Bij de invoering van de nieuwe BBV grondslagen voor het activeren van maatschappelijk nut in de materiële vaste activa heeft de gemeente de Ronde Venen een investeringsplafond geïntroduceerd als signaalwaarde om oplopende structurele afschrijvingskosten goed te blijven monitoren. In de praktijk blijkt dat de gemeente vanaf 2022 niet meer kan investeren in projecten in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, door het bereiken van dit investeringsplafond. Het investeringsplafond is op dit moment berekent middels de formule "3,5 x de onbenutte belastingcapaciteit (op dit moment is de onbenutte belastingcapaciteit € 7.900.000)". De signaalwaarde doet zijn werk, maar is niet meer de meest zuivere manier om als signaalwaarde te dienen naar de toekomst toe, omdat:
- Het inzetten van onbenutte belastingcapaciteit als dekkingsmiddel om oplopende afschrijvingskosten van investeringen met een maatschappelijk nut te bekostigen werkt averechts. Vanwege de berekeningssystematiek van het investeringsplafond zorgt iedere stijging van een lokale heffing voor een lager investeringsplafond. Het inzetten van een lokale heffing als dekkingsmiddel zorgt er dus voor dat je investeringsplafond naar beneden gaat. Ook als de lokale heffingen voor andere doeleinden als dekkingsmiddel worden ingezet, beïnvloed dit direct de mogelijkheid om te investeren.
- Er zit enkel een investeringsplafond op investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut en niet op investering met een economisch nut. De investeringen met een economisch nut zorgen op dit moment voor een veel groter deel van de afschrijvingskosten dan investeringen met een maatschappelijk nut. Het instellen van andere monitoringsmiddelen die beide categorieën van investeringen monitoren is passender.
Als alternatieve signaalwaarde voor monitoring van oplopende structurele afschrijvingslasten stelt het college de volgende nieuwe instrumenten voor:
- Sinds de begroting 2022-2025 is er een nieuwe tabel opgenomen die een doorkijk geeft in de oplopende afschrijvingslasten van het begrotingsjaar + 3 jaar vooruit. Het college stelt voor dit overzicht permanent in de begroting op te nemen als monitoringsmiddel.
- Sinds de begroting 2022-2025 is er een nieuw totaaloverzicht gepresenteerd met alle al reeds goedgekeurde toekomstige investeringen. Voorheen werden in de begroting alleen overzichten gepresenteerd van nieuwe investeringsbudgetten en geen totaaloverzichten van al reeds beschikbaar gestelde investeringsbudgetten.
- Sinds de begroting 2022-2025 is er een nieuw financieel instrument toegevoegd, namelijk de totale structurele afschrijvingslasten ten opzichte van de totale exploitatielasten. Dit geeft inzicht in hoeveel procent van de totale lasten uit afschrijvingslasten bestaan.
Door deze 3 nieuwe sturingsmiddelen die sinds de begroting 2022-2025 zijn geïntroduceerd te behouden, geeft dit de mogelijkheid om investeringen en de bijbehorende oplopende afschrijvingslasten voldoende te monitoren om het huidige investeringsplafond te kunnen afschaffen. Besluitvorming hierover vindt plaats door het nieuwe college in samenspraak met de raad.