Paragrafen

Lokale heffingen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Lokale heffingen hebben als doel middelen te verwerven waarmee de gemeente uitgaven kan doen om gemeentelijke taken uit te voeren. Ze vormen daarmee een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. De lokale lasten worden vooral door inwoners maar ook door bedrijven opgebracht.
  • De invoering, wijziging of intrekking van een lokale heffing vindt plaats via een door de gemeenteraad vast te stellen verordening.
  • De lokale heffingen bestaan uit gemeentelijke belastingen, rechten en retributies.
  • Gemeentelijke belastingen kunnen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding ongebonden dan wel gebonden is.
    • Ongebonden lokale heffingen, zoals de onroerendzaakbelasting (OZB) en forensenbelasting, rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding ervan is niet gebonden aan een bepaalde taak.
    • Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Hiervoor geldt het uitgangspunt dat ze kostendekkend zijn.
    • Rechten en retributies zijn vergoedingen voor door de gemeente verrichte diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in deze rechten en retributies. Het beleid is gericht op een rechtvaardige verdeling van deze kosten.
  • De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat wordt gestreefd naar 100% kostendekking.
  • De voor 2024 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stijgen met een inflatiecorrectie van 4,2%, uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het Rijk heeft vastgesteld of gemaximeerd. De overige uitzonderingen worden toegelicht in het voorstel tot vaststelling van de belasting- en legesverordeningen 2024. Hiermee wordt de beslisboom van het coalitieakkoord gevolgd.

Meerjarig overzicht van de opbrengsten van lokale heffingen (bedragen x € 1.000)

Terug naar navigatie - Meerjarig overzicht van de opbrengsten van lokale heffingen (bedragen x € 1.000)
Nr. Heffing 2023 2024 2025 2026 2027
  Ongebonden heffingen        

 

1 Onroerendezaakbelasting voor woningen 6.488 6.596 6.596 6.596

6.596

2 Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen 4.384 4.507 4.507 4.507 4.507
3 Forensenbelasting 337 351 351 351 351
4 Roerende zaakbelasting 85 88 88 88 88
5 Parkeerbelasting 6 6 35 6 6
  Gebonden heffingen          
6 Afvalstoffenheffing 6.370 6.202 6.265 6.327 6.389
7 Rioolheffing 5.090 5.314 5.364 5.415 5.466
8 Leges wonen en bouwen 1.285 1.892 2.546 2.815 2.942
9 Leges burgerzaken (incl. rijksleges) 458 806 803 954 1.047
10 Toeristenbelasting:          
  Landtoeristenbelasting 574 598 598 598 598
  Watertoeristenbelasting 93 97 97 97 97
11 Begraafplaatsrechten 307 416 416 416 416
12 Overige leges 205 255 268 268 268
13 Bedrijveninvesteringszones (BIZ)  110 110 110 110 110
14 Marktgelden 57 58 58 58 58

01 | Onroerendezaakbelasting voor woningen

Terug naar navigatie - 01 | Onroerendezaakbelasting voor woningen

Algemeen

De onroerendezaakbelasting (OZB) is een algemene heffing, die wordt bepaald aan de hand van de in de begroting vastgestelde opbrengst en de WOZ-waarden van de objecten in de gemeente. In de begroting stellen we de opbrengst vast. Daarbij wordt de opbrengst van 2023 vermenigvuldigd met een indexatie en vindt er een correctie plaats naar aanleiding van de stijging van het aantal objecten (peildatum is 1 januari 2023 voor de begroting 2024). Het tarief wordt vervolgens bepaald door de gewenste opbrengst te delen door de totale WOZ-waarde. Dit betekent bij een stijging van de WOZ-waarde een lager tarief en bij daling van de WOZ-waarde een hoger tarief wordt vastgesteld. Als de opbrengst achteraf hoger blijkt te zijn dan waar mee gerekend was, dan levert dit eenmalig een voordeel op, maar het jaar er na vindt een neerwaartse bijstelling van het tarief plaats.

 

Indicatie tarief 

Om inzicht te geven in de berekening van de OZB-inkomsten en de daaraan gekoppelde tariefstelling is in onderstaande tabel de berekening opgenomen. Het heffingstarief is afhankelijk van de ontwikkeling van de WOZ-waarden. Deze WOZ wordt continu geactualiseerd. Eind 2023 wordt een tariefvoorstel gedaan waarbij de meest actuele WOZ wordt betrokken.

 

Berekening OZB voor woningen (bedrag x € 1.000)
  • Basis opbrengst meerjarenraming
6.272
  • Areaaluitbreiding (151 woningen in 2022)
58
  • Indexering 4,2%
266
Gewenste opbrengst 6.596
Indicatie WOZ-waarden per 1/1/2023 10.606.500
Indicatie tarief 2024 0,0622%

 

Onroerendezaakbelasting voor woningen en de relatie met de algemene uitkering

  • Alle gemeenten ontvangen van het Rijk een algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit is de belangrijkste inkomstenpost voor iedere gemeente. De hoogte van de rijksbijdrage bestaat uit een genormeerd kosten georiënteerd bestanddeel waarvan de genormeerde OZB-inkomsten worden afgetrokken. Het kosten georiënteerde bestanddeel wordt bepaald door verschillende variabelen; aantal inwoners en woningen, leeftijdsopbouw, aantal bijstandontvangers, centrumfunctie, etc.
  • Het genormeerde OZB-inkomsten bestanddeel wordt bepaald door een genormeerd landelijk uniform rekentarief over de WOZ-waarden in de gemeente. De aftrekpost voor 2024 is € 7,5 miljoen. Het tarief is voor alle gemeenten gelijk. Verschillen tussen gemeenten in de OZB-aftrekpost worden daardoor alleen bepaald door verschillen in de waarden van onroerende zaken. De tarieven die de gemeenten werkelijk in rekening brengen bij de gebruikers en eigenaren van onroerende zaken spelen hierbij geen enkele rol. Dit betekent dat wanneer een gemeente het OZB-tarief verhoogt of verlaagt dat geen gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft. Alleen als de waarde verandert, door hertaxatie of door nieuwbouw of sloop, verandert de algemene uitkering.
  •  

 

Onroerendezaakbelasting voor woningen in vergelijking met omliggende gemeenten

In onderstaand grafiek is het tarief 2023 van de onroerendezaakbelasting woningen vergeleken met omliggende gemeenten in de provincie Utrecht. Hierbij is gebruik gemaakt van de 'Atlas van de lokale lasten 2023'. Deze atlas is samengesteld door een onafhankelijk onderzoeksinstituut die verbonden is aan de Rijksuniversiteit Groningen. In het voorjaar van 2024 wordt de Atlas van de lokale lasten 2024 uitgebracht. De uitkomsten hiervan nemen we op in de volgende begroting.

(Bron: Coelo 2023)

02 | Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen

Terug naar navigatie - 02 | Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen

Algemeen

Voor de onroerendezaakbelasting voor niet-woningen geldt dezelfde methodiek als beschreven bij 'Onroerendezaakbelasting voor woningen'.

 

Indicatie tarief

Om inzicht te geven in de berekening van de OZB-inkomsten en de daaraan gekoppelde tariefstelling is in onderstaande tabel de berekening opgenomen. Het heffingstarief is afhankelijk van de ontwikkeling van de WOZ-waarden. Deze WOZ wordt continu geactualiseerd. Eind 2023 wordt een tariefvoorstel gedaan waarbij de meest actuele WOZ wordt betrokken.

 

 Berekening OZB voor niet-woningen (bedrag x € 1.000)
  Eigenaren Gebruikers Samen
  • Basis opbrengst meerjarenraming
2.596 1.730 4.326
  • Indexering 4,2%
109 72 181
Gewenste opbrengst 2.705 1.802 4.507
Indicatie WOZ-waarden per 1/1/2023 na correctie leegstand bij gebruikers 1.091.500 840.420  
Indicatie tarief 2024 0,2478% 0,2144% 0,4622%

 

Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen en de relatie met de algemene uitkering

  • Alle gemeenten ontvangen van het Rijk een algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit is de belangrijkste inkomstenpost voor iedere gemeente. De hoogte van de rijksbijdrage bestaat uit een genormeerd kosten georiënteerd bestanddeel waarvan de genormeerde OZB-inkomsten worden afgetrokken. Het kosten georiënteerde bestanddeel wordt bepaald door verschillende variabelen; aantal inwoners en woningen, leeftijdsopbouw, aantal bijstandontvangers, centrumfunctie, etc.
  • Het genormeerde OZB-inkomsten bestanddeel wordt bepaald door een genormeerd landelijk uniform rekentarief over de WOZ-waarden in de gemeente. De aftrekpost voor 2024 is € 3,7 miljoen. Het tarief is voor alle gemeenten gelijk. Verschillen tussen gemeenten in de OZB-aftrekpost worden daardoor alleen bepaald door verschillen in de waarden van onroerende zaken. De tarieven die de gemeenten werkelijk in rekening brengen bij de gebruikers en eigenaren van onroerende zaken spelen hierbij geen enkele rol. Dit betekent dat wanneer een gemeente het OZB-tarief verhoogt of verlaagt dat geen gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft. Alleen als de waarde verandert, door hertaxatie of door nieuwbouw of sloop, verandert de algemene uitkering.

 

Onroerendezaakbelasting voor niet-woningen in vergelijking met omliggende gemeenten

Zowel de eigenaar als de gebruiker van een niet-woning betaalt onroerendezaakbelasting. De afzonderlijke tarieven voor de eigenaar en voor de gebruiker zijn niet erg interessant voor de lastenontwikkeling. Die zeggen namelijk niets over de vraag welk deel de eigenaar of de gebruiker uiteindelijk betaalt. Zo zal de verhuurder van een bedrijfspand de OZB die hij moet betalen zoveel mogelijk doorberekenen in de huur. Daarom zijn de tarieven voor niet-woningen gebundeld weergegeven.

(Bron: Coelo 2023)

03 | Forensenbelasting

Terug naar navigatie - 03 | Forensenbelasting

De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen één op één te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente. De opbrengsten van de forensenbelasting zijn doorgaans relatief laag in verhouding tot de andere belastingen die de gemeente heft. Een uitzondering geldt voor de gemeenten met veel tweede woningen; hier kan de forensenbelasting juist een substantieel deel van de begroting vormen. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf van de onroerendezaakbelasting voor woningen. 

04 | Roerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - 04 | Roerende zaakbelasting

Roerende zaakbelasting is een gemeentelijke belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten. Voorbeelden hiervan zijn woonboten, woonarken of woonwagens. De roerende zaakbelasting bestaat uit 2 soorten belasting: een eigenaren- en een gebruikersbelasting. 

05 | Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - 05 | Parkeerbelasting

De parkeerbelasting heeft betrekking op betaald parkeren in Vinkeveen en het verstrekken van ontheffingen voor 'blauwe zones'. Deze ontheffingen zijn 5 jaar geldig. In 2025 wordt een eenmalige piek verwacht door het invoeren van een meerjarige ontheffing.

06 | Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 06 | Afvalstoffenheffing

Uitgangspunten:

  • Herijking grondstoffenbeleid 2020 (oktober 2022).
  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
  • Vanaf 1 januari 2024 betaalt iedereen in De Ronde Venen afvalstoffenheffing op basis van een kleine of grote restafvalcontainer. Op deze manier beloont de gemeente inwoners als ze afval goed scheiden en zo min mogelijk restafval aanbieden.
  • Via de voorziening afvalstoffenheffing worden incidentele tegenvallers in de kosten en de opbrengsten van afval opgevangen zonder dat er tariefsaanpassingen nodig zijn. Zie voor de ontwikkeling van deze voorziening de 'Financiële begroting' bij het onderdeel 11 | De stand en het gespecificeerde verloop van voorzieningen.

 

Afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000)
  2024 2025 2026 2027
Opbrengsten:        
  • Afvalstoffenheffing
6.202 6.265 6.327 6.389
  • Overige opbrengsten
484 484 484 484
Totaal opbrengsten 6.686 6.749 6.811 6.873
Kosten:        
  • Directe kosten
5.338 5.356 5.339 5.332
  • Verrekening met voorziening afvalstoffenheffing
-390 -345 -272 -210
  • Toegerekende kosten overhead
693 693 699 706
  • Toegerekende kosten straatreiniging
208 208 208 208
  • Toegerekende kosten heffing en invordering
137 137 137 137
  • BTW
700 700 700 700
Totaal kosten 6.686 6.749 6.811 6.873
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 100%
Indicatie tarieven:        
  • 140 liter container
278,40 278,40 278,40 278,40
  • 240 liter container
378,40 378,40 378,40 378,40

07 | Rioolheffing

Terug naar navigatie - 07 | Rioolheffing

Uitgangspunten:

  • Water- en Rioleringsplan De Ronde Venen 2023 - 2027.
  • De rioolheffing is 100% kostendekkend.
  • De rioolheffing wordt geheven van eigenaren van woningen en niet-woningen.
  • De verordening op de heffing en invordering rioolheffing is zo opgebouwd dat alle eigenaren van panden met een WOZ-waarde hoger dan € 30.000 rioolheffing moeten betalen om de gemeentelijke watertaken te kunnen bekostigen. Deze watertaken zijn het inzamelen van afvalwater, verwerken van hemelwater en het treffen van maatregelen om structureel grondwateroverlast te voorkomen. Dus het gaat niet alleen om het object maar over de waterhuishouding binnen de gehele gemeente.
  • Bij een waterverbruik boven de 300 kuub ontvangt de gebruiker een aanslag voor het meerverbruik.
  • Via de voorziening rioolheffing worden incidentele tegenvallers in de kosten en de opbrengsten van riool opgevangen zonder dat er tariefsaanpassingen nodig zijn. Zie voor de ontwikkeling van deze voorziening de 'Financiële begroting' bij het onderdeel 11 | De stand en het gespecificeerde verloop van voorzieningen.

 

Rioolheffing (bedragen x € 1.000)
  2024 2025 2026 2027
Opbrengsten:        
  • Rioolheffing
5.314 5.364 5.415 5.466
Totaal opbrengsten 5.314 5.364 5.415 5.466
Kosten:        
  • Directe kosten
3.946 3.989 3.927 3.942
  • Verrekening met voorziening rioolheffing
23 30 136 166
  • Toegerekende kosten overhead
640 640 646 652
  • Toegerekende kosten straatreiniging
66 66 66 66
  • Toegerekende kosten baggeren
77 77 78 78
  • Toegerekende kosten heffing en invordering
137 137 137 137
  • BTW
425 425 425 425
Totaal kosten 5.314 5.364 5.415 5.466
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 100%
Indicatie tarieven:        
  • Vast bedrag per perceel
235,20 235,20 235,20 235,20
  • Variabel bedrag voor het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het perceel wordt afgevoerd voor zo ver dat meer bedraagt dan driehonderd (300) kuub
0,89  0,89  0,89 0,89 

08 | Leges wonen en bouwen

Terug naar navigatie - 08 | Leges wonen en bouwen

Onder dit onderdeel vallen de leges voor de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning. Hiervan is een deel afhankelijk van te bouwen woningen waarvan de locatie in eigendom van derden is. Dit zorgt voor een wisselende omvang van de opbrengst leges in het financiële meerjarenperspectief. Daarnaast start vanaf 1 januari 2024 de nieuwe Omgevingswet en de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Beide wetten hebben invloed op de opbrengst van de leges.

09 | Leges burgerzaken

Terug naar navigatie - 09 | Leges burgerzaken

Voor de afgifte van paspoort, rijbewijs of identiteitskaart wordt leges in rekening gebracht. Het Rijk bepaalt de tarieven voor akten burgerlijke stand, reisdocumenten, rijbewijzen en verklaring omtrent gedrag. In de meerjarenramingen is rekening gehouden dat inwoners om de 10 jaar een paspoort aanvragen en om de 5 jaar een rijbewijs. 

10 | Land- en watertoeristenbelasting

Terug naar navigatie - 10 | Land- en watertoeristenbelasting

Er zijn twee soorten toeristenbelasting, namelijk landtoeristenbelasting en watertoeristenbelasting. Voor de landtoeristenbelasting geldt gedifferentieerde tarieven voor vaste onderkomens en een mobiel kampeeronderkomen. 

 

De tarieven voor 2024 van de landtoeristenbelasting zijn:

  • Vast onderkomen € 3,10 (2023: € 3,00) per persoon per nacht;
  • Mobiel onderkomen € 1,70 (2023: € 1,65) per persoon per nacht.

 

In de provincie Utrecht heffen de meeste gemeenten toeristenbelasting. In onderstaande grafiek is opgenomen de prijs per hotelovernachting bij een gemeente in de provincie Utrecht.

 

(Bron: Coelo 2023)

 

De gemeenten Bunschoten, IJsselstein en Montfoort kennen geen toeristenbelasting. Het hoogste tarief geldt voor een hotelovernachting in de gemeente Utrecht.

11 | Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - 11 | Begraafplaatsen

Er zijn drie gemeentelijke begraafplaatsen, namelijk aan de Bijdorplaan in Abcoude, aan de Rijksstraatweg in Baambrugge en aan de Ringdijk in Wilnis. Voor het gebruik van de begraafplaats en voor de door de gemeente te verlenen diensten bij een begrafenis worden heffingen in rekening gebracht.

 

In de Kadernota 2024 staat vermeld dat de tarieven van begraafplaatsen worden aangepast aan de gestegen kosten. Om daarmee te komen tot 100% kostendekkend. Ten opzichte van 2023 stijgt de kostendekking van 86% naar 100%.

 

Begraafplaatsen (bedragen x € 1.000)
  2024 2025 2026 2027
Opbrengsten:        
  • Begraafplaatsrechten
416 416 416 416
Totaal opbrengsten 416 416 416 416
Kosten:        
  • Directe kosten
260 260 260 260
  • Toegerekende kosten overhead
158 158 159 161
Totaal kosten 418 418 419 421
Dekkingspercentage 100% 100% 99% 99%

 

De verschillende tarieven zoals voor eigen graven, grafkelders, kindergraven, urnen en voor het kopen en plaatsen van een blaadje aan de gedenkboom worden opgenomen in de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten.

13 | Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

Terug naar navigatie - 13 | Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

De BIZ-bijdrage is geen inkomsten voor de gemeente maar wordt door de gemeente geheven en als subsidie overgedragen aan de Stichting Koopcentrum Mijdrecht. Deze regeling geldt voor de jaren 2020 - 2024.

Ontwikkeling woonlasten voor inwoners

Terug naar navigatie - Ontwikkeling woonlasten voor inwoners

In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten opgenomen van een meerpersoonshuishouden. De OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing vormen samen de gemeentelijke woonlasten voor huishoudens. Ter vergelijking zijn de woonlasten over het jaar 2023 weergegeven. 

 

    2023 2024

OZB-lasten bij gemiddelde WOZ-waarde

(2023: € 598.000 en 2024: € 619.000)

382 398
Rioolheffing 216 235
Afvalstoffenheffing 358 378
  Totale woonlasten voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning 956 1.011
  Gemiddelde woonlasten in de provincie Utrecht (Bron: COELO) 1.029 Nog niet bekend
  Landelijk gemiddelde (Bron: COELO) 944 Nog niet bekend

 

In het voorjaar van 2024 wordt de Atlas van de lokale lasten 2024 uitgebracht. De uitkomsten hiervan nemen we op in de volgende begroting.

Ontwikkeling belastingdruk voor ondernemers

Terug naar navigatie - Ontwikkeling belastingdruk voor ondernemers
  • Bij het vaststellen van de programmabegroting 2021 is de motie “Ondernemers in beeld” aangenomen. Op basis van deze motie zijn de lasten voor de ondernemer in De Ronde Venen (zoveel mogelijk) in beeld gebracht.
  • De lokale heffingen voor ondernemers bestaan uit OZB niet-woningen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, marktgelden en Bedrijven investeringszone (BIZ)-bijdrage.
  • De BIZ-bijdrage is geen inkomsten voor de gemeente maar wordt door de gemeente geheven en als subsidie overgedragen aan de Stichting Koopcentrum Mijdrecht. Er zijn ook lokale heffingen die niet ten laste komen van de ondernemers maar wel via de ondernemer worden geheven, dat zijn land- en watertoeristenbelasting.
  • Ondernemers worden ingedeeld naar winkel, kantoor, hotel, agrarisch bedrijf, groothandel en productiebedrijf. Door de variatie in ondernemers ontstaan verschillen in de gemiddelde WOZ-waarden, waterverbruik en afval. Hierdoor is er geen benchmark beschikbaar op gemeentelijk niveau. Van de lokale lasten is de onroerendezaakbelasting de belangrijkste voor ondernemers. Uit de vergelijking met omliggende gemeenten blijkt dat we een laag tarief hanteren.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Als inwoners een laag inkomen hebben dan kunnen zij in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De belasting hoeft dan niet of niet helemaal betaald te worden. In 2024 is rekening gehouden met € 151.000 aan kwijtscheldingen. Deze kosten maken onderdeel uit van het gemeentelijk minimabeleid.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  1. De begroting laat voor boekjaar 2026 en 2027 een tekort zien. Dit is in lijn met de verwachting, naar aanleiding van de ontwikkelingen van de Algemene uitkering.
  2. Als gemeente brengen we zoveel mogelijk relevante risico’s die we lopen in beeld, zodat we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven ernaar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. Daarvoor stimuleren we het risicobewustzijn van medewerkers en het tijdig treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van risico’s. Als toch een financieel risico zich voortdoet dan kunnen we het weerstandsvermogen inzetten. De geactualiseerde verhouding tussen risico's en de mogelijkheid om deze te kunnen opvangen vanuit het weerstandsvermogen is "uitstekend".
  3. Door nog uit te voeren investeringen in wegen, riolering, sportvelden, onderwijshuisvesting en ICT nemen de kosten van afschrijvingen toe met € 2,6 miljoen van € 4,2 miljoen in 2023 naar € 6,8 miljoen in 2027. Dit zorgt ervoor dat enerzijds de voorzieningen voor de inwoners toenemen en anderzijds dat de gemeentelijke kosten steeds meer een langdurig karakter hebben.  
  4. Om de geplande investeringen uit te voeren gaan we geldleningen aantrekken om deze te financieren. Hierdoor neemt de schuldenpositie toe en dat is zichtbaar in het financieel kengetal 'netto schuldquote'.

Beleidskader voor weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Beleidskader voor weerstandsvermogen en risicobeheersing

We willen een gezonde financiële positie om voldoende slagkracht te hebben voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat vergt niet alleen een structureel sluitende begroting en jaarrekening, maar daarnaast voldoende weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's. Informatie over de financiële positie, het weerstandsvermogen en de risico's zijn beschreven in deze paragraaf.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
  • Landelijk is bepaald dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing vijf kengetallen worden opgenomen. De kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie. Deze kengetallen hebben geen functie als normeringsinstrument, maar zijn juist bedoeld om de gemeentelijke financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken en de onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten te vergroten.
  • In overleg met de auditcommissie is het kengetal 'afschrijvingen' toegevoegd aan de financiële kengetallen.

 

    Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1 Netto schuldquote 45% 69% 76% 86% 99% 106%
2 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 43% 66% 74% 84% 97% 104%
3 Solvabiliteitsratio 30% 24% 20% 19% 17% 15%
4 Structurele exploitatieruimte 3,7% 0,5% 1,6% 3,0% -2,3% -1,8%
5 Grondexploitatie -1% 0% 0% 0% 0% 0%
6 Belastingcapaciteit 103% 101% 99% 99% 99% 99%
7 Afschrijvingen x € 1.000 4.091 4.154 5.021 5.487 6.177 6.819
8 Afschrijvingen uitgedrukt in een percentage t.o.v. de lasten 3,6% 3,4% 4,3% 4,7% 5,3% 5,8%

Toelichting:

  1. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft dus een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. De schuldpositie neemt toe om de geplande investeringen te kunnen financieren. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden verschuiven we van de categorie 'minst risicovol' voor de jaren 2022 -2024 naar 'risicovol' vanaf 2025.
  2. De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, zoals het startersfonds SVn, vertoont hetzelfde beeld.
  3. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we vanaf 2027 onder de categorie 'meest risicovol'. 
  4. Voor de structurele exploitatieruimte geldt: hoe hoger het percentage, hoe beter. Als de baten structureel hoger zijn dan de structurele lasten geeft dit meer slagkracht om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we voor 2024 onder de categorie 'risicovol'. Over de tekorten bij gemeenten vanaf 2026 vindt overleg plaats met het Rijk.
  5. De boekwaarde van de voorraden grond worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Ten opzichte van de landelijk afgesproken signaleringswaarden vallen we onder de categorie 'minst risicovol'. 
  6. De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde in 2023 is € 944 aan gemeentelijke woonlasten van een meerpersoonshuishouden. Onze woonlasten zijn in 2023 1% hoger ofwel € 956. In 2024 wordt het landelijk gemiddelde voor 2024 bekend gemaakt. 
  7. Door een toename van investeringen in wegen, bruggen, verlichting, riolering, sportaccommodaties en vastgoed stijgen de afschrijvingskosten van € 4.091.000 in 2022 naar € 6.819.000 in 2027. 
  8. Een procentuele toename van de afschrijvingen ten opzichte van de totale lasten geeft aan een vermindering van de wendbaarheid in de begroting.

Relatie tussen de omvang van aflossingen en die van afschrijvingen

Terug naar navigatie - Relatie tussen de omvang van aflossingen en die van afschrijvingen

Het is van belang om inzicht te geven of op termijn de aflossingen ongeveer gelijk gaan lopen met de afschrijvingen. Daarom is in het Treasurystatuut opgenomen dat in zowel de begroting als in de verantwoording inzicht wordt verstrekt tussen de relatie tussen de omvang van afschrijvingen en die van aflossingen. Uit onderstaand grafiek blijkt dat de aflossingen en afschrijvingen meerjarig op elkaar aansluiten.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio van de weerstandscapaciteit en de risico's. 

 

Weerstandvermogen

 

Weerstandscapaciteit De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten te dekken.
Risico's Een risico is een kans op het optreden van een positieve of negatieve gebeurtenis van materieel belang die niet is voorzien in de begroting. Beleidswensen vallen niet onder risico's.

 

    Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1 Beschikbare weerstandscapaciteit (x € 1.000) 36.581 30.717 31.071 33.514 30.612 28.567
2 Risico's (x € 1.000) 10.925 11.290 10.963 10.963 10.963 10.963
3 Weerstandsvermogen 3,3 2,7 2,8 3,1 2,7 2,6

 

Een ratio hoger dan 2 wordt bestempeld als 'uitstekend'.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De middelen waarover de gemeente De Ronde Venen kan beschikken om niet begrote kosten te dekken zijn weergegeven in onderstaande tabel. 

 

 Inventarisatie weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000)
  Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1 Begrotings- of rekeningresultaat 3.137 -935 432 2.158 -4.181 -3.547
2 Post onvoorzien 0 125 130 132 133 135
3 Algemene reserve 21.706 19.707 18.689 19.404 22.840 20.159
4 Onbenutte belastingcapaciteit 7.500 7.700 7.700 7.700 7.700 7.700
5 Stille reserves 4.238 4.120 4.120 4.120 4.120 4.120
Totaal 36.581 30.717 31.071 33.514 30.612 28.567

Toelichting:

  1. De begrotings- of rekeningresultaten van de jaren 2022 - 2027 maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
  2. In overeenstemming met het begrotingstoezicht van de provincie Utrecht is budget opgenomen voor het opvangen van onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare kosten voor de jaren 2023 - 2027.
  3. De algemene reserve is het niet-bestemde deel van het eigen vermogen van de gemeente. Deze reserve speelt een belangrijke rol in de weerstandscapaciteit van de gemeente.
  4. De gemeente kan structureel (extra) middelen genereren door belastingen te verhogen en heffingen meer kostendekkend te maken (voor zover daar nog mogelijkheden voor bestaan). Het structureel genereren van extra middelen kan worden ingezet om de weerstandscapaciteit te versterken. De belastingruimte is hoofdzakelijk te vinden bij de onroerendezaakbelasting, omdat kostendekkende tarieven het uitgangspunt is bij de rioolheffing en afvalstoffenheffing. De onbenutte belastingcapaciteit is afgeleid uit de norm die het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor 2023 hanteert voor het aanvragen van financiële steun.
  5. De stille reserves worden gevormd door de voorraden grond waarvan de taxatiewaarde hoger ligt dan de boekwaarde. Deze reserves zijn van betekenis in relatie tot het balanstotaal, dan wel de financiële positie. De omvang van de stille reserves bedraagt per 1 januari 2023 € 4.120.000. Naast de voorraden grond bezit de gemeente aandelen van BNG Bank en Vitens. Doordat de aandelen van deze partijen in het bezit zijn van het Rijk, provincies en gemeenten is hiervoor geen ‘markt’. Hierdoor wordt volstaan met een melding in deze paragraaf.

Top tien van de risico's

Terug naar navigatie - Top tien van de risico's

In het onderstaande overzicht is de top tien van de totale risico-inventarisatie opgenomen. Daarbij is onder nummer 10 de overige risico's (totaal 37) samengevoegd.

 

Top 10 van de risico's (bedragen x € 1.000)
  Onderwerp Gemiddeld Beheersmaatregelen
1 Algemene uitkering  3.000 Ontwikkelingen vanuit het Rijk worden nauwlettend gevolgd.
2 Extra onvoorziene personele uitgaven, vanwege toenemend verzuim, afname van kennis door verloop, toenemende complexiteit van taken en betaling WW door de reorganisatie. 600
  • Focus op het voorkomen van verzuim door aandacht voor goede werkomstandigheden en - werkrelaties.
  • Bij ziekte vroegtijdig aandacht voor herstel en begeleiding terug naar werk.
  • Door opleidings- en ontwikkelmogelijkheden en toepassing van arbeidsvoorwaarden voorkomen dat medewerkers de organisatie vroegtijdig verlaten.
  • Bij reorganisatie in overleg met de betreffende medewerker op zoek gaan naar passende werkzaamheden binnen of buiten de organisatie.
3 Cybercrime - gijzeling van informatie en systemen 500

Toepassen van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheden) en dan met name:

  • Vergroten informatieveiligheidsbewustzijn van de medewerkers
  • Toepassen van Multi Factor Authenticatie
  • Segmentering van het computernetwerk
  • Toepassen van firewall-technieken
  • Toepassen van NAC-technieken (Network Access Control)
  • Toepassen van patch- en hardenings-management
  • Monitoren van beheer-accounts 
4 Cybercrime - Overig (o.a. fraude, phisingmails, schade aan buiten installaties en software) 500 Toepassen van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheden) en dan met name:
  • Vergroten informatieveiligheidsbewustzijn van de medewerkers
  • Toepassen van actuele endpoint-bescherming
  • Toepassen van een email-‘wasstraat’
  • Toepassen van ‘vier-ogen’-principe bij financiële transacties
  • Toepassen van software-whitelisting op de gemeentelijke apparaten
5 Revitalisering en huurkwestie woonwagens 500 Uitvoering geven aan raadsbesluit, indien dit niet lukt volgt een ander raadsbesluit.
6 Terugbetaling na verantwoording doeluitkeringen vanwege fouten, ziekte, nalatigheid, niet behalen van het doel of andere omstandigheden. 500 Kennis over verantwoording doeluitkeringen en werkwijzen breder delen. 
7 Openeinderegelingen sociaal domein - Jeugdwet 450 Gebruik sociale basis versterken en meer regie voeren op inzet jeugdhulp.
8 Financiering 300 Spreiding van leningenportefeuille en periodiek overleg met de bank.
9 Cybercrime (aanvallen) en verstoring of uitval bij derden zoals ketenpartners, leveranciers en samenwerkingsverbanden, waardoor ons bedrijfsvoeringsproces wordt verstoord. 250 Er worden op het gebied van informatieveiligheid afspraken gemaakt en periodiek gecontroleerd of de afspraken op papier in de praktijk worden nagekomen. We laten samenwerkingsverbanden niet alleen verantwoording afleggen over de doelen en de middelen, maar ook over informatiebeveiliging en privacy. We maken gebruik van de kracht van het collectief en standaardiseren wat mogelijk is.
10 Overige risico's 4.363 Dit betreft de kwantificering van de overige 37 risico's.
  Totaal 10.963  

Kapitaalgoederen

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte legt beslag op een substantieel deel van de financiële middelen in de programmabegroting. Daarom is het belangrijk dat meerjarig de kaders voor het beheer zijn vastgesteld en de financiële gevolgen inzichtelijk zijn en vertaald in de gemeentebegroting.
  • Actuele beleids- en beheerplannen is een voorwaarde voor het inzichtelijk hebben van toekomstige investeringen en onderhoudsbudgetten om de kapitaalgoederen in stand te houden.
  • De openbare ruimte wordt ook komend jaar beheerd en onderhouden op basis van wettelijke regels, zorgplicht en de bedoelde functionaliteit en kwaliteit zoals die in de beleids- en beheerplannen is benoemd.
  • In 2023 - 2024 wordt voor de kapitaalgoederen openbare verlichting en gebouwen een beheerplan opgesteld en ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Voor kunstwerken wordt in 2024 gestart met het actualiseren van het bestand kunstwerken ter voorbereiding van een nieuw beheerplan 2025 - 2029.

Wegen | Beleid

Terug naar navigatie - Wegen | Beleid
  • Het wegenbeheerplan 2023 - 2027 is in december 2022 in de raad vastgesteld. Dit beheerplan is opgesteld op basis van assetmanagement en is de leidraad voor het wegenbeheer in deze periode.
  • Jaarlijks wordt er een risicoanalyse opgesteld om de (nieuwe) prioritering voor het wegenonderhoud op te stellen.
  • Onder het onderdeel wegen vallen ook de civieltechnische kunstwerken. Hiervoor heeft de raad in november 2019 een beheerplan voor de periode 2020 - 2024 vastgesteld op basis van assetmanagement.
  • Het beleidsplan openbare verlichting 2020 - 2024 is in december 2019 door de raad vastgesteld.

Wegen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Wegen | Uitvoering

Voor wegen staan in 2024 de volgende projecten gepland:

  • Reconstructie deel Veldweg;
  • Aanpak parkeersituatie Vinkeveen Noord;
  • Reconstructie 2e Velddwarsweg;
  • Reconstructie A.C. Verhoefweg;
  • Vernieuwen asfalt Mijdrechtse Dwarsweg (Wilnis). Bij deze weg laat de toplaag van het asfalt ineens los. Doelstelling was om deze weg aan te pakken bij de aanleg van de rotonde voor De Maricken 2. Dit staat gepland eind 2025 en zo lang kan niet worden gewacht;
  • Voorbereiden Dukaton;
  • Voorbereiden Burgemeester Padmosweg
  • Scenario's uitwerken reconstructie Baambrugse Zuwe.

Voor kunstwerken staan in 2024 de volgende projecten gepland:

  • Nellesteinsebrug (beweegbare brug) voorbereiding 2023, uitvoering 2024; 
  • Diverse vaste betonnen en houten bruggen.

Voor verlichting gaan we in 2024 circa 200 masten en circa 600 armaturen in Abcoude vervangen.

Wegen | Financiën

Terug naar navigatie - Wegen | Financiën
  • In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld 2.1 Verkeer en vervoer zijn de jaarlijkse kosten van onderhoud wegen, kunstwerken en openbare verlichting opgenomen.
  • De investeringsbudgetten uit het wegenbeheerplan 2023 - 2027 zijn verwerkt in het overzicht nieuwe investeringen 2024 - 2027 van deze programmabegroting. De bedragen zijn aangepast aan de extreme prijsverhogingen die, sinds het in het beheerplan benoemde prijspeil van april 2022, hebben plaatsgevonden. Zo zijn de kosten voor asfalt gemiddeld met 21% toegenomen en die van elementenverharding gemiddeld met 18%.

Riolering | Beleid

Terug naar navigatie - Riolering | Beleid

Een goede riolering draagt bij aan de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Met het gemeentelijk water en rioleringsplan (geactualiseerd en vastgesteld bij raadsbesluit van 26 januari 2023) geeft de gemeente aan hoe zij op een doelmatige manier omgaat met de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.

Riolering | Uitvoering

Terug naar navigatie - Riolering | Uitvoering

Het onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel omvat onder meer het reinigen, ontstoppen en repareren van riolen, dagelijks beheer van rioolgemalen en het vegen van straten. In 2023 worden de acties uit het gemeentelijk water en rioleringsplan (WRP) opgepakt. Deze acties zijn het vervangen /renoveren van de riolering n.a.v. inspectie 2022 en indien mogelijk het treffen van klimaatadaptieve maatregelen.

Riolering | Financiën

Terug naar navigatie - Riolering | Financiën

In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld 7.2 Riolering zijn de jaarlijkse kosten en opbrengsten van riolering opgenomen. Zoals blijkt uit de paragraaf Lokale heffingen zijn de tarieven van rioolheffing kostendekkend.

Water | Beleid

Terug naar navigatie - Water | Beleid

Water is van grote betekenis voor maatschappij, mens en milieu. Om "droge voeten" te houden is het van belang dat de gemeente haar watergangen goed beheert. Dit betekent dat de watergangen tijdig gebaggerd en geschoond moet worden. Daarnaast moet de gemeente de oevers in stand houden. Het waterschap stelt door middel van haar Keur (beheersverordening) eisen aan de watergangen. De gemeente heeft ontvangstplicht voor de vrijgekomen bagger en maaisel. 

Water | Uitvoering

Terug naar navigatie - Water | Uitvoering

Voor de beschoeiingen verhelpen we de ernstige gebreken. De watergangen schonen we van vegetatie. Daarnaast verwerken we de vrijgekomen bagger, conform de wettelijke ontvangstplicht.

Water | Financiën

Terug naar navigatie - Water | Financiën

In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld 2.4 Economische havens en waterwegen zijn de jaarlijkse kosten van onderhoud aan beschoeiingen en baggeren opgenomen.

Groen | Beleid

Terug naar navigatie - Groen | Beleid

In november 2022 is het raadsvoorstel 'Hart voor Groen' vastgesteld. Hierin zijn uitgangspunten opgenomen voor het verbeteren van de kwaliteit van het groenonderhoud. Deze uitgangspunten zijn:

  • We intensiveren het dagelijks groenonderhoud met als resultaat een kwaliteitsniveau B in 2026.
  • Samen met inwoners en de buitendienst bepalen we op welke wijze het groenonderhoud wordt geïntensiveerd.
  • We investeren in onkruidbestrijding op verharding.
  • We zetten structureel in op vervanging van groen en bomen met aandacht voor biodiversiteit en klimaatadaptatie. 

Groen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Groen | Uitvoering
  • De gemeente zorgt voor het in stand houden van het openbaar groen, zodanig dat deze veilig, heel en schoon is. En voldoet aan de huidige functies, zoals sierfunctie, afschermende functie of gebruiksfunctie.
  • Daarbij gaan we het onderhoud van dit openbaar groen dusdanig intensiveren, zodat we in 2026 gemiddeld op een kwaliteitsniveau B zitten. Hiervoor zijn nieuwe bestekken aanbesteed.
  • We gaan planmatig bomen en groen vervangen.
  • In 2021 zijn we gestart met het bestrijden van de Japanse duizendknoop op een aantal risicolocaties. Alle locaties die bekend zijn worden gemonitord. We zien nog wel dat het aantal locaties met Japanse duizendknoop iets toeneemt. De oppervlakte met Japanse duizendknoop van bestaande locaties neemt niet verder toe. We proberen zoveel mogelijk de risicolocaties met een geringe oppervlakte bestrijden. Dit wordt in 2024 voortgezet.

Groen | Financiën

Terug naar navigatie - Groen | Financiën

In het budgetoverzicht van programma 1 Wonen, taakveld 5.7 Openbaar groen en recreatie zijn de jaarlijkse kosten van onderhoud van groen en speelvoorzieningen opgenomen.

 

Vanuit het coalitieakkoord "In het hart" is € 500.000 aan de onderhoudsbudgetten 2024 toegevoegd. Dit zal worden besteed aan het intensiveren van het dagelijks groenonderhoud. Daarnaast is voor zowel groen als bomen € 125.000 aan vervangingsbudgetten opgenomen voor 2024.

Gebouwen | Beleid

Terug naar navigatie - Gebouwen | Beleid

De nota Vastgoed en het beheerplan gebouwen zijn in 2017 vastgesteld. Uitvoering wordt gegeven aan de nota Vastgoed. In de tweede helft van 2023 vindt besluitvorming plaats over het geactualiseerde beheerplan gebouwen. De kosten verbonden aan de verduurzaming van de gemeentelijke vastgoedportefeuille is hierin ook inzichtelijk gemaakt. In het nieuwe beheerplan gebouwen zijn de ambities, technische en financiële kaders voor de komende periode opgenomen.

Gebouwen | Uitvoering

Terug naar navigatie - Gebouwen | Uitvoering

De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat uit kantoorgebouwen, onderwijshuisvesting/gymzalen, Veenweidebad, maatschappelijk vastgoed en gebouwen/gronden die te koop staan of komen. Deze laatste categorie is toegelicht in paragraaf Grondbeleid, bij het onderdeel Gronden die niet voor de publieke taak zijn bestemd.

In 2024 wordt uitvoering gegeven aan het meerjarenonderhoudsplan gebouwen en het integraal huisvestingsplan onderwijs.

Gebouwen | Financiën

Terug naar navigatie - Gebouwen | Financiën

In de verschillende domeinen en programma's staan toevoegingen aan de "Onderhoudsvoorziening gemeentelijk vastgoed". Deze voorziening is toegelicht in de Financiële begroting. Naast deze toevoeging aan de voorziening zijn voor verschillende gebouwen budgetten beschikbaar voor regulier contractonderhoud, verzekeringen, energie en belastingen.

Financiering

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Voor de periode 2023 - 2027 is rekening gehouden met het aantrekken van 85 miljoen euro aan nieuwe geldleningen. Dit is onder meer nodig om investeringen te kunnen betalen.
  • Voor de nieuw aan te trekken geldleningen is rekening gehouden met 3%.
  • Voor stijging van rente is rekening gehouden met een risico van 0,3 miljoen euro. Dit risico is opgenomen in de risico-inventarisatie zoals weergegeven in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
  • Aan de boekwaarde van investeringen is voor 2024 1,9% toegerekend en voor de jaren 2025 - 2027 is 2,1% toegerekend.

Beleidskader

Terug naar navigatie - Beleidskader
  • Het uitvoeren van het financieringsbeleid vindt plaats binnen de landelijke kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden, de Wet houdbare overheidsfinanciën en de regeling schatkistbankieren voor decentrale overheden.
  • De aanvullende regels vanuit het lokale Treasurystatuut zijn medebepalend voor het uitvoeren van het financieringsbeleid.
  • Het gemeentelijke financieringsbeleid is erop gericht om: 
    • Te voorzien in de financieringsbehoefte op korte en lange termijn.
    • Het beheersen van de risico’s die met deze transacties verbonden zijn.
    • Het zoveel mogelijk beperken van de rentekosten van de leningen.
    • Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
  • Er zijn twee landelijke risicobeheersingsrichtlijnen waaraan de gemeente De Ronde Venen moet voldoen, te weten de kasgeldlimiet ende renterisiconorm.

Risicobeheersing - Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Kasgeldlimiet
  • Voor korte financiering (looptijd tot 1 jaar) geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. Dit risico wordt beperkt door een zogenoemde kasgeldlimiet op basis van de wet financiering decentrale overheden. Dit houdt in dat de omvang van de kortlopende schuld maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag zijn.
  • Binnen de kasgeldlimiet wordt een deel van de financieringsbehoefte afgedekt uit kortlopende leningen (kasgeldleningen). De kasgeldlimiet wordt optimaal benut vanuit de gedachte dat rente van kortlopend geld, zoals daggeld en kasgeld, lager is dan van langlopende leningen.
  • Een kasstroomoverzicht geeft inzicht in de geldstromen. Deze geldstromen hebben effecten op de omvang van de liquide middelen. Hieronder wordt verstaan het totaal van de kas en banksaldi. De geldstromen zijn hierna vermeld.

 

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
    Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1 Kas- en banksaldi per 1 januari -1.779 431 -10.608 2.004 4.686 -2.347
2 Kasstroom uit operationele activiteiten 3.914 441 4.523 7.211 2.495 4.350
3 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -7.789 -22.358 -17.456 -19.148 -13.481 -13.777
4 Kasstroom uit financieringsactiviteiten 6.085 10.878 25.545 14.619 3.953 3.619
5 Kas- en banksaldi per 31 december 431 -10.608 2.004 4.686 -2.347 -8.155
  Toets op de kasgeldlimiet            
6 Kasgeldlimiet 8.300 8.900 10.100 10.000 10.100 10.100
7

Ruimte onder de kasgeldlimiet (6 >5)

8.731 n.v.t. 12.104 14.686 7.753 -1.945
8

Overschrijding van de kasgeldlimiet (5>6)

n.v.t. 1.708 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Toelichting:

  1. Dit betreft de kas en banksaldi per 1 januari van de jaren 2022 tot en met 2027.
  2. In de operationele activiteiten zijn onder meer verwerkt de effecten van bouwgronden in exploitatie, de inzet van reserves en voorzieningen, ontwikkelingen in de vorderingen en schulden.
  3. Dit betreft de bestedingen aan investeringen.
  4. Hierin is opgenomen de aflossingen op de geldleningen en het aantrekken van langlopende leningen.
  5. Dit betreft de kas en banksaldi per 31 december van de jaren 2022 tot en met 2027.
  6. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
  7. Dit is de ruimte binnen de landelijke kasgeldlimiet. We mogen het kasgeldlimiet 2 kwartalen overschrijden vervolgens informeren we onze toezichthouder, te weten het college van gedeputeerde staten van Utrecht.
  8. Eind 2023 wordt bezien of de geplande lening in 2024 naar voren wordt gehaald om te voldoen aan de landelijke kasgeldlimiet.

Risicobeheersing - Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Risicobeheersing - Renterisiconorm

Bij het aantrekken van langlopende leningen moet rekening worden gehouden met de renterisiconorm. Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. Onder renteherzieningen wordt verstaan het bedrag aan leningen waarvan op grond van de leningsvoorwaarden de rente in het lopende kalenderjaar eenzijdig door de tegenpartij kan worden herzien. In de leningenportefeuille zijn er geen contracten met een eenzijdige renteherziening door de geldgever.

 

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)
    Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1 Renterisiconorm (20% van oorspronkelijke begrotingstotaal) 19.400 20.830 23.790 23.630 23.720 23.850
2 Renterisico = aflossingen + renteherzieningen 3.895 4.103 4.437 5.362 6.028 6.362
3 Ruimte onder renterisiconorm (1 min 2) 15.505 16.727 19.352 18.268 17.692 17.488

 

In de afgelopen jaren is de gemeente De Ronde Venen ruimschoots onder de vastgestelde norm gebleven. Voor de jaren 2023 - 2027 gaan we de norm niet overschrijden.

Ontwikkeling langlopende leningen

Terug naar navigatie - Ontwikkeling langlopende leningen

In onderstaande grafiek is de omvang van leningen opgenomen voor de periode 2023 - 2027. Hierbij is rekening gehouden met de nog aan te trekken geldleningen in de jaren 2023 - 2027. Deze nieuwe leningen zijn nodig om de investeringen te kunnen financieren.

 

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

De regeling schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen en beleggingen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit behoudens een drempelbedrag wat bepaald is op 2% van het begrotingstotaal. Dat is voor 2024 € 2.380.000.

 

Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen mag een gemeente gemiddeld over het hele kwartaal maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist aanhouden. Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. Dit verlaagt namelijk de externe financieringsbehoefte van het Rijk, waardoor het Rijk minder hoeft te financieren op de markt, hetgeen zich weer vertaalt in een lagere staatsschuld. Daarnaast verwacht het Rijk een verdere vermindering van de beleggingsrisico’s waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. De middelen die een gemeente in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.

Rente- en treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Rente- en treasuryresultaat

De kosten en opbrengsten van rente zijn volgens landelijke verslagleggingsrichtlijnen toegerekend aan bouwgronden in exploitatie en investeringen. Er is sprake van een rente- en een treasuryresultaat. In het laatste resultaat is opgenomen de opbrengst van dividend.

 

Rente- en treasuryresultaat (bedragen x € 1.000)
    Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1 De externe rentelasten over de korte en lange financiering 962 1.476 2.207 2.799 3.039 3.184
2 De externe rentebaten over de korte en lange financiering 92 111 30 30 30 30
3 Saldo 870 1.365 2.177 2.769 3.009 3.154
  Toerekening:            
4 De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -17 21 0 0 0 0
5 Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -915 -1.142 -2.169 -2.688 -2.963 -3.119
6 Renteresultaat (- = voordeel en + nadeel) -61 244 8 81 46 35
7 Ontvangen dividend BNG Bank  -86 -93 -90 -90 -90 -90
8 Ontvangen dividend Vitens [1] 0 0 -40 -40 -40 -40
9 Treasuryresultaat (- = voordeel en + nadeel) -147 151 -122 -49 -84 -95

 

[1] Voor de jaren 2020 - 2023 ontvangen we geen dividend om daarmee de kosten van verouderde waterleidingen te kunnen opvangen en het verbeteren van de financiële positie van Vitens.

Bedrijfsvoering

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Zoals beschreven in de bestuurlijke aanbieding van deze begroting werken we het komende jaar verder door aan wederzijds vertrouwen en een sterke lokale overheid. Een sterke lokale overheid vraagt onder andere om een slagvaardige gemeentelijke organisatie. Een gemeentelijke organisatie die wendbaar is. Op deze manier blijft het voor de gemeentelijke organisatie mogelijk om mee te bewegen met de snel veranderende samenleving en de politiek-bestuurlijke ambities van de gemeenteraad en het college. 

Een sterke gemeentelijke organisatie (Organisatieontwikkeling)

Terug naar navigatie - Een sterke gemeentelijke organisatie (Organisatieontwikkeling)

Gemeente De Ronde Venen verdient een slagvaardige gemeentelijke organisatie die samen met onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties antwoorden vindt op de uitdagingen op korte en lange termijn. Op deze manier kunnen we blijvend inspelen op de uitdagingen die op ons afkomen.

Verstevigen van de ambtelijke organisatie

In 2024 ligt de focus op het verstevigen van de ambtelijke organisatie. In de Kadernota hebben wij hiervoor extra middelen gevraagd. Deze extra middelen vragen we onder andere om onze (nieuwe) wettelijke taken uit te kunnen voeren en blijvend te kunnen voldoen aan de verwachtingen van onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Deze extra middelen zorgen ervoor dat we onze gemeentelijke organisatie op orde blijven houden en op sommige onderdelen verder op orde brengen. Deze extra middelen zorgen voor een toename van het aantal medewerkers in de gemeentelijke organisatie. De financiële gevolgen van deze ontwikkeling staan beschreven bij de verschillende onderdelen van de 'Bedrijfsvoeringskosten'.

Ontwikkeling van de organisatie

De ontwikkeling van de organisatie zetten we voort op basis van ‘Samen voor Elkaar’. We zijn een organisatie die verantwoordelijkheid neemt en eigenaarschap toont voor de resultaten. Resultaten die direct van invloed zijn op de dienstverlening richting onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. We zorgen voor de juiste afstemming, zodat we integraal werken. We spreken elkaar aan op de afspraken die we maken en tonen durf om van gebaande paden af te wijken om onze resultaten te behalen. Op deze manier werken we blijvend aan een lerende organisatie. Daarnaast blijven we stevig inzetten op het ontwikkelen van een veilige, stimulerende en bovenal prettige werkomgeving.

Aantrekkelijke werkgever

Er is ook het komende jaar blijvend aandacht voor aantrekkelijk werkgeverschap. We blijven investeren in de ontwikkeling van onze huidige medewerkers. Door een aantrekkelijke, inclusieve werkgever te zijn zorgen we er ook voor dat nieuw talent graag bij gemeente De Ronde Venen wil werken. Het komende jaar blijft het een uitdaging om verschillende moeilijk vervulbare vacatures structureel in te vullen. Naast het aanbieden van voldoende opleidings- en ontwikkelmogelijkheden is het van groot belang dat de organisatie vitaal is. Om die reden investeren we het komende jaar extra in de vitaliteit van onze medewerkers, zodat de inzetbaarheid wordt vergroot.

Een eigentijdse dienstverlening

Terug naar navigatie - Een eigentijdse dienstverlening

Dienstverlening

We actualiseren de 'Visie op Dienstverlening' en voeren deze uit. We nemen de processen onder de loep, zodat vragen van inwoners en ondernemers worden snel en oplossingsgericht worden beantwoord. Ook breiden we het komende jaar onze dienstverlening voor nieuwe inwoners uit in samenwerking met het International Welcome Center. Dit betekent dat inwoners uit het buitenland die (tijdelijk) in De Ronde Venen wonen voor werk op één plek hun inschrijving bij de gemeente en overige zaken kunnen regelen.

Digitalisering en ICT

De digitaliseringsopgave van De Ronde Venen laat zich samenvatten als het organisatiebreed verder invoeren en op orde krijgen van het digitaal werken. Zowel in de werkprocessen, de bedrijfsvoering en in de klantcontacten met inwoners, ondernemers en (maatschappelijke) partners. 

Nieuwe wet- en regelgeving vraagt blijvend om een forsere digitaliseringscomponent. ICT is een randvoorwaarde om digitalisering mogelijk te maken. Om digitaliserings-, wet- en regelgeving en ICT-projecten vanuit regie op te pakken voeren we het meerjarig digitaliseringsplan uit. Dit betekent onder andere dat we stapsgewijs verschillende applicaties en diensten naar de cloud brengen. Op deze manier werken we aan een toekomstgericht ICT-infrastructuur.

Een betrouwbare gemeente (Juridische kwaliteitszorg en rechtmatigheid, informatieveiligheid en privacy)

Terug naar navigatie - Een betrouwbare gemeente (Juridische kwaliteitszorg en rechtmatigheid, informatieveiligheid en privacy)

Informatieveiligheid en privacy

De gemeente beheert veel gegevens van inwoners. We gaan zorgvuldig met deze gegevens om en houden dit veilig. Naar aanleiding van het onderzoek van de Rekenkamercommissie worden de aanbevelingen uit dat rapport ook in 2024 voortvarend aangepakt. Er zijn diverse activiteiten en leermomenten ingepland om het kennisniveau op het gebied van privacy en informatieveiligheid te verhogen. Het monitoren van systemen moet in 2024 zijn doorgevoerd. De aanbevelingen die voortgekomen zijn uit de cybercrisisoefening worden in 2024 opgepakt. Het komende jaar worden er hogere eisen gesteld aan onze cyberbeveiliging (NIS2-verordening, Wet Beveiliging Netwerk- en Informatiesystemen). Om hieraan te voldoen nemen we de nodige beveiligingsmaatregelen.

Juridische kwaliteitszorg

We maken komend jaar de beweging om formele bezwaren en klachten te verminderen, door juist aan de voorkant informele gesprekken te voeren. Daarnaast vormt de juridische kwaliteitszorg onderdeel van de algehele kwaliteitszorg van (werk)processen en bij de voorbereiding en uitvoering van besluiten. Op deze manier werken we aan een gemeente die voorspelbaar is voor onze inwoners en voorkomen we bezwaren.

Rechtmatigheid door het college

Het komende jaar is het college voor het eerst zelf verantwoordelijk voor de rechtmatigheidsverantwoording. Dit betreft de rechtmatigheidsverantwoording over het boekjaar 2023. De belangrijkste processen, de processen met een grote financiële impact, zijn vormgegeven in het business control framework. Als uit de eigen controles wordt geconstateerd dat er sprake is van afwijkingen op rechtmatigheidsaspecten, dan wordt dit verantwoord in de verantwoording over het boekjaar 2023. Hierbij geven we dan aan hoe we dit in de toekomst gaan oplossen.

Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

Terug naar navigatie - Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken komen voort uit de Gemeentewet artikel 213a. Deze wet schrijft voor dat het college jaarlijks zijn eigen beleid tweemaal dient te toetsen. Sinds de gemeente een goed functioneerde rekenkamercommissie heeft ingesteld, heeft de raad de mogelijkheid om zelfstandig opdrachten te verstrekken aan de rekenkamercommissie voor eigen doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken. 

Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht

Eén van de kerntaken van de provincie is toezicht houden op de uitvoering van wettelijke taken door gemeenten, waterschappen en gemeentelijke regelingen. Dit gebeurt risicogericht, proportioneel, op afstand waar het kan, ingrijpen waar het moet. Het gaat om de volgende beleidsterreinen:

  • Financieel toezicht
  • Informatiebeheer
  • Huisvesting vergunninghouders
  • Omgevingsrecht

De provincie Utrecht publiceert de resultaten van het interbestuurlijk toezicht op internet. De resultaten zijn te vinden op https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/interbestuurlijk-toezicht/.

Bedrijfsvoeringskosten | Definities

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoeringskosten | Definities

De hieronder beschreven definities zijn landelijk bepaald en gelden voor alle gemeenten.

  1. Capaciteitskosten zijn de totale kosten die de organisatie maakt aan salarissen, sociale lasten, werkkostenregeling en inhuur. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de griffie en het bestuur. Deze kosten worden niet afzonderlijk toegelicht omdat ze onderdeel zijn van overhead en apparaatskosten. 
  2. Overhead betreft alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Een groot deel hiervan bestaat uit capaciteitskosten van medewerkers van ondersteunende afdelingen en leidinggevenden. Daarnaast zijn er kosten voortkomend uit ondersteunende taken die gedekt worden uit voor die taken opgenomen budgetten, zoals informatievoorziening en ICT. De kosten van overhead zijn opgenomen in programma 4 Bestuur en bedrijfsvoering.
  3. Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (capaciteitskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten (zoals meubilair) die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur.

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven.

 

Overhead bestaat uit:

  • Personele capaciteitskosten overhead (management, bestuur- en managementondersteuning primair proces, alle kosten van personele inzet voor personeel en organisatiebeleid, inkoop, communicatie, juridische zaken, informatievoorziening en automatisering, documentaire informatievoorziening, huisvesting, facilitaire zaken, financiën etc.).
  • Materiële kosten (goederen en diensten) voor:
    • Bestuurszaken en bestuursondersteuning (exclusief de griffie omdat die geen onderdeel uitmaakt van de ambtelijke organisatie)
    • Documentaire informatievoorziening (DIV)
    • Facilitaire zaken en Huisvesting (incl. beveiliging)
    • Financiën, toezicht en controle voor de eigen organisatie
    • Informatievoorziening en automatisering
    • Inkoop (inclusief aanbesteding en contractmanagement)
    • Interne en externe communicatie m.u.v. klantcommunicatie
    • Juridische zaken
    • Personeel en organisatie


De onderstaande kosten van overhead bij programma 4 Bestuur en ondersteuning maken onderdeel uit van de apparaatskosten.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027
Lasten 20.469 20.736 20.812 20.979
Baten 54 54 54 54
Totaal overhead 20.415 20.682 20.758 20.925

Apparaatskosten

Terug naar navigatie - Apparaatskosten

Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (alle loonkosten voor het ambtelijk apparaat en alle inhuurkosten) en de materiele kosten voor overhead exclusief griffie en bestuur.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027
Lasten 40.050 40.317 40.393 40.560
Baten 54 54 54 54
Totaal apparaatskosten 39.996 40.263 40.339 40.506

Landelijke bedrijfsvoeringsindicatoren

Terug naar navigatie - Landelijke bedrijfsvoeringsindicatoren
Naam van de indicator 2022 2023 2024 2025
Bestuur en organisatie        
1 Toegestane formatie per 1.000 inwoners 7,0 7,0 7,7 7,6
2 Werkelijke bezetting per 1.000 inwoners 6,3 6,4 6,1 6,1
3 Apparaatskosten in euro's per inwoner 727 743 874 878
4 Externe inhuurkosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen 16% 16% 23% 23%
5 Overhead als percentage van totale lasten 14% 16% 17% 18%

Toelichting:

  1. De toegestane formatie over de periode 2022 - 2023 vertoont een stabiel beeld. De stijging in 2024 en 2025 is in lijn met de organisatieontwikkeling.
  2. De werkelijke bezetting over de periode 2022 - 2025 vertoont een stabiel beeld.
  3. De apparaatskosten voor 2024 stijgen met 17,6% ten opzichte van 2023. Deze stijging hangt samen met de stijging in totale apparaatskosten ten opzichte van 2023 met 18,5% en de stijging in het aantal inwoners.
  4. Het percentage inhuurkosten stijgt naar aanleiding van de organisatieontwikkelingen. Dit percentage is in lijn met de toegestane formatie en werkelijke bezetting.
  5. De kosten van overhead over de periode 2022 - 2025 vertoont een stabiel beeld.

Openbaarheidsparagraaf Wet open overheid (Woo)

Beleidsvoornemens Wet open overheid

Terug naar navigatie - Beleidsvoornemens Wet open overheid

In artikel 3.5 van de Wet open overheid (hierna: de Woo) is bepaald dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de wet.

 

De Woo kent twee typen van openbaarmaking. Actieve openbaarmaking en passieve openbare bekendmaking.

 

1. Actieve openbaarmaking                                                                                                          

Actieve openbaarmaking houdt in dat de gemeente categorieën en besluiten uit eigen beweging openbaar maakt. De verplichting tot het actief openbaar maken wordt gefaseerd, in meerdere tranches ingevoerd. Zo vallen nu al besluiten van algemene strekking en informatie over inzicht in organisatie en werkwijzen, waaronder de taken en bevoegdheden van de organisatieonderdelen daaronder.

 

2. Passieve openbaarmaking                                                                                

Passieve openbaarmaking is openbaarmaking van informatie op verzoek, zoals we die ook al onder de werking van de Wob kennen. Wij actualiseren in de komende periode de procedure voor het behandelen van de verzoeken tot het openbaar maken van informatie.

 

Voor zowel de actieve als de passieve openbaarmaking geldt dat het belang is dat de processen, procedures en systemen zo zijn ingericht dat ze volledig en goed doorzoekbaar zijn. Bij het implementeren van nieuwe systemen en processen wordt hiermee rekening gehouden.

Verbonden partijen

Beleidskader voor verbonden partijen

Terug naar navigatie - Beleidskader voor verbonden partijen

Voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid vindt samenwerking plaats met andere partijen. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

 

  • Bestuurlijk en financieel belang
    • Bestuurlijk belang is zeggenschap, ofwel via vertegenwoordiging in het bestuur ofwel via stemrecht. Er is sprake van bestuurlijk belang als een bestuurder of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt.
    • Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, ofwel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.
  • Aangaan en beëindigen van verbonden partijen
    • In de Gemeentewet staat in artikel 160, lid 2 een bepaling voor het aangaan van verbonden partijen. Deze bepaling luidt als volgt: “Het college besluit slechts tot de oprichting van en deelnemingen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Het besluit tot beëindiging van verbonden partijen wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen."
    • In de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn de bevoegdheden opgenomen voor het aangaan of beëindigen van een gemeenschappelijke regelingen. Hiervoor geldt dat de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters niet over gaan tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Dit geldt tevens voor het wijzigen of het uittreden uit een regeling.
  • Begroting en jaarrekening gemeenschappelijke regelingen
    • Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijk regeling zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.
  • Lokaal beleid
    • In 2018 heeft de raad Nota Verbonden partijen vastgesteld. Deze nota beschrijft de aard van verbonden partijen, het kader aan wet- en regelgeving en is bedoeld als instrument voor de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad.

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

De gemeenschappelijke regelingen voeren verschillende taken en regelingen uit namens de gemeente De Ronde Venen. Per gemeenschappelijke regeling zijn gegevens opgenomen over:

  • De vestigingsplaats van de gemeenschappelijke regeling;
  • Een toelichting op het openbaar belang;
  • Aan welk programma de verbonden partij een bijdrage levert;
  • Welke deelnemers uitmaken van de gemeenschappelijke regeling.

Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen in een totaaloverzicht.

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Stichtse Groenlanden

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Stichtse Groenlanden
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang Het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie en de bescherming van natuur en landschap.
Programma 1
Deelnemers De gemeenten Utrecht, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Woerden, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt, De Ronde Venen, alsmede provincie Utrecht.

Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Soest
Openbaar belang Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Daarnaast is in 1995 een NV opgericht waarvan de gemeenschappelijk regeling AVU de enige aandeelhouder is. De N.V. AVU biedt de mogelijkheid tot maatwerkcontracten waaraan niet alle gemeenten hoeven deel te nemen.
Programma 1
Deelnemers De provincie Utrecht en 25 gemeenten binnen de provincie Utrecht.

Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU)
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang Het behartigen van de belangen van de gemeenten tezamen en van elke deelnemende gemeente afzonderlijk op het gebied van omgeving in de ruimste zin.
Programma 1
Deelnemers De gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede en Zeist.

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)
Vestigingsplaats Zeist
Openbaar belang De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in te stellen en in stand te houden. De GGD regio Utrecht is een gemeenschappelijke regeling en werd in 2013 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Namens de gemeenten voert de GGDrU de gemeentelijke verplichtingen van de Wet Publieke Gezondheid uit. Het gaat onder andere om infectieziektebestrijding, medische milieukundige zorg, SOA-bestrijding, gezondheidsbeleid en -onderzoek, toezicht kinderopvang, crisisfunctie, jeugdgezondheidszorg, rijksvaccinatieprogramma en Wmo-toezicht. Daarnaast nemen gemeenten een maatwerkpakket af. Hierin zitten voor De Ronde Venen bijvoorbeeld het Meldpunt Bezorgd en trajecten Stevig Ouderschap.
Programma 2
Deelnemers De provincie Utrecht en de 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht.

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang De VRU behartigt de belangen van de gemeenten op de brandweerzorg, de organisatie van de Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio (GHOR), de rampenbestrijding, crisisbeheersing en de meldkamer. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de regionale ambulancevervoersvoorziening ten aanzien van onder meer de gemeenschappelijke meldkamer; een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Programma 3
Deelnemers De 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht.

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen
Vestigingsplaats Breukelen
Openbaar belang Het gezamenlijk uitvoeren van de Archiefwet en het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnenmateriaal op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis.
Programma 4
Deelnemers De gemeenten Stichtse Vecht, De Bilt en De Ronde Venen.

Amstelland Meerlanden overleg

Terug naar navigatie - Amstelland Meerlanden overleg
Vestigingsplaats Haarlemmermeer
Openbaar belang Het Amstelland-Meerlandenoverleg (AM) fungeert als platform, waardoor de zeven deelnemende gemeenten elkaar op diverse terreinen snel en effectief kunnen vinden wanneer dat nodig is. Het gebied van AM vormt de zuidflank van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en is aangewezen als deelregio binnen MRA. Het platform wordt benut om de gezamenlijke belangen van het AM-gebied te behartigen in de MRA en in de vervoersregio Amsterdam.
Programma 4
Deelnemers De gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn, De Ronde Venen, Aalsmeer en Haarlemmermeer.

Gemeentebelastingen Amstelland

Terug naar navigatie - Gemeentebelastingen Amstelland
Vestigingsplaats Amstelveen
Openbaar belang Het vormen van een gemeenschappelijke ambtelijke belastingorganisatie die belast is met zowel de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen als de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Door de samenwerking is een belastingorganisatie ontstaan met voldoende kennis, kunde en personele capaciteit om de belastingwetten en -regels te kunnen uitvoeren. Elke gemeenteraad blijft het eigen belastingbeleid en de belastingtarieven bepalen.
Programma 4
Deelnemers De gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn en De Ronde Venen. De gemeente Aalsmeer is daarnaast een rechtstreekse deelnemer van de gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Amstelland.

Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Financiële gegevens van de gemeenschappelijke regelingen (x € 1.000)
Naam Belang

Eigen vermogen

Vreemd vermogen Resultaat Bijdrage
2023 2024 2023 2024 2023 2024 2024 2023 2024
Recreatieschap Stichtse Groenlanden 49,3% 50,6% 4.004 3.491 4.670 4.670 0 505 522
Afvalverwijdering Utrecht (AVU) 3,7% 3,8% 350 100 14.905 14.000 0 1.832 1.994
Omgevingsdienst regio Utrecht (ODrU) 14,7% 15,1% 315 809 2.550 2.550 0 2.252 2.526
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU) 4,0% 4,0% 2.004 1.603 16.301 15.397 0 1.723 2.067
Veiligheidsregio Utrecht 3,2% 3,0% 1.409 1.409 84.831 79.108 0 2.965 3.081
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen 29,3% 29,3% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0 384 434
Amstelland Meerlanden overleg 0,9% 0,9% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0 4 4
Gemeentebelastingen Amstelland 18,2% 18,1% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0 997 1.114

 

Deelnemingen

Terug naar navigatie - Deelnemingen

Naast de gemeenschappelijke regelingen zijn er twee deelnemingen:

  1. BNG Bank
    Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, elf provincies en een hoogheemraadschap. De gemeente De Ronde Venen bezit 37.323 aandelen BNG Bank. In 2024 is rekening gehouden met € 90.000 aan te ontvangen dividend.
  2. Vitens
    De aandelen van Vitens zijn in het bezit van vijf provincies en 92 gemeenten. De gemeente bezit 40.426 aandelen Vitens. Voor de jaren 2021 - 2023 ontvangen we geen dividend om daarmee de kosten van verouderde waterleidingen te kunnen opvangen en het verbeteren van de financiële positie van Vitens. Vanaf 2024 is rekening gehouden met € 40.000 aan te ontvangen dividend.

Overige deelnemingen

Terug naar navigatie - Overige deelnemingen

Naast de gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen werken we samen met overige verbonden partijen.

  • Programma 1| Wonen:
    • Mooisticht
    • Marickenland
    • Gebiedsprogramma Utrecht-West
  • Programma 2 | Samenleven:
    • Kansis (Stichting Beschut Werk)
    • Kansis Groen (Stichting Groenwerk)
  • Programma 3 | Veiligheid:
    • Het Zorg- en Veiligheidshuis Regio Utrecht (ZVHRU)
    • Stichting Beveiliging Bedrijventerrein De Ronde Venen (SBB)
  • Programma 4 | Bestuur en bedrijfsvoering
    • Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond & Kennemerland (RIJK)
    • Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
    • U10.

Hun bijdragen aan onze doelstellingen zijn toegelicht bij de programma's.

Grondbeleid

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

De paragraaf grondbeleid is in deze begroting gering van omvang. Er zijn in 2024 geen lopende grondexploitaties. Het onderdeel eigendommen niet voor de publieke taak bestemd is geactualiseerd. 

Bouwgronden in exploitatie | Algemeen

Terug naar navigatie - Bouwgronden in exploitatie | Algemeen
  • In 2024 zijn er geen grondexploitaties.
  • De twee lopende grondexploitaties in 2023 zijn in de afrondende fasen:
    • Alle gronden zijn verkocht, waardoor de financiële risico's beperkt zijn.
    • De resterende werkzaamheden richten zich met name op het woonrijp maken van gronden.
    • Voor De Maricken betreffen de resterende werkzaamheden planvorming en realisatie van het park.
    • Voor Land van Winkel moeten de delen van het openbaar gebied waar de woningen nog in aanbouw zijn, woonrijp worden gemaakt.
    • Voor de grondexploitaties zijn nog plankosten te maken.
    • De verwachting is dat deze grondexploitaties eind 2023 kunnen worden afgesloten.

Eigendommen niet voor de publieke taak bestemd

Terug naar navigatie - Eigendommen niet voor de publieke taak bestemd

De gemeente bezit diverse eigendommen (grond en gebouwen), die niet voor een publieke taak zijn bestemd en waarbij het voornemen is om deze te verkopen. Conform de bepalingen van het BBV wordt in de jaarrekening bepaald of er sprake is van duurzame waardevermindering. Hiervan is sprake als de taxatiewaarde lager is dan de boekwaarde. Als de taxatiewaarde hoger is dan de boekwaarde is er sprake van een stille reserve.

 

De volgende eigendommen hebben nog geen bestemming of is de bestemming nog niet gewijzigd.

  • Glastuinbouw Wickelhof Mijdrecht (beoogde woningbouwlocatie Oosterland)
  • Marickenzijde 2e fase Wilnis (woningbouwlocatie)
  • Bedrijventerrein N201 Mijdrecht
  • Stationsgebied Abcoude (Bovenkamp 1 - 3) (Sporthuis Abcoude)
  • Baambrugse Zuwe 143b te Vinkeveen
  • Herenweg 196 en 196A te Vinkeveen
  • Centrum Oost, Herenweg 70 Vinkeveen. (verkocht in 2023)
  • Ontspanningsweg /Wilnisser Dwarsweg Mijdrecht
  • Provincialeweg N201 Mijdrecht (agrarisch perceel).
  • Baambrugse Zuwe achter 116 Vinkeveen (verkoop onder voorbehoud in 2023 in afwachting van bestemmingsplanwijziging)
  • Provincialeweg 7a, Mijdrecht
     

Stille reserve
De boekwaarde van gronden en verspreide percelen kan lager zijn dan de actuele waarden, waardoor er binnen de gronden niet voor de publieke taak bestemd sprake is van stille reserves. Deze reserves kunnen van substantiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal dan wel de financiële positie van de gemeente. De omvang van de stille reserves is € 4.120.000 (€ 4.238.000 -/- € 118.000 Herenweg 70 Vinkeveen) .

Subsidies en bijdragen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt een meerjarig financieel beeld van zowel de verstrekte als de ontvangen subsidies en bijdragen weergegeven.

Financieel overzicht van te verstrekken subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Financieel overzicht van te verstrekken subsidies en bijdragen

De Ronde Venen ondersteunt veel initiatieven op het gebied van wonen, werken, welzijn, onderwijs, kunst, cultuur, sport, recreëren, enz. Allemaal activiteiten die ten goede komen aan de Rondeveense samenleving. De gemeente doet dit onder andere door het verstrekken van subsidies en bijdragen.

De wettelijke basis voor het verstrekken van subsidies is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (titel 4.2), voorts de Algemene subsidieverordening. De subsidieverordening vormt de grondslag voor de verleende subsidies. Daarnaast is een aantal nadere regels opgesteld voor het verstrekken van subsidies. Hierbij kan gedacht worden aan 'Beleidsregels Subsidie Sportstimulering', 'Beleidsregels subsidieaanvragen bewoners en bewonersorganisaties' en 'Nadere regels ten aanzien van het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvangers van de gemeente De Ronde Venen 2013'.

 

In 2023 wordt het subsidiebeleid ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Vervolgens wordt in 2024 een subsidiejaarplan opgesteld. Dit plan gaat over doelen, activiteiten en effecten.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027
Lasten 7.447 7.272 7.192 7.192

Toelichting op de te verstrekken subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Toelichting op de te verstrekken subsidies en bijdragen

Voor 2023 is een budget beschikkaar voor subsidies en bijdragen van € 7.111.000. Dit budget stijgt naar € 7.447.000 in 2024. Dit wordt veroorzaakt door indexatie conform de meicirculaire 2023, in enkele gevallen gelden individuele afspraken en vanaf volgend jaar wordt een andere cyclus toegepast. 

Toelichting op de ontvangen subsidies en bijdragen

Terug naar navigatie - Toelichting op de ontvangen subsidies en bijdragen

De belangrijkste bijdrage die we ontvangen betreft de algemene uitkering. Deze bijdrage van het Rijk is opgenomen bij taakveld 0.7 Algemene uitkering. 

De daaropvolgende belangrijke bijdragen betreffen de rijksmiddelen voor het uitvoeren van bijstandsuitkeringen, de wet inburgering en het onderwijsachterstandenbeleid. Deze bijdragen zijn opgenomen bij respectievelijk taakveld 6.3 Inkomensregelingen, 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie en taakveld 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken.