huishoudens. Ter vergelijking zijn de woonlasten over het jaar 2022 weergegeven. 

 

  Omschrijving 2022 2023

OZB-lasten bij gemiddelde WOZ-waarde

(2022: € 518.000  en 2023: € 605.000) *|

375 386
Rioolheffing 210 216
Afvalstoffenheffing 348 358
  Totale woonlasten voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning 933 960
       
  Gemiddelde woonlasten in de provincie Utrecht (Bron: COELO) 993 Nog niet bekend
  Landelijk gemiddelde (Bron: COELO) 904 Nog niet bekend

 

* | In het COELO-rapport 2022 is toegelicht dat de berekeningsmethode van de gemiddelde WOZ-waarde dit jaar is gewijzigd.Tot en met 2021 publiceerde het CBS alleen de gezamenlijke gemiddelde WOZ-waarde voor zowel koop- als huurwoningen. Sinds december 2021 publiceert het CBS ook de afzonderlijke gemiddelde WOZ-waarde van koop- en huurwoningen (gegevens voor de jaren vanaf 2019). Omdat de gemiddelde WOZ-waarde van koopwoningen een beter beeld geeft van de gemiddeld betaalde OZB door huishoudens met een koopwoning gaat het COELO voortaan uit van deze waarde. De waarde van koopwoningen is over het algemeen hoger dan die van huurwoningen. Dit verklaart de ontwikkeling van het landelijk gemiddelde van de woonlasten van € 811 voor 2021 naar € 904 in 2022.

 

In onderstaande grafiek is een vergelijking opgenomen van de gemeentelijke woonlasten (ozb, riool- en afvalstoffenheffing) binnen de provincie Utrecht. Ook de landelijke en provinciale gemiddelden zijn daarbij vermeld. Hiermee zijn de onderlinge verschillen tussen gemeenten nog inzichtelijker gemaakt. 

 

(Bron: Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden)

 

In het voorjaar van 2023 wordt de Atlas van de lokale lasten 2023 uitgebracht. De uitkomsten hiervan nemen we op in de volgende begroting.

Ontwikkeling belastingdruk voor ondernemers

Terug naar navigatie - Ontwikkeling belastingdruk voor ondernemers

Bij het vaststellen van de programmabegroting 2021 is de motie “Ondernemers in beeld” aangenomen. Op basis van deze motie zijn de lasten voor de ondernemer in De Ronde Venen (zoveel mogelijk) in beeld gebracht. De lokale heffingen voor ondernemers bestaan uit OZB niet-woningen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, marktgelden en Bedrijven investeringszone (BIZ)-bijdrage.

 

De BIZ-bijdrage is geen inkomsten voor de gemeente maar wordt door de gemeente geheven en als subsidie overgedragen aan de Stichting Koopcentrum Mijdrecht. Er zijn ook lokale heffingen die niet ten laste komen van de ondernemers maar wel via de ondernemer worden geheven, dat zijn land- en watertoeristenbelasting.

 

Ondernemers worden ingedeeld naar winkel, kantoor, hotel, agrarisch bedrijf, groothandel en productiebedrijf. Door de variatie in ondernemers ontstaan verschillen in de gemiddelde WOZ-waarden, waterverbruik en afval. Hierdoor is er geen benchmark beschikbaar op gemeentelijk niveau. Van de lokale lasten is de onroerendezaakbelasting de belangrijkste voor ondernemers. Uit de vergelijking met omliggende gemeenten blijkt dat we een laag tarief hanteren.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Als inwoners een laag inkomen hebben dan kunnen zij in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De belasting hoeft dan niet of niet helemaal betaald te worden. In 2023 is rekening gehouden met € 145.000 aan kwijtscheldingen. Deze kosten maken onderdeel uit van het gemeentelijk minimabeleid.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  1. Voor de jaren 2023 - 2026 is er sprake van een structureel sluitende begroting.
  2. Als gemeente brengen we zoveel mogelijk relevante risico’s die we lopen in beeld, zodat we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven ernaar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. Daarvoor stimuleren we het risicobewustzijn van medewerkers en het tijdig treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van risico’s. Als toch een financieel risico zich voortdoet dan kunnen we het weerstandsvermogen inzetten. De geactualiseerde verhouding tussen risico's en de mogelijkheid om deze te kunnen opvangen vanuit het weerstandsvermogen is "uitstekend".
  3. Door nog uit te voeren investeringen in wegen, sportvelden, kindcentrum Hofland en beschoeiingen van de legakkers nemen de kosten van afschrijvingen toe met € 1,6 miljoen van € 4,1 miljoen in 2021 naar € 5,7 miljoen in 2026. Dit zorgt ervoor dat de gemeentelijke kosten steeds meer een langdurig karakter hebben. Hierdoor neemt de wendbaarheid in de begroting af.
  4. Om de geplande investeringen uit te voeren gaan we geldleningen aantrekken om deze te financieren. Hierdoor neemt de schuldenpositie toe en dat is zichtbaar in het financieel kengetal 'netto schuldquote'.

Beleidskader voor weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Beleidskader voor weerstandsvermogen en risicobeheersing

We willen bereiken dat er sprake is van een gezonde financiële positie om voldoende slagkracht te hebben voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat vergt niet alleen een structureel sluitende begroting en jaarrekening, maar daarnaast voldoende weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's. Informatie over de financiële positie, het weerstandsvermogen en de risico's zijn beschreven in deze paragraaf.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Landelijk is bepaald dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing vijf kengetallen worden opgenomen. De kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie. Deze kengetallen hebben geen functie als normeringsinstrument, maar zijn juist bedoeld om de gemeentelijke financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken en de onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten te vergroten. 

 

Nr.

Kengetal

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Landelijke financiële kengetallen

           

1

Netto schuldquote

51% 56% 67% 64% 57% 55%

2

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

49% 54% 65% 62% 55% 53%

3

Solvabiliteitsratio

31% 29% 27% 31% 37% 40%

4

Grondexploitatie

-3% 0% 0% 0% 0% 0%

5

Structurele exploitatieruimte

2,9% 1,4% 1,7% 5,7% 7,6% 3,1%

6

Belastingcapaciteit

100% 103% 104% 104% 104% 104%

Lokale financiële kengetallen

           

7

Afschrijvingen x € 1.000

4.099 4.091 4.344 5.078 5.410 5.674

8

Afschrijvingen uitgedrukt in een percentage t.o.v. de lasten

4,1% 3,7% 4,2% 4,9% 5,2% 5,5%

Toelichting:

  1. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft dus een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. De schuldpositie neemt toe om de geplande investeringen te kunnen financieren. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we onder de categorie 'minst risicovol'. 
  2. De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, zoals het startersfonds SVn, vertoont hetzelfde beeld.
  3. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we onder de categorie 'risicovol'. 
  4. De boekwaarde van de voorraden grond worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we onder de categorie 'minst risicovol'. 
  5. Voor de structurele exploitatieruimte geldt: hoe hoger het percentage, hoe beter. Als de baten structureel hoger zijn dan de structurele lasten geeft dit meer slagkracht om maatschappelijke vraagstukken op te lossen.  Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we onder de categorie 'minst risicovol'. 
  6. De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde in 2022 is € 904 aan gemeentelijke woonlasten van een meerpersoonshuishouden. Onze woonlasten zijn in 2022 3% hoger ofwel € 933. In 2023 wordt het landelijk gemiddelde voor 2023 bekend gemaakt. 
  7. In overleg met de auditcommissie is het kengetal 'afschrijvingen' toegevoegd aan de financiële kengetallen.
  8. Een procentuele toename van de afschrijvingen ten opzichte van de totale lasten geeft aan een vermindering van de wendbaarheid in de begroting.

Relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen

Terug naar navigatie - Relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen

In het Treasurystatuut 2018 - 2021 is opgenomen dat in zowel de begroting als in de verantwoording inzicht wordt verstrekt tussen de relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen. Dit is van belang om inzicht te geven of op termijn de aflossingen ongeveer gelijk gaan lopen met de afschrijvingen. 

 

 

In 2023 zijn de afschrijvingen en aflossingen nagenoeg gelijk aan elkaar. Dankzij de begrotingsoverschotten 2024 - 2026 zijn minder leningen benodigd en daardoor ontstaan verschillen tussen de omvang van aflossingen en afschrijvingen.

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen
    2023 2024 2025 2026
1 Beschikbare weerstandscapaciteit 36.240 42.620 51.607 56.177
2 Risico's 11.290 11.290 11.290 11.290
3 Ratio weerstandsvermogen 3,2 3,8 4,6 5,0

 

Een ratio hoger dan 2 wordt bestempeld als uitstekend.

Beschikbare weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsvermogen

De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen en mogelijkheden om niet begrote, onvoorziene en (mogelijk) materiële kosten te dekken. De weerstandscapaciteit kan structureel en incidenteel van aard zijn. Incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit het vermogen van de gemeente om eenmalige risico’s te dekken, zonder dat dit invloed heeft op het bestaande beleid. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die permanent kunnen worden ingezet om risico’s af te dekken zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van het beleid.

 

 

Top tien van de risico's

Terug naar navigatie - Top tien van de risico's

In het onderstaande overzicht is de top tien van de totale risico-inventarisatie opgenomen. Daarnaast zijn onder nummer 11 de overige risico's (totaal 41) samengevoegd.

 

Samenvatting kwantificering – bedragen x € 1.000
  Onderwerp Gemiddeld Beheersmaatregelen
1 Algemene uitkering  2.000 Ontwikkelingen vanuit het Rijk worden nauwlettend gevolgd.
2 Risico dat de financiële gevolgen van de meerjarige onderhoudskosten van onze relaties (dorpshuizen, verenigingsgebouwen, zwembaden, vastgoed in gebruik van derden, etc.) op de begroting van de gemeenten gaan drukken. 1.000

In gesprek met onze relaties komen tot een passende oplossing, waarbij meerdere opties worden overwogen.

3 Cybercrime - gijzeling van informatie en systemen 500

Toepassen van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheden) en dan met name:

  • Vergroten informatieveiligheidsbewustzijn van de medewerkers
  • Toepassen van Multi Factor Authenticatie
  •  Segmentering van het computernetwerk
  • Toepassen van firewall-technieken
  • Toepassen van NAC-technieken (Network Access Control)
  • Toepassen van patch- en hardenings-management
  • Monitoren van beheer-accounts (gepland 2022)
4 Cybercrime - Overig (o.a. fraude, phisingmails, schade aan buiten installaties en software) 500 Toepassen van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheden) en dan met name:
  • Vergroten informatieveiligheidsbewustzijn van de medewerkers
  • Toepassen van actuele endpoint-bescherming
  • Toepassen van een email-‘wasstraat’
  • Toepassen van ‘vier-ogen’-principe bij financiële transacties
  • Toepassen van software-whitelisting op de gemeentelijke apparaten
5 Extra onvoorziene personele uitgaven, vanwege toenemend verzuim, afname van kennis door verloop, toenemende complexiteit van taken en betaling WW door de reorganisatie. 500 Focus op het voorkomen van verzuim door aandacht voor goede werkomstandigheden en - werkrelaties. Bij ziekte vroegtijdig aandacht voor herstel en begeleiding terug naar werk. Door opleidings- en ontwikkelmogelijkheden en toepassing van arbeidsvoorwaarden voorkomen dat medewerkers de organisatie vroegtijdig verlaten. Bij reorganisatie in overleg met de betreffende medewerker op zoek gaan naar passende werkzaamheden binnen of buiten de organisatie.
6 Revitalisering en huurkwestie woonwagens 500 Aan de hand van een extern onderzoek de behoeftestelling voor de 2e en 3e generatie vaststellen
7 Terugbetaling na verantwoording doeluitkeringen vanwege fouten, ziekte, nalatigheid, niet behalen van het doel of andere omstandigheden. 500 Kennis over verantwoording doeluitkeringen en werkwijzen breder delen. 
8 Openeinderegelingen sociaal domein - Jeugdwet 450 Gebruik sociale basis versterken en meer regie voeren op inzet jeugdhulp
9 Financiering 300
  • Spreiding van leningenportefeuille.
  • Periodiek overleg met de bank
10 Openeinderegelingen sociaal domein - Regeling Participatiewet /Werk en inkomen  250 Inzet op snelle uitstroom van het bijstandsbestand.
11 Overige risico's 4.790 Dit betreft de kwantificering van de overige 41 risico's.
  Totaal 11.290  

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De middelen waarover de gemeente De Ronde Venen kan beschikken per 31 december 2023 - 2026 om niet begrote kosten te dekken zijn weergegeven in onderstaande tabel.

 

Berekening beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2023 - 2026 (bedragen x € 1.000)
    2023 2024 2025 2026
1 Post onvoorzien  125 126 128 129
2 Begrotingsresultaat 2023 - 2026 1.811 6.217 8.540 3.291
3 Algemene reserve 22.332 24.305 30.967 40.785
4 Onbenutte belastingcapaciteit 7.684 7.684 7.684 7.684
5 Stille reserves 4.288 4.288 4.288 4.288
  Totaal 36.240 42.620 51.607 56.177

Toelichting:

  1. In overeenstemming met het begrotingstoezicht van de provincie Utrecht is budget opgenomen voor het opvangen van onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare kosten voor de jaren 2023 - 2026.
  2. De begrotingsresultaten van de jaren 2023 - 2026 maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
  3. De algemene reserve is het niet-bestemde deel van het eigen vermogen van de gemeente. Deze reserve speelt een belangrijke rol in de weerstandscapaciteit van de gemeente.
  4. De gemeente kan structureel (extra) middelen genereren door belastingen te verhogen en heffingen meer kostendekkend te maken (voor zover daar nog mogelijkheden voor bestaan). Het structureel genereren van extra middelen kan worden ingezet om de weerstandscapaciteit te versterken. De belastingruimte is hoofdzakelijk te vinden bij de onroerendezaakbelasting, omdat kostendekkende tarieven het uitgangspunt is bij de rioolheffing en afvalstoffenheffing. De onbenutte belastingcapaciteit is afgeleid uit de norm die het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor 2023 hanteert voor het aanvragen van financiële steun.
  5. De stille reserves worden gevormd door de voorraden grond waarvan de taxatiewaarde hoger ligt dan de boekwaarde. Deze reserves zijn van betekenis in relatie tot het balanstotaal, dan wel de financiële positie. De omvang van de stille reserves bedraagt per 1 januari 2022 € 4.288.000. Naast de voorraden grond bezit de gemeente aandelen van BNG Bank en Vitens. Deze kunnen op termijn verkocht worden. Doordat de aandelen van deze partijen in het bezit zijn van het Rijk, provincies en gemeenten is hiervoor geen ‘markt’. Hierdoor wordt volstaan met een melding in deze paragraaf.

 

Kapitaalgoederen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte legt beslag op een substantieel deel van de financiële middelen in de programmabegroting. Daarom is het belangrijk dat meerjarig de kaders voor het beheer zijn vastgesteld en de financiële gevolgen inzichtelijk zijn en vertaald in de gemeentebegroting.
  • Actuele beleids- en beheerplannen is een voorwaarde voor het inzichtelijk hebben van toekomstige investeringen en onderhoudsbudgetten om de kapitaalgoederen in stand te houden.
  • De openbare ruimte wordt ook komend jaar beheerd en onderhouden op basis van wettelijke regels, zorgplicht en de bedoelde functionaliteit en kwaliteit zoals die in de beleids- en beheerplannen is benoemd.
  • In 2022 wordt voor de kapitaalgoederen wegen, riolering en gebouwen het beheerplan geactualiseerd en ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Voor kunstwerken en openbare verlichting is een actueel beheerplan beschikbaar.
  • Voor groen is een actueel beheerplan beschikbaar. In de periode 2023 - 2026 is op basis van het coalitieakkoord 'In het hart' voor het onderhoud van het openbaar groen een aanzienlijk extra budget opgenomen om het onderhoud van het openbaar groen op orde te brengen en te verbeteren.

Wegen | Beleid

Terug naar navigatie - Wegen | Beleid
  • Het wegenbeheerplan 2023 - 2027 is in december 2022 in de raad ter goedkeuring. Dit beheerplan is opgesteld op basis van assetmanagement en is de leidraad voor het wegenbeheer in deze periode.
  • Jaarlijks wordt er een risicoanalyse opgesteld om de (nieuwe) prioritering voor het wegenonderhoud op te stellen.
  • Onder het onderdeel wegen vallen ook de civieltechnische kunstwerken. Hiervoor heeft de raad in november 2019 een beheerplan voor de periode 2020 - 2024 vastgesteld op basis van assetmanagement.
  • Het beleidsplan openbare verlichting 2020 - 2024 is in december 2019 door de raad vastgesteld.

Wegen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Wegen | Uitvoering

Voor wegen staan in 2023 de volgende projecten gepland:

  • Reconstructie Ringdijk 2e Bedijking -> doorgeschoven vanuit 2022;
  • Reconstructie Tienboerenweg;
  • Reconstructie deel Veldweg;
  • Aanpak parkeersituatie Vinkeveen Noord;
  • Voorbereiden 2e Velddwarsweg;
  • Voorbereiden A.C. Verhoefweg;
  • Voorbereiden Dukaton;
  • Scenario's uitwerken reconstructie Baambrugse Zuwe.

 

Voor kunstwerken staan in 2023 de volgende projecten gepland:

  • Heulbrug (beweegbare brug); 
  • Nellesteinsebrug  (beweegbare brug); 
  • Stokkelaarsbrug  (beweegbare brug);  
  • Diverse vaste betonnen en houten bruggen.

 

Voor verlichting gaan we in 2023 circa 300 masten en circa 700 armaturen in Abcoude vervangen.

Wegen | Financiën

Terug naar navigatie - Wegen | Financiën
  • In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld 2.1 Verkeer en vervoer  zijn de jaarlijkse kosten van onderhoud wegen, kunstwerken en openbare verlichting opgenomen.
  • De investeringsbudgetten uit het wegenbeheerplan 2023 - 2027 zijn verwerkt in  het overzicht  nieuwe investeringen 2023 - 2026 van deze programmabegroting.

Riolering | Beleid

Terug naar navigatie - Riolering | Beleid

Een goede riolering draagt bij aan de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Met het gemeentelijk rioleringsplan geeft de gemeente aan hoe zij op een doelmatige manier omgaat met de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. 

Eind 2022 wordt het Water en rioleringsplan (WRP) 2023-2027 aan de raad ter vaststelling aangeboden.

Riolering | Uitvoering

Terug naar navigatie - Riolering | Uitvoering

Het onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel omvat onder meer het reinigen, ontstoppen en repareren van riolen, dagelijks beheer van rioolgemalen en het vegen van straten. In 2023 worden de acties uit het  gemeentelijk water- en rioleringsplan (WRP) opgepakt. 

Riolering | Financiën

Terug naar navigatie - Riolering | Financiën

In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld 7.2 Riolering zijn de jaarlijkse kosten en opbrengsten van riolering opgenomen.   De investeringsbudgetten uit het Water- en rioleringsplan 2023 - 2027 zijn verwerkt in  het overzicht  nieuwe investeringen 2023 - 2026 van deze programmabegroting.  Zoals blijkt uit de paragraaf Lokale heffingen zijn de tarieven van rioolheffing kostendekkend.

Water | Beleid

Terug naar navigatie - Water | Beleid

Water is van grote betekenis voor maatschappij, mens en milieu. Om "droge voeten" te houden is het van belang dat de gemeente haar watergangen goed beheert. Dit betekent dat de watergangen tijdig gebaggerd en geschoond moet worden. Daarnaast moet de gemeente de oevers in stand houden. Het waterschap stelt door middel van haar Keur eisen aan de watergangen. De gemeente heeft ontvangstplicht voor de vrijgekomen bagger en maaisel. Het huidige beleid beperkt zich op calamiteitenonderhoud van beschoeiingen en baggeren.

Water | Uitvoering

Terug naar navigatie - Water | Uitvoering

Voor de beschoeiingen worden alleen de calamiteiten uitgevoerd. De watergangen worden geschoond van vegetatie. Daarnaast wordt de vrijgekomen bagger verwerkt, conform de wettelijke ontvangstplicht.

Water | Financiën

Terug naar navigatie - Water | Financiën

In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld  2.4 Economische havens en waterwegen zijn de jaarlijkse kosten van onderhoud aan beschoeiingen en baggeren opgenomen.

Groen | Beleid

Terug naar navigatie - Groen | Beleid

In 2017 is het groenbeleidsplan 2017-2040 vastgesteld. Met dit beleidsplan wordt, aan de hand van streefbeelden, duidelijk hoe we de komende jaren om willen gaan met het openbaar groen.

Groen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Groen | Uitvoering
  • De gemeente zorgt voor het in stand houden van het openbaar groen, zodanig dat deze veilig, heel en schoon is. En voldoet aan de huidige functies, zoals sierfunctie, afschermende functie of gebruiksfunctie.
  • In 2023 gaan we op basis van het groenbeheerplan extra investeren in onderhoud van het openbaar groen om zo de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren.
  • In 2021 zijn we gestart met het bestrijden van de Japanse duizendknoop op een aantal risicolocaties. Alle locaties die bekend zijn worden gemonitord. We zien dat het aantal locaties met Japanse duizendknoop toeneemt. We proberen zoveel mogelijk de risicolocaties met een geringe oppervlakte bestrijden. Dit wordt in 2023 voortgezet.
  • Het vervangingsplan van populieren in de buitengebieden wordt voortgezet. 

Groen | Financiën

Terug naar navigatie - Groen | Financiën

In het budgetoverzicht van programma  1 Wonen, taakveld 5.7 Openbaar groen en recreatie zijn de jaarlijkse kosten van onderhoud van groen en speelvoorzieningen opgenomen.

Vanuit de kadernota 2023 en  vanuit het coalitieakkoord "In het hart" is respectievelijk € 250.000 en  € 500.000  aan de onderhoudsbudgetten 2023 toegevoegd. 

Gebouwen | Beleid

Terug naar navigatie - Gebouwen | Beleid

De nota Vastgoed en het beheerplan gebouwen zijn in 2017 vastgesteld. Uitvoering wordt gegeven aan de nota Vastgoed. In de tweede helft van 2022 vindt besluitvorming plaats over het geactualiseerde beheerplan gebouwen. De kosten verbonden aan de verduurzaming van de gemeentelijke vastgoedportefeuille is hierin ook inzichtelijk gemaakt. In het nieuwe beheerplan gebouwen zijn de ambities, technische en financiële kaders voor de komende periode opgenomen.

Gebouwen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Gebouwen | Uitvoering

De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat uit kantoorgebouwen, onderwijshuisvesting/gymzalen, Veenweidebad, maatschappelijk vastgoed en gebouwen/gronden die te koop staan of komen. Deze laatste categorie is toegelicht in paragraaf Grondbeleid, bij het onderdeel Gronden die niet voor de publieke taak zijn bestemd.

In 2023 wordt uitvoering gegeven aan het meerjarenonderhoudsplan gebouwen

Gebouwen | Financiën

Terug naar navigatie - Gebouwen | Financiën

In de verschillende domeinen en programma's staan toevoegingen aan de "Onderhoudsvoorziening gemeentelijk vastgoed".  Deze voorziening is toegelicht in de Financiële begroting. Naast deze toevoeging aan de voorziening zijn voor verschillende gebouwen budgetten beschikbaar voor regulier contractonderhoud, verzekeringen, energie en belastingen.

Financiering

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Voor de periode 2022 - 2026 is rekening gehouden met het aantrekken van 35 miljoen euro aan nieuwe geldleningen. Dit is onder meer nodig om investeringen te kunnen betalen.
  • Voor de nieuw aan te trekken geldleningen is rekening gehouden met 1,5%. 
  • Voor stijging van rente is rekening gehouden met een risico van 0,3 miljoen euro. Dit risico is opgenomen in de risico-inventarisatie zoals weergegeven in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
  • Aan de boekwaarde van investeringen is 1,0% toegerekend.
  • Voor 2023 gelden er twee landelijke normen waaraan we voldoen:
    • Kasgeldlimiet 8,9 miljoen euro;
    • Renterisiconorm 20,8 miljoen euro.

Beleidskader

Terug naar navigatie - Beleidskader

Het gemeentelijke financieringsbeleid is erop gericht om: 

  • Te voorzien in de financieringsbehoefte op korte en lange termijn.
  • Het beheersen van de risico’s die met deze transacties verbonden zijn.
  • Het zoveel mogelijk beperken van de rentekosten van de leningen.
  • Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

 

Het uitvoeren van het financieringsbeleid vindt plaats binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden, de Wet houdbare overheidsfinanciën en wet verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden. De aanvullende regels vanuit het Treasurystatuut zijn mede bepalend voor het uitvoeren van de financieringsfunctie. In december 2017 heeft de gemeenteraad het Treasurystatuut 2018 - 2021 vastgesteld. 

Risicobeheersing - Algemeen

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Algemeen

Landelijk gelden er twee risicobeheersingsrichtlijnen waaraan de gemeente De Ronde Venen moet voldoen, te weten de kasgeldlimiet en renterisiconorm. Aan beide normen voldoet de gemeente De Ronde Venen.

Risicobeheersing - Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Kasgeldlimiet

Voor korte financiering (looptijd tot 1 jaar) geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. Dit risico wordt beperkt door een zogenoemde kasgeldlimiet op basis van de wet financiering decentrale overheden. Dit houdt in dat de omvang van de kortlopende schuld maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag zijn. Binnen de kasgeldlimiet wordt een deel van de financieringsbehoefte afgedekt uit kortlopende leningen (kasgeldleningen).  De kasgeldlimiet wordt optimaal benut vanuit de gedachte dat rente van kortlopend geld, zoals daggeld en kasgeld, lager is dan van langlopende leningen.

Berekening geldstromen en toets op de kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Berekening geldstromen en toets op de kasgeldlimiet

Een kasstroomoverzicht geeft inzicht in de geldstromen. Deze geldstromen hebben effecten op de omvang van de liquide middelen. Hieronder wordt verstaan het totaal van de kas en banksaldi. De geldstromen van 2021 tot en met 2026 zijn hierna vermeld.

 

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
    2021 2022 2023 2024 2025 2026

1

Kas- en banksaldi per 1 januari

10.208 -1.779 840 -2.564 3.389 4.876
2 Kasstroom uit operationele activiteiten -1.297 1.713 5.300 11.392 13.878 9.117
3 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -5.196 -10.199 -14.434 -11.086 -7.988 -4.167
4 Kasstroom uit financieringsactiviteiten -5.494 11.105 5.730 5.647 -4.403 -4.403
5 Kas- en banksaldi per 31 december -1.779 840 -2.564 3.389 4.876 5.423
  Toets op de kasgeldlimiet            
6 Kasgeldlimiet -8.200 -8.300 -8.900 -8.800 -8.800 -8.800
7 Ruimte binnen kasgeldlimiet -6.421 -9.140 -6.336 -12.189 -13.676 -14.223

Toelichting:

  1. Dit betreft de kas en banksaldi per 1 januari van de jaren 2021 tot en met 2026.
  2. In de operationele activiteiten zijn onder meer verwerkt de effecten van bouwgronden in exploitatie, de inzet van reserves en voorzieningen, ontwikkelingen in de vorderingen en schulden.
  3. Dit betreft de bestedingen aan investeringen.
  4. Hierin is opgenomen de aflossingen op de geldleningen en het aantrekken van langlopende leningen.
  5. Dit betreft de kas en banksaldi per 31 december van de jaren 2021 tot en met 2026.
  6. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
  7. Beschikbare ruimte binnen de kasgeldlimiet. We mogen het kasgeldlimiet 2 kwartalen overschrijden vervolgens informeren we onze toezichthouder, te weten het college van gedeputeerde staten van Utrecht.

 

Risicobeheersing - Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Renterisiconorm

Bij het aantrekken van langlopende leningen moet rekening worden gehouden met de renterisiconorm. Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. Onder renteherzieningen wordt verstaan het bedrag aan leningen waarvan op grond van de leningsvoorwaarden de rente in het lopende kalenderjaar eenzijdig door de tegenpartij kan worden herzien. In de leningenportefeuille zijn er geen contracten met een eenzijdige renteherziening door de geldgever.

 

Renterisiconorm 2021 - 2026  (bedragen x € 1.000)
  2021 2022 2023 2024 2025 2026
1 Renterisiconorm (20% van oorspronkelijke begrotingstotaal) 19.200 19.450 20.830 20.700 20.790 20.710
2 Renterisico = aflossingen + renteherzieningen 5.470 3.890 4.270 4.350 4.400 4.400
3 Ruimte onder renterisiconorm (1 min 2) 13.730 15.560 16.560 16.350 16.390 16.310

 

In de afgelopen jaren is de gemeente De Ronde Venen ruimschoots onder de vastgestelde norm gebleven. Voor de jaren 2022 - 2026 gaan we de norm niet overschrijden.

Ontwikkeling langlopende leningen

Terug naar navigatie - Ontwikkeling langlopende leningen

In onderstaande grafiek is de omvang van leningen opgenomen voor de periode 2021 - 2026. Hierbij is rekening gehouden met de nog aan te trekken geldleningen in de jaren 2022 - 2026. 

 

 

 

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

De regeling schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen en beleggingen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit behoudens een drempelbedrag wat bepaald is op 2% van het begrotingstotaal. Dat is voor 2023 € 2.080.000.

 

Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen mag een gemeente gemiddeld over het hele kwartaal maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist aanhouden. Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. Dit verlaagt namelijk de externe financieringsbehoefte van het Rijk, waardoor het Rijk minder hoeft te financieren op de markt, hetgeen zich weer vertaalt in een lagere staatsschuld. Daarnaast verwacht het Rijk een verdere vermindering van de beleggingsrisico’s waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. De middelen die een gemeente in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.

Rente- en treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Rente- en treasuryresultaat

De kosten en opbrengsten van rente zijn volgens landelijke verslagleggingsrichtlijnen toegerekend aan bouwgronden in exploitatie en investeringen. Er is sprake van een rente- en een treasuryresultaat. In het laatste resultaat is opgenomen de opbrengst van dividend.

 

    Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026
1 De externe rentelasten over de korte en lange financiering 1.002 950 1.105 1.162 1.145 1.054
2 De externe rentebaten over de korte en lange financiering -138 -29 -30 -30 -30 -30
3 Saldo rentelasten en rentebaten 864 921 1.075 1.132 1.115 1.024
  Toerekening:            
4 De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -18 -15 0 0 0 0
5 Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -903 -915 -976 -1.075 -1.179 -1.184
6 Renteresultaat (afrondingsverschillen in de toe te rekenen rente) -57 -9 99 57 -64 -160
7 Ontvangen dividend BNG Bank  -98 -85 -70 -70 -70 -70
8 Ontvangen dividend Vitens [1] 0 -0 -0 -36 -36 -36
9 Treasuryresultaat (- = voordeel en + nadeel) -155 -94 29 -49 -170 -266

 

[1]  Voor de jaren 2020 - 2023 ontvangen we geen dividend om daarmee de kosten van verouderde waterleidingen te kunnen opvangen en het verbeteren van de financiële positie van Vitens. 

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een overheid moet betrouwbaar zijn. Gemeente De Ronde Venen wil een sterke, betrouwbare en moderne organisatie zijn voor onze inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en medewerkers. De gemeentelijke organisatie staat tussen de inwoners. Om nog beter in te kunnen spelen op de veranderingen in de samenleving en de inhoudelijke ambities van de gemeenteraad en het college is een aantal ontwikkelingen noodzakelijk. Deze ontwikkelingen staan onderstaand beschreven.

Een sterke gemeentelijke organisatie (Organisatieontwikkeling)

Terug naar navigatie - Een sterke gemeentelijke organisatie (Organisatieontwikkeling)

Organisatieontwikkeling

Om beter in te kunnen spelen op de veranderende rol van de overheid in een veranderende wereld is de ontwikkeling van de organisatie in gang gezet. In 2022 is de structuur van de organisatie aangepast. In 2023 ligt de focus op de gewenste manier van werken: ‘Samen voor elkaar’. Met als belangrijkste kernwaarden durf, resultaat en verbinding. Het is van groot belang dat we samenhang creëren tussen werkzaamheden, waardoor processen optimaal uitgevoerd kunnen worden.

Aantrekkelijke werkgever

Om een sterke gemeentelijke organisatie te blijven is het van groot belang dat we de huidige medewerkers blijven binden en boeien en dat we een aantrekkelijke werkgever zijn voor nieuw talent. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt is het meer dan ooit belangrijk dat we blijvend investeren in de talenten van onze huidige medewerkers. Hiervoor vragen we extra opleidingsbudget. Het opleidingsbudget gebruiken we zowel voor trainingen die we organisatiebreed aanbieden als voor individuele opleidingswensen van medewerkers.

Verstevigen positie op de arbeidsmarkt

Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt is het niet vanzelfsprekend dat werkzoekenden massaal reageren op onze vacatures. Dit leidt op sommige plekken in de organisatie tot uitdagingen. Deze uitdagingen bieden wij het hoofd door op sommige plekken in de organisatie te kiezen voor inhuur, maar onze doelstelling is om deze vacatures in te vullen met medewerkers die zich aan onze organisatie willen binden. Om die reden zetten we in 2023 een extra stap in het verstevigen van onze positie op de arbeidsmarkt. We zetten extra in en herijken onze arbeidsmarktcommunicatie en verstevigen ons recruitment.

Een eigentijdse dienstverlening

Terug naar navigatie - Een eigentijdse dienstverlening

Dienstverlening

Vragen van inwoners en ondernemers worden snel en oplossingsgericht beantwoord. Op het moment dat inwoners zich niet gehoord voelen of niet weten waar of hoe zij op hun vraag antwoord kunnen krijgen is een (online) loket beschikbaar. Dit geldt ook voor inwoners met vragen binnen het sociaal domein als zij er met het servicepunt niet uitkomen. 

Digitalisering en ICT

De digitaliseringsopgave van De Ronde Venen laat zich samenvatten als het organisatie breed verder invoeren en op orde krijgen van het digitaal werken. Zowel in de werkprocessen, de bedrijfsvoering en in de klantcontacten met inwoners, ondernemers en (maatschappelijke) partners. 


Nieuwe wet- en regelgeving vraagt (ook) om een steeds forsere digitaliseringscomponent. ICT is een randvoorwaarde om digitalisering mogelijk te maken. Ondersteunend aan de digitaliseringsopgave realiseren we een vernieuwde, moderne digitale werkomgeving.


Om digitaliserings-, wet- en regelgeving en ICT-projecten vanuit regie op te pakken en hierbij keuzes te kunnen maken, stellen we een meerjarig digitaliseringsplan op. Dit plan geeft inzicht in de meerjarige financiële effecten van onze ICT(-omgeving). Op deze manier wordt duidelijk waar we de komende jaren moeten investeren

Een betrouwbare gemeente (Juridische kwaliteitszorg en rechtmatigheid, informatieveiligheid en privacy)

Terug naar navigatie - Een betrouwbare gemeente (Juridische kwaliteitszorg en rechtmatigheid, informatieveiligheid en privacy)

Informatieveiligheid en privacy

De gemeente beheert veel gegevens van inwoners. We gaan zorgvuldig met deze gegevens om en houden dit veilig. Dit borgen we onder andere in de ICT-infrastructuur van de gemeente, maar juist ook door hier blijvend aandacht voor te houden in de gemeentelijke organisatie. Om die reden geven wij onder andere (online) trainingen, zodat het bewustzijn van de verantwoordelijkheid voor informatieveiligheid constant onder de aandacht blijft.

Juridische kwaliteitszorg

We maken komend jaar de beweging om formele bezwaren en klachten te verminderen, door juist aan de voorkant informele gesprekken te voeren. Daarnaast vormt de juridische kwaliteitszorg onderdeel van de algehele kwaliteitszorg van (werk)processen en bij de voorbereiding en uitvoering van besluiten. Op deze manier werken we aan een gemeente die voorspelbaar is voor onze inwoners en voorkomen we bezwaren.

Rechtmatigheid door het college

Op 31 mei 2022 is door de Tweede Kamer besloten dat vanaf verslagjaar 2023 de rechtmatigheidsverantwoording door het college wordt afgegeven. De belangrijkste processen, de processen met een grote financiële impact, zijn vormgegeven in het business control framework. Als uit de eigen controles wordt geconstateerd dat er sprake is van afwijkingen op rechtmatigheidsaspecten, dan wordt dit verantwoord in de verantwoording 2023. Hierbij geven we dan aan hoe we dit in de toekomst gaan oplossen.

Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

Terug naar navigatie - Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken komen voort uit de Gemeentewet artikel 213a. Deze wet schrijft voor dat het college jaarlijks zijn eigen beleid tweemaal dient te toetsen. Sinds de gemeente een goed functioneerde rekenkamercommissie heeft ingesteld, heeft de raad de mogelijkheid om zelfstandig opdrachten te verstrekken aan de rekenkamercommissie voor eigen doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken. 

Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht

Eén van de kerntaken van de provincie is toezicht houden op de uitvoering van wettelijke taken door gemeenten, waterschappen en gemeentelijke regelingen. Dit gebeurt risicogericht, proportioneel, op afstand waar het kan, ingrijpen waar het moet. Het gaat om de volgende beleidsterreinen:

  • Financiën
  • Omgevingsrecht
  • Archiefwet
  • Huisvesting vergunninghouders

De provincie Utrecht publiceert de resultaten van het interbestuurlijk toezicht op internet. De resultaten zijn te vinden op https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/interbestuurlijk-toezicht/.

Personeel & Organisatie

Terug naar navigatie - Personeel & Organisatie

CAO-ontwikkeling

In de meerjarenbegroting van personeelskosten is voor 2023 e.v. is rekening gehouden met een stijging van de cao-lonen van 4%. De huidige cao-afspraken lopen tot 31 december 2022. Gelet op de economische ontwikkelingen, de uitkomst van de cao-onderhandelingen van het Rijk en een tijd waarbij inflatie en schaarste op de arbeidsmarkt in 2023 doorwerkt, is het niet onredelijk om met een loonstijging van deze omvang rekening te houden. In 2021-2022 bedroeg de werkelijke loonstijging in totaal ook circa 4%. 

De formatie van 2023 betreft 320,1 FTE.

Bedrijfsvoeringskosten | Definities

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoeringskosten | Definities

De hieronder beschreven definities zijn landelijk bepaald en gelden voor alle gemeenten.

  1. Capaciteitskosten zijn de totale kosten die de organisatie maakt aan salarissen, sociale lasten, werkkostenregeling en inhuur. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de griffie en het bestuur. Deze kosten worden niet afzonderlijk toegelicht omdat ze onderdeel zijn van overhead en apparaatskosten. 
  2. Overhead betreft alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Een groot deel hiervan bestaat uit capaciteitskosten van medewerkers van ondersteunende afdelingen en leidinggevenden. Daarnaast zijn er kosten voortkomend uit ondersteunende taken die gedekt worden uit voor die taken opgenomen budgetten, zoals informatievoorziening en ICT. De kosten van overhead zijn opgenomen in programma 4 Bestuur en bedrijfsvoering.
  3. Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (capaciteitskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten (zoals meubilair) die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur.

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven.

 

Overhead bestaat uit:

  • Personele capaciteitskosten overhead (management, bestuur- en managementondersteuning primair proces, alle kosten van personele inzet voor personeel en organisatiebeleid, inkoop, communicatie, juridische zaken, informatievoorziening en automatisering, documentaire informatievoorziening, huisvesting, facilitaire zaken, financiën etc.).
  • Materiële kosten (goederen en diensten) voor:
    • Bestuurszaken en bestuursondersteuning (exclusief de griffie omdat die geen onderdeel uitmaakt van de ambtelijke organisatie)
    • Documentaire informatievoorziening (DIV)
    • Facilitaire zaken en Huisvesting (incl. beveiliging)
    • Financiën, toezicht en controle voor de eigen organisatie
    • Informatievoorziening en automatisering
    • Inkoop (inclusief aanbesteding en contractmanagement)
    • Interne en externe communicatie m.u.v. klantcommunicatie
    • Juridische zaken
    • Personeel en organisatie


De onderstaande kosten van overhead bij programma 4 Bestuur en ondersteuning maken onderdeel uit van de apparaatskosten.

Uit deze tabel blijkt dat de kosten van overhead in 2023 toeneemt en vervolgens in de jaren 2024-2026 afnemen. De toename t.o.v. 2022 wordt grotendeels veroorzaakt doordat de inzet van 2 FTE data-analisten, 2 FTE inkoop, 1 FTE adviseur organisatieontwikkeling en 1 FTE Strategisch adviseur inwonersparticipatie allen het label 'overhead' hebben. Daar staat tegenover een besparing op minder management -1,8 FTE. 


Op het gebied van Informatievoorziening & Automatisering (046 I&A) wordt extra structureel budget vrijgemaakt om een impuls aan de ICT van de organisatie te gegeven van 425.000.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2021 Begroting 2022 na wijziging Begroting 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026
E040 E040 Overhead 8.775 9.387 9.732 9.514 9.514 9.514
E041 E041 Personeel en organisatiebeleid 639 1.003 1.163 888 888 888
E042 E042 Regionaal inkoopbureau 143 107 155 155 155 155
E043 E043 Communicatie 139 133 289 169 169 169
E044 E044 Juridische zaken 124 401 361 397 413 413
E045 E045 Bestuurszaken bestuursonderst 91 108 95 95 95 95
E046 E046 I&A 2.288 2.701 3.260 2.947 3.166 3.168
E047 E047 DIV 512 548 534 532 532 532
E048 E048 Facilitaire zaken huisvesting 589 1.052 826 734 734 713
E049 E049 Financiële adminstratie 179 262 262 262 262 262

Apparaatskosten

Terug naar navigatie - Apparaatskosten

Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (alle loonkosten voor het ambtelijk apparaat en alle inhuurkosten) en de materiele kosten voor overhead exclusief griffie en bestuur.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2021 Begroting 2022 na wijziging Begroting 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026
Lasten 29.256 32.944 33.796 32.425 32.659 32.641
Baten 391 69 54 54 54 54

Landelijke bedrijfsvoeringsindicatoren

Terug naar navigatie - Landelijke bedrijfsvoeringsindicatoren
Naam van de indicator 2021 2022 2023 2024
Bestuur en organisatie        
1 Toegestane formatie per 1.000 inwoners 6,8 7,0 7,0 7,0
2 Werkelijke bezetting per 1.000 inwoners 6,5 6,5 6,4 6.4
3 Apparaatskosten in euro's per inwoner 661 729 743 705
4 Externe inhuurkosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen 10% 10% 10% 10%
5 Overhead als percentage van totale lasten 13% 14% 16% 15%

Toelichting:

  1.  De toegestane formatie over de periode 2021 - 2024 vertoont een stabiel beeld.
  2. Idem
  3. De apparaatskosten voor 2023 stijgen met 2% ten opzichte van 2022.
  4. Voor de jaren 2021 - 2024 is uitgegaan van 10% aan inhuurkosten.
  5. De kosten van overhead over de periode 2021 - 2024 vertoont een stabiel beeld.

Verbonden partijen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

We hebben het voornemen om de samenwerking met de U10 netwerkorganisatie voort te zetten. Daarnaast  brengen we in 2022/2023 een herziene nota verbonden partijen uit. 

Beleidskader voor verbonden partijen

Terug naar navigatie - Beleidskader voor verbonden partijen

Bestuurlijk en financieel belang:

  • Voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid vindt samenwerking plaats met andere partijen. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. De gemeente heeft bestuurlijke en financiële belangen in meerdere gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen. 
  • Bestuurlijk belang is zeggenschap, ofwel via vertegenwoordiging in het bestuur ofwel via stemrecht. Er is sprake van bestuurlijk belang als een bestuurder of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt.
  • Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, ofwel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

 

Aangaan en beëindigen van verbonden partijen:

  • In de Gemeentewet staat in artikel 160, lid 2 een bepaling voor het aangaan van verbonden partijen. Deze bepaling luidt als volgt: “Het college besluit slechts tot de oprichting van en deelnemingen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Het besluit tot beëindiging van verbonden partijen wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen."
  • In de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn de bevoegdheden opgenomen voor het aangaan of beëindigen van een gemeenschappelijke regelingen. Hiervoor geldt dat de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters niet over gaan tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Dit geldt tevens voor het wijzigen of het uittreden uit een regeling.

 

Lokaal beleid:

  • In 2018 heeft de raad Nota Verbonden partijen vastgesteld. Deze nota beschrijft de aard van verbonden partijen, het kader aan wet- en regelgeving en is bedoeld als instrument voor de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad.

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

De gemeenschappelijke regelingen voeren verschillende taken en regelingen uit namens de gemeente. Per gemeenschappelijke regeling zijn gegevens opgenomen over:

  • De vestigingsplaats van de gemeenschappelijke regeling;
  • Een toelichting op het openbaar belang;
  • Aan welk programma de verbonden partij een bijdrage levert;
  • Welke deelnemers uitmaken van de gemeenschappelijke regeling;
  • Eventuele risico’s die van invloed zijn op onze (financiële) positie.


Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen in een totaaloverzicht "Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen". Dit betreft de gemeentelijke bijdrage, de omvang van het eigen vermogen (EV) en de omvang van het vreemd vermogen (VV). Deze twee vormen samen het totaal van een balans.

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)
Vestigingsplaats Zeist
Openbaar belang De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in te stellen en in stand te houden. De GGD regio Utrecht is een gemeenschappelijke regeling en werd in 2013 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Namens de gemeenten voert de GGDrU de gemeentelijke verplichtingen van de Wet Publieke Gezondheid uit. Het gaat onder andere om infectieziektebestrijding, medische milieukundige zorg, SOA-bestrijding, gezondheidsbeleid en -onderzoek, toezicht kinderopvang, crisisfunctie, jeugdgezondheidszorg, rijksvaccinatieprogramma en Wmo-toezicht. Daarnaast nemen gemeenten een maatwerkpakket af. Hierin zitten voor De Ronde Venen bijvoorbeeld het Meldpunt Bezorgd en trajecten Stevig Ouderschap.
Programma 2
Deelnemers De provincie Utrecht en de 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Stichtse Groenlanden

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Stichtse Groenlanden
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang Het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie en de bescherming van natuur en landschap
Programma 1
Deelnemers De gemeenten De Bilt, De Ronde Venen, Houten, Lopik, Stichtse Vecht, Nieuwegein, Utrecht, Woerden en IJsselstein, alsmede provincie Utrecht
(Financiële) risico's Het recreatieschap Stichtse Groenlanden is volop in transitie. Er is in 2022 een nieuwe GR afgesloten. Per 1 januari 2023 houdt Recreatie Midden Nederland op te bestaan en neemt Staatsbosbeheer de taakuitvoering over. 
De incidentele kosten voor deze transitie voor de periode  van 2,5 jaar (1 juli 2022 tot 31 december 2024) zijn door het Algemeen Bestuur van recreatieschap Stichtse Groenlanden taakstellend vastgesteld op 1,1 miljoen euro. Dit zijn kosten voor het gehele recreatieschap. Mogelijk dat dit leidt tot een hogere deelnemersbijdrage de komende jaren. In september 2022 wordt door een extra ingelaste Algemeen Bestuursvergadering  van het recreatieschap besloten over de dekking.

Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang Het behartigen van de belangen van de gemeenten tezamen en van elke deelnemende gemeente afzonderlijk op het gebied van omgeving in de ruimste zin
Programma 1
Deelnemers De gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede en Zeist
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Soest
Openbaar belang Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Daarnaast is in 1995 een NV opgericht waarvan de gemeenschappelijk regeling AVU de enige aandeelhouder is. De N.V. AVU biedt de mogelijkheid tot maatwerkcontracten waaraan niet alle gemeenten hoeven deel te nemen.
Programma 1
Deelnemers De provincie Utrecht en de 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De VRU behartigt de belangen van de gemeenten op de brandweerzorg, de organisatie van de Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio (GHOR), de rampenbestrijding, crisisbeheersing en de meldkamer. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de regionale ambulancevervoersvoorziening ten aanzien van onder meer de gemeenschappelijke meldkamer; een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing

Programma 3
Deelnemers De 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht
(Financiële) risico's  

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen
Vestigingsplaats Breukelen
Openbaar belang Het gezamenlijk uitvoeren van de Archiefwet en het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnenmateriaal op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis.
Programma 4
Deelnemers De gemeenten Stichtse Vecht, De Bilt, Weesp en De Ronde Venen
(Financiële) risico's

-

Amstelland Meerlanden overleg

Terug naar navigatie - Amstelland Meerlanden overleg
Vestigingsplaats Haarlemmermeer
Openbaar belang Het Amstelland-Meerlandenoverleg (AM) fungeert als platform, waardoor de zeven deelnemende gemeenten elkaar op diverse terreinen snel en effectief kunnen vinden wanneer dat nodig is. Het gebied van AM vormt de zuidflank van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en is aangewezen als deelregio binnen MRA. Het platform wordt benut om de gezamenlijke belangen van het AM-gebied te behartigen in de MRA en in de vervoersregio Amsterdam.
Programma 4
Deelnemers De gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn, De Ronde Venen, Aalsmeer en Haarlemmermeer
(Financiële) risico's  

Gemeentebelastingen Amstelland

Terug naar navigatie - Gemeentebelastingen Amstelland
Vestigingsplaats Amstelveen
Openbaar belang Het vormen van een gemeenschappelijke ambtelijke belastingorganisatie die belast is met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen alsmede de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Door de samenwerking is een belastingorganisatie ontstaan met voldoende kennis, kunde en personele capaciteit om de belastingwetten en -regels te kunnen uitvoeren. Elke gemeenteraad blijft het eigen belastingbeleid en de belastingtarieven bepalen.
Programma 4
Deelnemers De gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn en De Ronde Venen. De gemeente Aalsmeer is daarnaast een rechtstreekse deelnemer van de gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Amstelland.
(Financiële) risico's De deelnemende gemeenten dragen gezamenlijk de kosten van de gemeenschappelijke regeling.

Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen (x € 1.000 )

Terug naar navigatie - Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen (x € 1.000 )

Naam

2021

2023

Financieel

resultaat

Eigen

vermogen

Vreemd

vermogen

Bijdrage gemeente

Bijdrage gemeente

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)

565 4.113 49.258 1.601 1.781

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

3.102 23.237 62.708 2.597 2.697

Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSGL)

522 3.545 7.659 489 514

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

125 820 21.640 2.078 2.085

Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)

770 1.708 3.334 2.711 2.798

Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHC)

onbekend onbekend onbekend 305 385

Amstelland Meerlanden overleg

n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4 4

Gemeentebelastingen Amstelland

n.v.t. n.v.t. n.v.t. 986 997

Deelnemingen

Terug naar navigatie - Deelnemingen

Naast de gemeenschappelijke regelingen zijn er twee deelnemingen:

  1. De gemeente bezit 37.323 aandelen BNG Bank. In 2023 is rekening gehouden met een nog te ontvangen dividend van € 70.000 over 2022.
  2. De gemeente bezit 40.426 aandelen Vitens. Voor de jaren 2021 - 2023  ontvangen we geen dividend om om daarmee de kosten van verouderde waterleidingen te kunnen opvangen en het verbeteren van de financiële positie van Vitens. 

Overige deelnemingen

Terug naar navigatie - Overige deelnemingen

Naast de gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen werken we samen met overige verbonden partijen:

  • Kansis (Stichting Beschut Werk)
  • Kansis Groen (Stichting Groenwerk)
  • Mooisticht
  • Marickenland
  • Gebiedsprogramma Utrecht-West
  • Het Zorg- en Veiligheidshuis Regio Utrecht (ZVHRU)
  • Stichting Beveiliging Bedrijventerrein De Ronde Venen (SBB)
  • Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond & Kennemerland (RIJK)
  • Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)

Hun bijdragen aan onze doelstellingen zijn toegelicht bij de programma's.

Grondbeleid

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • De drie grondexploitaties zijn in de afrondende fasen. Alle gronden zijn verkocht, waardoor de financiële risico's beperkt zijn. De resterende werkzaamheden richten zich met name op het woonrijp maken van gronden.
  • Voor De Maricken betreffen de resterende werkzaamheden het woonrijp maken van Deelplan 5 en planvorming en realisatie van het park.
  • Voor Land van Winkel moeten de delen van het openbaar gebied waar de woningen nog in aanbouw zijn,  woonrijp worden gemaakt. 
  • De gronden van de Stationslocatie zijn verkocht. De ontwikkelaar maakt de gronden bouw- en woonrijp. De gemeente verzorgt de goede ontsluiting van het gebied aan de Rondweg en aansluitende wandelpaden.
  • Voor de grondexploitaties zijn nog plankosten te maken.
  • De verwachting is dat de grondexploitaties eind 2022 kunnen worden afgesloten.

Bouwgronden in exploitatie | Algemeen

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Algemeen

Jaarlijks vindt de actualisatie van de grondexploitaties plaats. Uitgangspunt voor de actualisatie zijn de door de raad vastgestelde grondexploitaties, vastgestelde plannen en woningbouwprogramma's. De grondexploitaties zijn een financiële weergave van eerder genomen besluiten, waarbij de voortgang van de projecten is verwerkt en de onderliggende aannames van kosten, opbrengsten en parameters zijn geactualiseerd.

 

Risicoanalyses worden binnen de projecten op een gestructureerde manier aangepakt. Risico's worden geïnventariseerd en waar mogelijk voorzien van een beheermaatregel. Niet alle risico's vertalen zich in directe tegenvallers. Bij winstgevende grondexploitaties gaan de risico's in eerste instantie ten koste van de winst. Bij een verliesgevende exploitatie is een buffer nodig binnen het weerstandsvermogen van de gemeente.

 

Momenteel heeft de gemeente nog drie lopende grondexploitaties te weten De Maricken, Land van Winkel en Stationslocatie Mijdrecht. Deze zijn alle drie in de afrondende fase. Alle gronden zijn verkocht en daarmee zijn de risico's beperkt.  

Bouwgronden in exploitatie | Beleidskader

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Beleidskader

Allerlei ontwikkelingen op maatschappelijk, economisch en ruimtelijk gebied hebben invloed op het grondbeleid van de gemeente. De woningmarkt heeft de afgelopen periode veel beweging gekend. De nota grondbeleid 2018 - 2021, vastgesteld op 22 februari 2018, bevat de beleidslijn van het gemeentelijk grondbeleid. Uitgangspunt van het beleid is een regisserende houding binnen het faciliterende grondbeleid. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als aankoop of het dragen van kosten noodzakelijk is om een maatschappelijk gewenste ontwikkeling mogelijk te maken.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Van de bouwgronden in exploitatie zijn actuele grondexploitaties aanwezig. Zodra sprake is van een verwacht verlies dan wordt daarvoor een verliesvoorziening getroffen, die op de voorraden in mindering wordt gebracht.

Bij het stelsel van baten en lasten zoals geformuleerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn het toerekeningbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel essentiële uitgangspunten. Baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Hierdoor wordt de winst genomen naar rato van de voortgang van het complex (POC-methode; percentage of completion methode).

De winsten en verliezen van de grondexploitaties worden via resultaatbestemming verrekend met de algemene reserve.

Bouwgronden in exploitatie | Financieel totaaloverzicht

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Financieel totaaloverzicht
Verloopoverzicht grondexploitaties (bedragen x € 1.000)
 

De

Maricken

Land van
Winkel

Stations-

locatie 

Mijdrecht

Totaal
Boekwaarden per 1/1/2022 - 2.232 - 927 4.279 1.120
Nog te maken kosten 1.830 841 468 3.139
Nog te realiseren opbrengsten     - 668 - 668
Tussentijdse winstnemingen 402 86   488
Inzet verliesvoorziening     - 4.079 - 4.079
Boekwaarden per 1/1/2023 0 0 0 0
         
Geraamd eindresultaat 6.762 3.866 - 4.079 6.549
Winstnemingen:        
2017 - 2021 6.360 3.780   10.140
2022 402 86   488
Totaal winstneming 6.762 3.866   10.628

 

De Maricken | Stand van zaken

Terug naar navigatie - De Maricken | Stand van zaken
  • Alle kavels zijn verkocht
  • De resterende werkzaamheden bestaan vooral uit het woonrijp maken van deelplan 5 (laatste deel) en planvorming en realisatie van het park.
  • De verwachting is dat de grondexploitatie van De Maricken eind 2022 kan worden afgesloten. 

Land van Winkel | Stand van zaken

Terug naar navigatie - Land van Winkel | Stand van zaken
  • Alle kavels (195) zijn verkocht. Het grootste deel is inmiddels bebouwd en bewoond. 
  • Verschillende delen in het gebied moeten nog woonrijp worden gemaakt: o.a. straatwerk, groen.
  • De verwachting is dat de grondexploitatie  eind 2022 kan worden afgesloten.

Stationslocatie Mijdrecht | Stand van zaken

Terug naar navigatie - Stationslocatie Mijdrecht | Stand van zaken
  • De locatie inclusief uitgeefbare grond is verkocht.
  • De project ontwikkelaar draagt zorg voor het bouw- en woonrijpmaken. De gemeente draagt zorg voor de ontsluiting van het gebied en aansluiting  op de bestaande infrastructuur.
  • De verwachting is dat de grondexploitatie in 2022 kan worden afgesloten. 

Eigendommen niet voor de publieke taak bestemd

Terug naar navigatie - Eigendommen niet voor de publieke taak bestemd

De gemeente bezit diverse eigendommen (grond en gebouwen), die niet voor een publieke taak zijn bestemd en waarbij het voornemen is om deze te verkopen. Conform de bepalingen van het BBV wordt in de jaarrekening bepaald of er sprake is van duurzame waardevermindering. Hiervan is sprake als de taxatiewaarde lager is dan de boekwaarde. Als de taxatiewaarde hoger is dan de boekwaarde is er sprake van een stille reserve.

 

  • De volgende eigendommen hebben nog geen bestemming:
    • Glastuinbouw Wickelhof Mijdrecht
    • Marickenzijde 2e fase Wilnis
    • Bedrijventerrein N201 Mijdrecht
    • Stationsgebied Abcoude (Bovenkamp 1 - 3)
    • Baambrugse Zuwe 143b te Vinkeveen
    • Herenweg 196 en 196A te Vinkeveen
    • Centrum Oost, Herenweg 70 Vinkeveen
    • Ontspanningsweg /Wilnisser Dwarsweg Mijdrecht
    • Provincialeweg N201 Mijdrecht (agrarisch perceel)
    • Baambrugse Zuwe achter 116 Vinkeveen
    • Provincialeweg 7a, Mijdrecht
  •  De volgende gebouwen hebben een andere bestemming gekregen:
    • Twistvliedschool, Kwikstaart 44 Mijdrecht -> gesloopt in 2021 en levering in 2022
    • De Hoeksteen, Eendracht 6 Mijdrecht -> overgeheveld in 2022 naar onderwijshuisvesting en gedeeltelijk gesloopt

 

  • Stille reserve

De boekwaarde van gronden en verspreide percelen kan lager zijn dan de actuele waarden, waardoor er binnen de gronden niet voor de publieke taak bestemd sprake is van stille reserves. Deze reserves kunnen van substantiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal dan wel de financiële positie van de gemeente. De omvang van de stille reserves is € 4.288.000 op 1 januari 2022.

Verstrekte en ontvangen subsidies en bijdragen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt een meerjarig financieel beeld van zowel de verstrekte als de ontvangen subsidies en bijdragen weergegeven.

Financieel overzicht van te verstrekken subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Financieel overzicht van te verstrekken subsidies en bijdragen

De Ronde Venen ondersteunt veel initiatieven op het gebied van wonen, werken, welzijn, onderwijs, kunst, cultuur, sport, recreëren, enz. Allemaal activiteiten die ten goede komen aan de Rondeveense samenleving. De gemeente doet dit onder andere door het verstrekken van subsidies en bijdragen.

De wettelijke basis voor het verstrekken van subsidies is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (titel 4.2), voorts de Algemene subsidieverordening. De subsidieverordening vormt de grondslag voor de verleende subsidies. Daarnaast is een aantal nadere regels opgesteld voor het verstrekken van subsidies. Hierbij kan gedacht worden aan 'Beleidsregels Subsidie Sportstimulering', 'Beleidsregels subsidieaanvragen bewoners en bewonersorganisaties' en 'Nadere regels ten aanzien van het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvangers van de gemeente De Ronde Venen 2013'.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2022 na wijziging Begroting 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026
XT-04 0.4 Overhead 92 166 169 169 169
XT-12 1.2 Openbare orde en veiligheid 220 90 90 90 90
XT-25 2.5 Openbaar vervoer 5 5 5 5 5
XT-33 3.3 Bedr.loket en bedr.regelingen 110 110 110 110 110
XT-42 4.2 Onderwijshuisvesting 14 2 2 2 2
XT-43 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 564 512 512 512 512
XT-51 5.1 Sportbeleid en activering 256 205 205 205 205
XT-52 5.2 Sportaccommodaties 3.215 1.445 1.445 1.445 1.445
XT-53 5.3 Cultuurpresentatie, prod.partic. 358 174 174 174 174
XT-54 5.4 Musea 0 0 0 0 0
XT-56 5.6 Media 695 717 717 717 717
XT-57 5.7 Openbaar groen en recreatie 12 12 12 12 12
XT-61 6.1 Samenkracht en burgerparticip. 2.406 1.970 1.970 1.970 1.890
XT-62 6.2 Toegang en eerstelijnsvoorz. 464 477 477 477 477
XT-63 6.3 Inkomensregelingen 96 148 148 148 148
XT-64 6.4 WSW en beschut werk 290 331 331 331 331
XT-65 6.5 Arbeidsparticipatie 71 0 0 0 0
XT-671 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 0 0 0 0 0
XT-672 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 110 0 0 0 0
XT-672C 6.72c Jeugdhulp dagbesteding 0 115 115 115 115
XT-681A 6.81a Beschermd wonen (WMO) 65 67 67 67 67
XT-682 6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 0 0 0 0
XT-682A 6.82a Jeugdbescherming 0 0 0 0 0
XT-71 7.1 Volksgezondheid 183 0 0 0 0
XT-74 7.4 Milieubeheer 0 65 65 65 65
XT-83 8.3 Wonen en bouwen 23 23 23 23 23

Toelichting op de te verstrekken subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Toelichting op de te verstrekken subsidies en bijdragen

Voor 2022 is een budget beschikkaar voor subsidies en bijdragen van 5.972.000 euro. Dit budget stijgt naar 6.632.000 euro in 2023. Dit wordt veroorzaakt door de volgende ontwikkelingen:

  • De lasten op het taakveld 5.2 stijgen met € 805.000. Er zijn wijzigingen in relatie tot de sportvrijstelling. Daartoe zijn de huren naar 'kostprijs' niveau gebracht. Deze stijging wordt met een gelijke exploitatiebijdrage gecompenseerd.
  • Op het taakveld 7.4 is vanaf 2023 budget voor lokale duurzaamheidsinitiatieven en een subsidie voor Energieke Ronde Veners.
  • De rijksoverheid heeft de taakvelden voor de Wmo en Jeugd aangepast en er zijn technische wijzigingen. Dit heeft betrekking op de taakvelden 6.1, 6.3, 6.4. 6.71, 6.72, 6.72c, 6.81 en 7.1.

Financieel overzicht van te ontvangen subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Financieel overzicht van te ontvangen subsidies en bijdragen

In onderstaande tabel zijn de ontvangen subsidies en bijdragen gepresenteerd.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2021 Begroting 2022 na wijziging Begroting 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026
XT-03 0.3 Beheer ov. gebouwen en gronden -7 0 0 0 0 0
XT-07 0.7 Algemene uitkering -58.866 -66.580 -68.130 -70.840 -73.060 -68.750
XT-12 1.2 Openbare orde en veiligheid -95 -131 0 0 0 0
XT-21 2.1 Verkeer en vervoer -195 -36 -52 -52 -52 -52
XT-25 2.5 Openbaar vervoer 5 0 0 0 0 0
XT-42 4.2 Onderwijshuisvesting -11 -62 0 0 0 0
XT-43 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken -423 -468 -368 -368 -368 -368
XT-51 5.1 Sportbeleid en activering -88 -50 0 0 0 0
XT-52 5.2 Sportaccommodaties -308 -46 -37 -37 -37 -37
XT-55 5.5 Cultureel erfgoed -34 0 0 0 0 0
XT-57 5.7 Openbaar groen en recreatie -775 0 0 0 0 0
XT-61 6.1 Samenkracht en burgerparticip. -50 -2.120 -480 -520 -520 -520
XT-63 6.3 Inkomensregelingen -10.082 -7.348 -7.391 -7.391 -7.391 -7.391
XT-64 6.4 WSW en beschut werk -84 -59 -59 -59 -59 -59
XT-65 6.5 Arbeidsparticipatie 0 0 0 0 0 0
XT-66 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) -48 -40 -25 -25 -25 -25
XT-681 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ -221 0 0 0 0 0
XT-681A 6.81a Beschermd wonen (WMO) 0 -199 0 0 0 0
XT-71 7.1 Volksgezondheid -10 -90 0 0 0 0
XT-73 7.3 Afval -152 -451 -228 -228 -228 -228
XT-74 7.4 Milieubeheer -410 0 0 0 0 0
XT-75 7.5 Begraafplaatsen en crematoria -235 -272 -307 -307 -307 -307
XT-81 8.1 Ruimtelijke en leefomgeving -43 0 0 0 0 0

Toelichting op de ontvangen subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Toelichting op de ontvangen subsidies en bijdragen

De belangrijkste bijdrage die we ontvangen betreft de algemene uitkering. Deze bijdrage van het Rijk is opgenomen bij taakveld 0.7 Algemene uitkering. 

De daarop volgende belangrijke bijdragen betreffen de rijksmiddelen voor het uitvoeren van bijstandsuitkeringen, de wet inburgering en het onderwijsachterstandenbeleid. Deze bijdragen zijn opgenomen bij respectievelijk taakveld 6.3 Inkomensregelingen, 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie en taakveld 4.3 Onderwijsbeleid en en leerlingenzaken.